Stromingen Flashcards
Creationisme
Het idee dat alles gecreëerd is door God.
Agnosten
Weten niet of God bestaat, omdat het niet te bewijzen is met onze rede, onze empirie of onze ervaring.
Fundamentalisme
Mensen proberen religies opnieuw te bekijken in het licht van wat we nu weten van wetenschap en hoe de maatschappij verandert.
Kalam-kosmologische argument
Dat het universum een begin moet hebben gehad en dat er een eerste oorzaak moet zijn die het heeft veroorzaakt en dit wordt geïdentificeerd als God.
Holisme
Web van overtuigingen (kijken naar geheel niet alleen naar kleine stukjes).
Liberalisme
Dunne moraal (je moet zelf weten wat goed en/of fout is): legt nadruk op individuele vrijheid, gelijkheid, democratie, grondrechten en de vrije markt. Het pleit voor beperkte overheidsbemoeienis en respect voor diversiteit en pluralisme.
Modernisme
Periode waarin rede en wetenschap centraal staan.
Cultuurrelativisme
Elke cultuur wordt vanuit zichzelf beoordeeld, wat betekent dat er geen “betere” of “slechtere” culturen zijn.
Fenemenologie
Mensen vinden dat wetenschap niet alles kan verklaren. Ze geloven dat menselijke ervaring en gevoelens niet simpelweg kunnen worden begrepen door wetenschappelijke logica toe te passen. Ze benadrukken dat onze ervaringen uniek zijn en niet kunnen worden gereduceerd tot alleen maar wetenschappelijke feiten.
Natuurwetenschappelijke methode
Sciëntisme: gericht op causale, wetmatige verklaringen.
Secularisme
De overtuiging dat religie en geloof geen invloed mogen uitoefenen op de maatschappij.
Visies secularisme
- Liberaal: tolereren religieuze praktijken zolang ze niet strijdig zijn met de grondwet.
- Multiculturalisme: culturen en religies worden als positief gewaardeerd.
Dogmatisme
Wanneer mensen sterk vasthouden aan hun overtuigingen zonder bereid te zijn om ze te heroverwegen.
Scepsisme
Wanneer mensen twijfelen aan wat ze weten en wachten met het vormen van conclusies totdat ze meer informatie hebben.