Strafrecht Flashcards
Wanneer is een gepleegd feit strafbaar?
Uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. art 1 SR
Wat wordt verstaan onder baldadigheid?
Hij die op of aan de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats tegen personen of goederen enige baldadigheid pleegt waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht
Wat wordt verstaan onder dronkenschap?
Hij die, terwijl hij in staat van dronkenschap verkeert, hetzij in het openbaar het verkeer belemmert of de orde verstoort, hetzij eens anders veiligheid bedreigt, hetzij enige handeling verricht waarbij, tot voorkoming van gevaar voor leven of gezondheid van derden, bijzondere omzichtigheid of voorzorgen worden vereist
Wat wordt verstaan onder rumoer of burengerucht?
Hij die rumoer of burengerucht verwekt waardoor de nachtrust kan worden verstoord.
Wat wordt verstaan onder het opgeven van valse identiteitsgegevens?
Hij die, door het bevoegd gezag naar zijn identificerende persoonsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisregistratie personen als ingezetene staat ingeschreven of woon- of verblijfplaats opgeeft.
Wanneer is er sprake van het niet voldoen aan de identiteitsverplichting?
Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden of medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken
Wanneer bevindt iemand zich op verboden grond?
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen
Waneer is er sprake van een strafbare poging?
Hoeveel wordt de straf verminderd?
Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde verminderd.
Wat wordt gelijk gestraft met het plegen van geweld?
Met het plegen van geweld wordt gelijkgesteld het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht.
Waneer is er sprake van een valse aangifte?
Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is
Wanneer is er sprake van eenvoudige mishandeling?
Mishandeling is het opzettelijk toebrengen van pijn en/of letsel zonder dat daartoe een rechtvaardigingsgrond bestaat. Ook andere aspecten kunnen onder mishandeling worden geschaard. Zo is er jurisprudentie van de Hoge Raad waarin men spreekt over ‘een hevige onlust veroorzakende lichamelijke gewaarwording’.
Welke mogelijke gevolgen van mishandeling zijn van invloed op de strafmaat?
Zwaar lichamelijk letsel of de dood ten gevolge
Wanneer is er sprake van diefstal?
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
Wanneer is er sprake van gekwalificeerde diefstal?
1°.diefstal van vee uit de weide;
2°.diefstal bij gelegenheid van brand, ontploffing, watersnood, schipbreuk, stranding, spoorwegongeval, oproer, muiterij of oorlogsnood;
3°.diefstal in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
4°.diefstal door twee of meer verenigde personen;
5°.diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels;
6°.diefstal met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
Wanneer is er sprake van inklimming?
Onder inklimming wordt begrepen ondergraving, alsmede het overschrijden van sloten of grachten tot afsluiting dienende
Wanneer is er sprake van valse sleutels?
Onder valse sleutels worden begrepen alle tot opening van het slot niet bestemde werktuigen.
Wanneer is er sprake van opzetheling?
Hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of een zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof