Grondwet / EVRM Flashcards
Waarom moeten politieagenten zich neutraal opstellen?
Vanwege artikel 1 van de Grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Welke rechten hebben burgers op basis van de Grondwet?
Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Hoe kan de politie bij het uitvoeren van hun taken inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer en de onaantastbaarheid van een menselijk lichaam?
Grondwet geeft rechten. Beperkingen zijn alleen mogelijk als dit wettelijk is geregeld, bijvoorbeeld Politiewet
Wat is de strekking van het legaliteitsbeginsel?
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling
Hoe is het recht op rechtsbijstand geregeld in de Grondwet?
Artikel 18 van de Grondwet zegt dat ieder kan zich in rechte en in administratief beroep doen bijstaan. De wet stelt regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen
Wat zijn de belangrijke rechten die burgers hebben vanuit het EVRM?
Recht op leven
Recht op vrijheid
Recht op een eerlijk proces
Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Waarom moet de reden tot aanhouding in de eigen taal worden meegedeeld?
Dit is een recht uit het EVRM. Een ieder die gearresteerd is moet onverwijld en in een taal die hij verstaat op de hoogte worden gebracht van de redenen van zijn arrestatie en van alle beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht.
Waarom heeft het EVRM invloed op het handelen van een politieagent?
Het EVRM zegt dat burgers recht hebben op een eerlijk proces en niemand veroordeeld mag worden voor iets wat niet strafbaar is tijdens het handelen.
Welke informatie verstrekt de opsporingsambtenaar aan het slachtoffer tijdens het eerste contact?
het soort ondersteuning dat het slachtoffer kan krijgen en van wie hij deze kan krijgen,
het verloop van de procedures omtrent de aangifte van een strafbaar feit en de rol die het slachtoffer in die procedures heeft;
de wijze waarop het slachtoffer bescherming kan krijgen
de wijze waarop het slachtoffer toegang krijgt tot juridisch advies, rechtsbijstand en andere vormen van advies en de hiervoor geldende voorwaarden;
de wijze waarop het slachtoffer schadevergoeding kan verkrijgen en de hiervoor geldende voorwaarden;
de wijze waarop het slachtoffer aanspraak kan maken op vertolking en vertaling en de hiervoor geldende voorwaarden;
de beschikbare bijzondere maatregelen, procedures of regelingen om de belangen van het slachtoffer te beschermen in de lidstaat waar het eerste contact met de bevoegde autoriteit plaatsvindt, indien het slachtoffer woonachtig is in een andere lidstaat dan die waarin het strafbare feit werd gepleegd;
de beschikbare procedures om klachten in te dienen als de bevoegde autoriteit, die in het kader van het strafproces optreedt, zijn rechten niet eerbiedigt;
de contactgegevens voor communicatie over zijn zaak;
de beschikbare herstelrechtvoorzieningen;
de wijze waarop het slachtoffer de kosten als gevolg van zijn deelname aan de strafprocedure vergoed kan krijgen en de hierbij geldende voorwaarden.
Waarmee wordt bij het individueel beoordelen van het slachtoffer rekening gehouden en waaraan wordt aandacht besteed?
Er wordt rekening gehouden met:
a.de persoonlijke kenmerken van het slachtoffer;
b.het soort strafbaar feit of de aard van het strafbare feit, en
c.de omstandigheden van het strafbare feit.
Er wordt aandacht besteed aan:
a.slachtoffers die aanzienlijke schade hebben geleden als gevolg van de ernst van het strafbare feit;
b.slachtoffers van strafbare feiten die zijn ingegeven door vooroordelen of discriminatie die in het bijzonder verband kunnen houden met hun persoonlijke kenmerken;
c.slachtoffers wier relatie met en afhankelijkheid van de verdachte of veroordeelde hen bijzonder kwetsbaar maken.
Wat zegt art 1 van de Grondwet?
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.