strafrchtelijke theorieen Flashcards

1
Q

4 theorieen

A

Verdragstheorieen
Absolutetheorieen
Relatievetheorieen
Verenigingstheorieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verdragstheorieen

A

Burgers hebben onderLing een gesloten maatschappelijk verdrag aanvaard, schending van verdrag leidt tot straf

Fichte: “burger heeft recht op straf om te kunnen voorkomen dat him buiten de gemeenschap wordt gesloten.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

absolutetheorieen

A

Overheid neemt wraak op degene die onrecht pleegt

Vergelding = strafgrond + doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Relatieve theorieen

A

Preventie van nieuwemisdrijven (preventietheorie)

Generale en speciale preventie

afschrikking dader, verbetering gedrag, sameleving gaat vooruit op tijdelijke verwijdering dader in samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Strafdoel

A

Wat wil de overheid bereiken met de straf?

vergelding, generale preventie, onschadelijkmaking en speciale preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

generale preventie

A

omstander afschrikken door de dader te straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

speciale preventie

A

weerhoudt misdadigers zelf ervan om opnieuw misdaden te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verenigingstheorie

A

Deze theorie berust op de preventie van misdrijven en de vergelding van de dader

vereninging van de absolute- en relatieve theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly