Stone 26 Flashcards
1
Q
Het spijt me.
A
I’m sorry
2
Q
Het spijt ons heel erg.
A
We’re very sorry.
3
Q
Ik verontschuldig mij.
A
I do apologize.
4
Q
pardon.
A
Excuse me.
5
Q
Het geeft niet.
A
It doesn’t matter.
6
Q
Het maakt niet uit.
A
Never mind.
7
Q
Dat is in orde.
A
That’s all right.