Stofwisseling 2 Flashcards

1
Q

Acromegalie

A

Dit is een klinisch beeld dat ontstaat door autonome productie van het groeihormoon door de hypofyse. IGF-1 heeft geen remmend effect meer.

Symptomen:

  • Snurken/ademhalingsproblemen door grote tong
  • grote kaak met tanden die ver uit elkaar gaan staan
  • gezichtsvorm: diepe huidplooien, brede neus en kin naar voren
  • grote handen
  • grote voeten
  • overmatig transpireren
  • gewrichtspijn en stijfheid
  • DM
  • Hoge BP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hormonen adenohypofyse

A

Dit is de anterieure zijde van de hypofyse. Deze bevat hormoonproducerende cellen die worden gestimuleerd door hormonen uit de hypofyse

Groeihormoon
Prolactine
Thyroid stimulerend hormoon (TSH)
ACTH
LH
FSH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hormonen neurohypofyse

A

Dit is de posterieure zijde van de hypofyse. Deze biedt opslag van hormonen die in de hypothalamus zijn gemaakt.

  • oxytocine (borst en uterus)
  • ADH/vasopressine (vochthuishouding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Behandeling acromegalie

A
  • chirurgie
  • somatostatine-analogen
  • GH receptorblokkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnostiek acromegalie

A
  • IGF-1 meten. Dit is dan verhoogd
  • Glucose intolerantie test. Hierbij wordt glucose toegediend aan de patient. Normaal gaat de concentratie vh groeihormoon dan naar beneden, maar bij een hypofyseadenoom wordt groeihormoon autonoom geproduceerd. Het level blijft dan gelijk.
  • MRI hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ziekte van Graves

A

Thyreotoxicose met hyperthyreoïdie

Auto-antistoffen binden aan TSH-receptoren waardoor de schildklier gestimuleerd wordt de hormonen te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Symptomen ziekte van Graves

A
  • diffuus stuma
  • hyperthyreoïdie
  • orbitopathie met proptosis, exophthalmus en ooglidretractie
  • pertibiaal myxoedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Therapie ziekte van Graves

A

Orbitopathie: Prednison, operatie oog
Hyperthyreoidie: thyreostatica, I-131 straling, operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene symptomen hyperthyreoïdie

A
  • Vermoeidheid
  • Gewichtsverlies bij toegenomen eetlust
  • Veranderd ontlastingspatroon (diarree)
  • Tachycardie, gejaagdheid
  • Warmte intolerantie
  • Meer transpireren
  • Tremoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Morbus de Quervain

A

GEEN HYPERTHYREOIDIE. Dit is een subacute ontsteking van de schildklier die vaak na een BLWI voorkomt.

Symptomen:

  • Pijn in de hals die uitstraalt naar oren
  • Koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling hyperthyreoïdie

A

Medicamenteus:

  • B-blokkers (geen sympaticusstimulatie en verminderd omzetting van T4 naar T3) Dit is tegen thyreotoxidose!! Hier kan mee gestart worden door de huisarts zonder dat het diagnose beinvloedt bij internist.
  • Thyreostatica (remmen schildklierhormoonsynthese). Deze middelen worden 1 jaar gegeven, daarna wordt er een proefstop gedaan en in 40 procent van de gevallen is het genezen.

Radioactief jodium I-131
Betastraling richt schade aan. Dit wordt gebruikt bij hyperthyreoïdie, verkleining struma, carcinoom.

Operatie
Bijv ivm kinderwens geen jodium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypothyreoïdie

A
  • Vermoeidheid
  • Koude intolerantie
  • Obstipatie
  • Droge huid (oranje tint), uitvallen haar, brokkelige nagels
  • Oedeem in gelaat
  • Gewichtstoename
  • Psychische klachten
  • Traagheid, langzame spraak
  • Menstruatiestoornissen
  • Bradycardie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

M. Hashimoto

A

Auto-immuunziekte waardoor antistoffen zich tegen TPO richten. Hierdoor ontstaat primaire hypothyreoïdie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gerelateerde ziekte aan M. Hashimoto

A
  • Pernicieuze anemie: vitamine B12 tekort (Intrisic factor is verstoord)
  • Type 1 DM
  • Vitiligo
  • Ziekte van Addison
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling hypothyreoïdie

A

Levothyroxine (T4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gerelateerde ziekte aan ziekte van Graves

A
  • DM type 1

- Ziekte van Addison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zona glomerulosa (bijnierschors)

A

Aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Zona fasciculata (bijnierschors)

A

Cortisol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zona reticularis (bijnierschors)

A

Androgenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Calciumhuishouding

A

PTH is een hormoon dat wordt gemaakt in de bijschildklier. Dit hormoon leidt tot:

  1. Vrijkomen van Ca2+ uit het bot
  2. Vasthouden van Ca2+ afgifte in de nier
  3. Inactief VitD wordt door PTH omgezet in actief VitD in de nier.

VitD zorgt voor opname van Ca2+ uit de voeding in de darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hypergonadotroop hypogonadisme

A

Aandoening van de testes.
LH en FSH zijn hierdoor verhoogd, maar verlaagd serem testosteron.
= primair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hypogonadotroop hypogonadisme

A

Aandoening van de hypofyse of hypothalamus.
LH, FSH en testosteron zijn verlaagd.
= secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Symptomen hypogonadiisme

A

Dit betekent dat het serum testosteron verlaagd is (en hierdoor ook spermaproductie)

Symptomen:

  • seksueel libido
  • erectie dysfunctie
  • orgasme beleving
  • fertiliteit
  • lichaamsbeharing
  • moe
  • verminderde spiermassa
  • osteoporose
  • anemie
  • stemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Diagnostiek hypogondanisme

A

Bloedonderzoek: ‘s ochtends meten van testosteron, LH en FSH. Bovendien kan Sex-Hormone Binding Globulin (SHBG)

Chromosoom onderzoek (Syndroom van Klinefelter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Syndroom van Klinefelter

A

Dit betekent dat de man een extra X chromosoom heeft (47XXY)

Dit is een vorm van hypergondatroop hypogonadisme. Hierdoor raken de tubuli seminiferi ernstig gefibroseerd. In de Leydigcellen wordt de functie geleidelijk minder .

Symptomen:

  • Sociale problemen
  • Weinig borst/baardgroei
  • Gynaectomastie (!)
  • Osteoporose
  • Kleine penis/testes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Ziektes geassocieerd met syndroom van klinefelter

A
  • COPD
  • Mamma carcinoom
  • SLE
  • DM2
  • Varices
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Syndroom van Kallman

A

Secundair hypogonadisme. Dit wordt ook wel dysplasia olfactogenitalis genoemd.

Symptomen:
- ANOSMIE  / HYPOSMIE
- rood-groen kleurenblindheid
- schizis
- agenesie van 1 nier 
- neurosensorisch gehoorverlies 
Het kan voorkomen bij zowel mannen als vrouwen. Xchromosomaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Syndroom van Prader-Willie

A

Secundair hypogondanisme

Symptomen:

  • obesitas
  • onverzadigde eetlust
  • Laag IQ
  • Driftbuien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Gynaecomastie

A

Dit is borstgroei bij mannen.

Oorzaken:

  • Testistumor
  • Pesisterende puberteit
  • Levercirrose (hierdoor wordt er meer androsteendion omgezet in oestradiol)
  • thyreotoxicose (T3/T4 verhoogd SHBG)
  • medicatie (cytostatica, maagzuurremmers, aceremmers)

Behandeling
Oorzaak behandelen en tamoxifen. Dit is een oestrogeenreceptorblokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Symptomen hypercalcemie

A
  • Nierstenen
  • Obstipatie
  • Botpijn/fracturen
  • Psychiatrische- of geheugenstoornissen (vb. wantrouwen)
  • Misselijkheid
  • Polyurie (!!), want ca2+ gaat het effect van ADH tegen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Oorzaken hypercalcemie

A

Meest voorkomend (>90%):

  • Primair PTH overproductie
  • Tertiar PTH overproductie
  • Maligniteit (MAMMA!! of BOTMETASTASEN)

Minder voorkomend (<10%):

  • VitD overschot
  • Genetisch
  • Medicatie (lithium)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hypocalcemie

A
  • Hartritmestoornissen
  • Krampen van spieren
  • Spasme
  • Tintelingen
  • TEKEN VAN TROUSSEAU
  • TEKEN VAN CHOVSTEK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Teken van Trousseau

A

Als bloeddrukmeter wordt opgepompt, verkrampt de hand. Dit is een teken van hypocalcemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Teken van Chovstek

A

Tik tegen de n. facialis voor de oorlel. Er ontstaat dan een twitch van de m. masseter. Dit is een teken van hypocalcemie.

35
Q

Ziekte van Addison

A

Dit is een auto-immuunziekte waarbij de bijnierschors afgebroken wordt. Hierdoor is er geen productie van cortisol, androgenen EN aldosteron.

=TEKORT

36
Q

Symptomen ziekte van Addison

A
  • HYPERPIGMENTATIE (mondslijmvlies en binnenkant handen)
  • ZOUTHONGER
  • Fysieke moeheid
  • Anorexie
  • Misselijkheid
  • Gewichtverlies
  • Orthostatische hypotensie
37
Q

Ziektes geassocieerd met ziekte van Addison

A
Vijftig procent heeft ook 1+ andere autoimmuunziekte. 
- Vitiligo
- M. Hashimoto
- DM1
- M. Graves
- Coeliaki 
Het zijn bijna altijd endocriene ziekte.
38
Q

Diagnostiek ziekte van Addison

A
Labonderzoek: 
Verlaagd:
- Cortisol (vnl 's ochtends), 
- Aldosteron (!!!)
- DHEA. 
Verhoogd: 
- ACTH.

Daarnaast hyponatriemie, hyperkalemie, hypoglycemie

ACTH stimulatie test
ACTH wordt ingespoten en kijken of de niet dan cortisol gaat produceren.

39
Q

Behandeling ziekte van Addison

A

Hydrocortison
Fludrocortison (i.v.m. addisoncrisis)
DHEA

40
Q

Syndroom van Cushing

A

Dit is een KLINISCH BEELD. Overschot aan corticosteroiden.

Symptomen:

  • Rode blos op wangen
  • Volle maan gezicht
  • Buffalo hump
  • Visceraal vet met dunne benen
  • Toenemen beharing
  • Paars striae
41
Q

Ziekte van Cushing

A

Dit is een endogene oorzaak van Cushing symptomen. Het wordt veroorzaakt door een te hoge ACTH spiegel . Dit overschot ACTH wordt geproduceerd door de hypofyse

42
Q

Ziekte van Conn

A

Primair hyperaldosteronisme. Dit betekent dat er een bijnierschorsadenoom is.

43
Q

Primaire hyperaldosteronisme

A
  • Ziekte van Conn (60%)

- Bilaterale hyperplasie van aldosteronproducerende cellen (40%)

44
Q

Symptomen hyperaldosterisme

A
  • Therapie resistente hypertensie
  • Na retentie
  • Hypokalemie
  • Spierzwakte
45
Q

Ziekten geassocieerd met DM1

A
  • Coeliakie

- m. Hashimoto

46
Q

Macrovasculaire complicaties DM

A

Cerebraal: CVA, TIA
Coronair: angina pectoris, acute hartdood, myocardinfact
Perifeer: claudicatio intermittens, diabetische voet

47
Q

Microvasculaire complicaties DM

A

Retinopathie
Neuropathie
Nefropathie

48
Q

Behandeling diabetische voet

A

Infectie: Antibiotica
Doorbloeding: vaatchirurgie
Neuropathie: - (alleen preventie)
Drukplekken: Goed schoeisel (schoenen)

Reguleren DM

49
Q

Kenmerken Keto acidose

A
  1. pH <7.30
  2. Ketonen in de urine
  3. Hyperglycemie
  4. Levensbedreigend
50
Q

Risicofactoren diabetische retinopathie

A
  • Duur van de diabetes
  • Afkomst (negeroide of hindoestaans)
  • Nierfunctiestoornissen
  • Zwangerschap
  • Slechte regulatie
  • Hypertensie
51
Q

Personalized medicine

A

Hierbij wordt gekeken naar wat de patient belangrijk vindt. Bijv, doelen, werkomgeving, tempo

52
Q

Precision medicine

A

Hierbij wordt gekeken naar pathofysiologie van de ziekte en naar welk probleem moet worden aangepakt.
vb. welke middelen moeten worden gekozen? CVD? Kies je voor de pomp of niet voor de pomp?

53
Q

Symptomen Eosinofiele oesofagitis

A
  • Dysfagie
  • Pyrosis (zuur branden)
  • Non cardiac chest pain
54
Q

Geassocieerde ziektenbeelden met eosinofiele oesofagitis

A

Astma
Voedsel allergieen
Allergische rhinitis
Atopische dermatitis

55
Q

Klassieke refluxsymptomen

A
  • Regurgitatie
    Dit betekent dat de maaginhoud merkbaar terugkomt in de slokdarm
  • Pyrosis
    Terugstroom maaginhoud gaat gepaard met pijnlijk of onaangenaam gevoel op de borst
56
Q

Aspecifieke refluxsymptomen

A
  • Misselijkheid
  • Non-cardiac chest pain (NCCP)
  • Maagpijn
  • Hikken
57
Q

Extra oesofagale refluxsymptomen

A

KNO

  • Heesheid
  • Stembandafwijkingen
  • Tanderosie
  • Keelpijn of ontstoken keel
  • Globusgevoel (brok in de keel)

LONG

  • Longontsteking
  • Chronische hoest
  • Nachtelijke benauwdheid
  • Gastric astma

CARDIOLOOG

  • Ritmestoornissen
  • NCCP

Deze klachten komen bij minder dan 10 procent van de patienten voor.

58
Q

Diagnose refluxklachten

A
  1. Anamnese
  2. Proefbehandeling met Protonpompremmers (PPI)
  3. Gastroscopie
  4. 24-uurs slokdarm PH meter
59
Q

Behandeling refluxklachten

A

Niet-medicamenteus

  • Afvallen
  • Niet meer eten voor slapen
  • Met het hoofd wat hoger gaan liggen

Medicamenteus

  • PPI
  • Antacida of sucralfaat (Rennie)
  • H2-remmers
  • GERDOFF
60
Q

Typen reflux

A

Type 1:
Af en toe reflux. Hierbij wordt antacidum geadviseerd (Rennie)

Type 2:
Langere periodes last van reflux: PPI

Type 3:
Continue behandeling nodig: PPI

61
Q

Complicaties reflux

A
  • Barret slijmvlies
  • Oesophagitis
  • Schatski-ring (vernauwing)
  • Stenose
62
Q

Ernstige reflux behandeling

A

Onderhoudsbehandeling:
PPI 1dd. Dit moet een kwartier voor de maaltijd worden ingenomen.

Chirurgisch:
Fundoplicatie. Hierbij wordt de fundus om de slokdarm heen geslagen.

63
Q

Verdedigingsmechanismen reflux

A
  • de LES
  • Intra-abdominale segment van LES
  • Rechtercrus van diafragma (externe sfincter, als druk in abdomen verhoogd door bijv niezen, hoesten dan spant het diafragma aan)
  • Zwaartekracht
  • Peristaltiek van de slokdarm (als er reflux is brengt peristaltiek dit weer terug in de maag)
  • Speeksel (hoog HCOO3-, als zuur dan in de slokdarm komt wordt het gebufferd)
64
Q

Bijwerkingen chirurgische fundoplicatie reflux

A
  • Dysfagie
  • Flatulentie
  • Bloating (onvermogen om te boeren)
65
Q

Toupet-fundoplicatie

A

De fundus wordt om de slokdarm heen gedraaid maar niet helemaal rondom, slechts 270 graden. Deze operatie is minder effectief voor refluxklachten dan de Nissen-fundoplicatie, maar heeft wel minder bijwerkingen.

66
Q

Dor-fundoplicatie

A

Hier wordt de maag niet langs de achterkant gehaald, maar langs de voorkant van de slokdarm. Geen verschil.

67
Q

Acute buik

A

Dit is plotselinge buikpijn waarbij de diagnose nog niet zeker is, maar er met spoed een medische beslissing moet worden genomen.

vb. appendicitis, miltruptuur, geperforeerde ulcus, aneurysmaruptuur, acute pancreasitis

68
Q

Achalsie

A

Aandoening waarbij vast en vloeistof niet kan worden doorgeslikt en vast komt te zitten in de slokdarm door gebrek aan relaxatie van de slokdarm

Criteria:

  • afwezige peristaltiek
  • afwezige LES relaxatie

Oorzaak:
verlies van neuronen in plexus myentericus door auto-immuunziekte

69
Q

Achalasie symptomen

A
  • Reurgitatie van onverteerd voedsel
  • Klachten worden erger bij bukken of liggen
  • VAST EN VLOEIBAAR blijft hangen
  • Thoracale pijn
  • Nachtelijke hoest en aspiratie
  • Gewichtsverlies
70
Q

Diagnostiek achalasie

A
  • Gastroscopie
    Bij achalsie wordt een vergrote diameter en afwijkende slokdarmwand door langdurige stase gezien
  • X-oesofagus met barium oesofagram
  • Manometrie
    Drukmeting in de slokdarm.
71
Q

Indicatie manometrie dysfagie

A
  • Geen afwijkingen gastroscopie
  • pH meter
  • preoperatieve evaluatie voor anti-refluxchirurgie
  • Dysfagie bij bekende achalasie
72
Q

Soorten achalasie

A

Type 1 Klassiek:
Geen LES relaxatie, geen slokdarmperistaltiek

Type 2 Achalasie met drukverhoging in de slokdarm
Geen LES relaxatie, verhoogde druk in slokdarm

Type 3 Spastische achalasie
Geen ontspanning maar spasme van LES, geen peristaltiek

73
Q

Behandeling achalasie

A

Er is geen behandeling voor de afwezig peristaltiek.

LES:
- botox
- medicatie (nitraten en ca2+ blokkers)
- pneumodilatatie 
in 3 sessies wordt met een ballon de LES opgerekt
- Hellerse myotomie

Als iemand ouder is dan 40 jaar is de voorkeursbehandeling pneumodilatatie. Als iemand jonger is dan 40 jaar dan is de voorkeursbehandeling Hellerse myotomie

74
Q

Risicofactoren relapse pneumodilatatie

A
  • Leeftijd <40j
  • Mannelijk geslacht
  • Een dilatatie
  • LES-rustdruk hoger dan 10 mmHg na de behandeling
75
Q

Functies van de lever

A
  1. Synthese en opslag van eiwit, aminozuren, vitaminen en vetten
  2. Detoxificatie
  3. Bloedcirculatie en filtratie
  4. Glucose metabolisme
  5. Productie en uitscheiding van gal
76
Q

PBC

A

Primaire Biliaire Cirrose. Het is een auto-immuunziekte van de lever die de galgangen aantast. Het is een destructieve en niet-supperatieve cholangitis.

Kenmerken:

  • Vrouwen rond 40 jaar
  • Jeuk
  • Vermoeidheid
  • Hyperlipidemie
  • Osteoporose
  • andere auto-immuunziekten

Complicaties:

  • portale hypertensie
  • cirrose
  • hepatocellulaire carcinoom

Diagnose:
AMA, leverfunctiestoornissen (albumine, PT), granulomen (histologisch!!)

Behandeling:

  • Ursodeoxycholzuur. Dit is een vorm van galzuur die beschermend effect heeft op de lever
  • levertransplantatie
77
Q

PSC

A

Primair Scleroserende cholangitis. Dit is een andere aandoening dan PBC, maar wordt vaak samen genoemd. Dit is namelijk een chronische ontsteking van de galwegen.

Risicofactoren:

  • IBD (colitis ulcera)
  • man

Complicaties:

  • Cirrose
  • Maligniteit (CRC, galblaas, cholangitocarcinoom)
  • Secundaire bacteriele cholangitis door obstrucie galwegen

Diagnose:
MRCP of biopt (uienschil)

Behandeling
ERCP
Levertransplantatie

78
Q

Lichamelijk onderzoek cirrose

A
  • Icterus
  • Vergrote milt
  • Krabeffecten door jeuk
  • Spider naevi
  • Ascitis
79
Q

Ligamentum hepatoduodenale

A
  • v. portae (achter)
  • a. hepatica propria (links)
  • ductus choleolus (rechts)

Dr. Alva

80
Q

Risicofactoren galstenen

A
  • Female
  • Forty
  • Fatty
  • Fertile (vruchtbaar, kinderen gekregen)
81
Q

Fissura ani

A

Dit is een beginnend scheurtje in de dermis rond de anus. Er kan ontsteking ontstaan.

Sympt

  • Pijn,
  • Jeuk,
  • Helderrood bloedverlies

Behandeling:
Ontspanning glad spierweefsel van interne anale sfincter.
- Isosorbidenitraat
- Diltiazem
- Botoxinjectie (flatulentie, incontinentie)

82
Q

Hemorroiden

A

Het zijn verzakkingen van de plexus hemorroidalis. Een plexus die anus water- en luchtdicht afsluit

Symptomen:

  • jeuk,
  • slijm bij ontlasting
  • helderrood bloedverlies

Behandeling:

  • Sclerotherapie (trombosering van hemorroiden)
  • Ligatie met rubberen elastiek
83
Q

Perianaal abces en fistel

A

Kleine kliertjes van de linea denta raken verstopt en ontstoken. Dit kan zich uitbreiden tot kringspieren en bekkenbodemspieren.

Symptomen:

  • Pijn
  • Uittocht pus/vocht

Behandeling:
Operatief. Fistel moet worden opgelegd, schoongemaakt en secundair genezen.

NOTE: komt vaak voor bij ZvC.