statistiek Flashcards
populaties
je onderzoekt populaties om een verband aan te kunnen tonen, een verband kan je niet aantonen als je het maar bij 1 iemand toetst
steekproeven
een kleinere groep uit een populatie onderzoeken om iets over de hele populatie te zeggen
argumentatie
is belangrijk om het onderzoek aannemelijk te maken
experimenteel pedagogisch onderzoek
kwam in de eerste helft van de 20e eeuw op gang,
geldigheid van een bewering
hangt af van de toestand van een andere factor of conditie
construct
hetgeen wat je wilt onderzoeken. Dit uitdrukken in getallen vormt de basis voor statistiek
meetfouten
fouten die tijdens het meten kunnen worden gemaakt. toevallige fouten zijn factoren die het resultaat per ongeluk beïnvloeden zoals motivatie, licht
betrouwbaar
wanneer een meting weinig of geen toevallige fouten bevat
correlatie
samenhang van resultaten
aselect trekken van de steekproef
er zijn geen specifieke selectiecriteria gehanteerd in het uitzoeken van de steekproef, zodat iedereen in de populatie evenveel kans heeft om in de steekproef te zitten
significant
de onderzoeksresultaten kunnen met voldoende vertrouwen gegeneraliseerd worden naar de rest van de populatie
p-waarde
de kans dat een resultaat door toeval in de steekproef gevonden wordt, hoe lager die kans, hoe betrouwbaarder het onderzoek
causale relatie
verandering in de ene variabele veroorzaakt een verandering in de andere variabele
experiment
proefpersonen zonder specifieke selectiecriteria worden verdeeld over onderzoeksgroepen die vervolgens aan verschillende omstandigheden worden onderworpen
gemiddelde
alle resultaten bij elkaar opgeteld gedeeld door het aantal resultaten