Statements/observations Flashcards
You eat
Jullie eten
We are eating a sandwich
We eten een boterham
They are men
Ze zijn mannen
It is bread
Het is brood
We are women
We zijn vrouwen
I have water
Ik heb water
They are reading the menu
Ze lezen het menu
It is a menu
Het is een menu
The boys have a sandwich
De jongens hebben een boterham
He has the book
Hij heb het boek
You have a menu
Jullie hebt een menu
You have a newspaper
Jullie hebt een krant
They have a book
Ze hebben het boek
The girl speaks
Het meisje spreekt
I read
Ik lees
The men speak
De mannen spreken
You speak or you read
Je sprekt of je leest
He is a man
Hij es een man
A man or a woman?
Een man of een vrouw?
She is a child
Ze is een kind
He is a boy
Hij is een jongen
A boy is a child
Een jongen is een kind
I am a girl
Ik been een meisje
The man drinks milk
De man drinkt melk
I drink
Ik drink
I eat
Ik eet
I drink the milk
Ik drink de melk
You are a child
Je bent een kind
I am, you are
Ik ben, je bent
He is the child
Hij is het kind
She is a girl
Ze is een meisje
He reads
Hij leest
Meisjes en jongens zijn kinderen
Girls and boys are children
Je spreekt of je leest
You speak or you read
Ik heb groente
I have vegetables
Groente is lekker!
Vegetables are tasty
Ik eet een maaltijd
I eat a meal
het avondeten is vis
the dinner is fish
Ik drink een glas melk
I drink a glass of milk
Ik heb dorst
I am thirsty
Ik heb honger
I am hungry
We hebben honger en dorst
We are hungry and thirsty
Ik eet ontbijt en lees de krant
I eat breakfast and read the newspaper
De jongens eten ontbijt
The boys are eating breakfast
Jullie hebben de pasta and the water
You have the pasta and the water
Pardon, ik heb green bord
Excuse me, I do not have a plate
Het ontbijt is een ei en koffie
Breakfast is an egg and coffee
De man eet de aardbei
the man is eating the strawberry
jullie eten het eten
you eat the food
Ze drinkt een glass wijn
She drinks a glass of wine
I eat a tomato
ik eet een tomaat
Yes, thanks
Ja, bedankt
The cheese is tasty
De kaas is lekker
the girl eats sugar and cheese
het meisje eet suiker en kaas
Children do not drink wine
Kinderen drinken geen wijn
Hi, how is it going
Hoi, hoe gaat het
The dinner is fish
Het avondeten is vis
They are girls
Ze zijn meisjes
Pepper and salt
Peper en zout
No, you are not reading
Nee, jullie lezen niet
Good morning, tea please
Goedemorgen, thee alsjeblieft
He is thirsty
hij heeft dorst