Staatsrecht (wk. 1 T/m 3) Flashcards
Wat is het belang van publiekrecht voor bestuurskundigen
- Welke juridische kaders zijn van belang bij beleidsvorming en uitvoering
- Hoe denken en argumenteren juristen met wie je later moet werken
- Welke rechten hebben burgers ten opzichte van de overheid/staat
- Wat betekend de machtenscheiding bij het bestuurskundige werk.
Staatsrecht
Betreft de manier waarop de inrichting van de staat en het optreden van de overheid zijn georganiseerd, alsmede de belangrijke grondrechten van burgers.
Typische onderwerpen van staatsrecht
- De totstandkoming van wetten en regelingen
- De gebondenheid van de overheid aan wetten en regelingen
- De gebondenheid van de burger aan wetten en regelingen
- De verdeling van bevoegdheden binnen een staat
- De bescherming van burgers tegen het optreden van de staat
- De handhaving van individuele vrijheden van burgers (grondrechten)
Moraal
Het geheel van (morele) normen en waarden dat door een individu, groep, instelling of cultuur als belangrijke richtlijn voor het eigen handelen wordt beschouwd.
Ethiek
De wetenschappelijke of systematische studie van moraal; kritisch nadenken over wat (moreel) goed is om te doen; van oudsher wordt ethiek gezien als een onderdeel van de filosofie.
Wat wordt bedoel met ‘het recht’?
Een systeem van regels waarmee de mens de samenleving ordent; rechtsnormen zijn in principe afdwingbaar.
Materieel recht
Gaat over de inhoud van de regels (verboden, geboden, rechten & plichten, bevoegdheden enz.)
Formeel recht
De procedures om te bepalen welk recht geldt
Objectief recht
De geldende regels zoals die bestaan in de verschillende rechtbronnen
- wetgeving
- internationale verdragen
- gewoonte’s
- jurisprudentie
Subjectief recht
Het recht dat geldt voor een rechtsobject (dragen van rechten en plichten) in een specifieke situatie
Rechtssubject
De drager van rechten & plichten
- een natuurlijke persoon (vlees en bloed)
- een rechtspersoon
Positief recht
Het geldende, geschreven, recht
Rijkswetten
Wetten die van toepassing zijn op het gehele koninkrijk der Nederlanden
Rechtspositie
Het geheel aan rechten & plichten waaraan je verbonden bent
Wat zijn de 3 (4) kenmerken van een staat
- Grondgebied (kent grenzen)
- Gemeenschap (die zich met elkaar verbonden voelt)
- Gezag (er moet een vorm van openbaar gezag/bestuur zijn)
(4). Erkenning door andere staten
Soevereiniteit van staten
- Iedere staat heeft het recht om het gezag binnen zijn staat uit te voeren
- Andere staten mogen zich niet bemoeien met binnenlandse aangelegenheden en moeten zich onthouden van agressie tegen andere soevereine staten.
4 hoofdlijnen van het staatsrecht
- Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden
- Handhaving individuele vrijheden van de burger
- Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid
- Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Is een staatsregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge verhoudingen in het koninkrijk en de samenwerking
7 rechtsgevolgen van het Nederlanderschap
- Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en hier vrij verblijven. Dit is nergens in de wet vastgelegd maar historisch zo gegroeid. Nederlanders zijn altijd in Nederland toegelaten en worden hier nooit uitgezet.
- Het Nederlandse wetboek van strafrecht is ook (grotendeels) van toepassing op Nederlanders die buiten het territorium van het koninkrijk bepaalde misdrijven begaan (art. 5 Sr). Deze wet heeft, zoals dat heet, exterritoriale werking.
- De Nederlander die in het buitenland gevangen wordt genomen wordt, geniet diplomatieke bescherming, dat wil zeggen dat vertegenwoordigers van Nederland zich ervoor zullen inzetten dat hij door de buitenlandse staat goed wordt behandeld. Zij kunnen ook proberen te bewerkstelligen dat Nederlanders hun straf in Nederland mogen uitzitten.
- Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd (overgedragen om berecht te worden), als niet zeker is dat zij hun veroordeling hun straf mogen uitzitten in Nederland (art. 4 uitleveringswet).
- Art. 4 Grondwet geeft Nederlanders het recht om onder andere de leden van de tweede kamer, de volksvertegenwoordiging, te kiezen (actief kiesrecht). Ook kunnen Nederlanders zelf gekozen worden als kamerlid (passief kiesrecht).
- Sommige openbare functies kunnen alleen door Nederlanders worden vervuld. Dit geldt bijvoorbeeld voor de functie van burgermeester (art. 63 Gemeentewet) en die van rechter (art. 4 Wet rechtspositie rechtelijke ambtenaren), almede in principe voor het vervullen van een vertrouwensfunctie als ambtenaar (art. 125e Ambtenarenwet).
- Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen zoals bijstand, kinderbijslag en huurtoeslag.
- Een vreemdeling heeft de eerste zes rechten. De zevende krijgt hij/zij alleen als hij rechtmatig in Nederland verblijft.
- Ook vreemdelingen/ ongedocumenteerden zonder geldige verblijfstitel behoren tot de gemeenschap van de staat
Hoe wordt je Nederlander
- van rechtswege het Nederlandschap; als vader en/of moeder Nederlands is.
- derde generatie migranten
- optieverklaring; 2e generatie migranten of drie jaar gehuwd met Nederlander
- neutralisatie; na 5 jaar verblijfsvergunning, geen straf blad en slagen voor het inburgeringsexamen
Visum
Benodigd voor een bezoek korter dan 3 maanden vanuit buiten de EU
Verblijfsvergunning (regulier)
Machtiging voor voorlopig verblijf moet voor inreizen worden aangevraagd. Na inreizen kan reguliere vergunning aangevraagd worden.
Verblijfsvergunning (asiel)
Kan worden aangevraagd bij aanmeldcentrum
Welke staatsvormen zijn er?
- Bondsstaat/ federatie; VS, Duitsland
- Eenheidsstaat; Frankrijk
- Gedecentraliseerde eenheidsstaat; Nederland
- Statenbond; koninkrijk der Nederlanden (Aruba enz.)
Bondsstaat/ federatie
- Deelstaten dragen deel van hun soevereiniteit over aan centraal gezag
- Centraal gezag; federaal bestuur/ gezag
- Bevoegdheidsverdeling vastgelegd in constitutie
- voorb; VS, Duitsland, België
Eenheidsstaat
- Centraal gezag met onzelfstandige delen
- Hoogste gezag alleen bij centraal gezag
- voorbeeld; Frankrijk
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
- Centrale overheid draagt deel van bevoegdheden af aan lagere, decentrale, overheidsorganen.
- voorbeeld; Nederland
Democratische rechtsstaat
In een democratische rechtsstaat hebben burgers invloed op de overheid en is ook de overheid aan regels gebonden.