Staatrecht Flashcards

1
Q

Wat is staatsrecht?

A

De inrichting van de staat en het optreden van de overheid. De spreiding van macht over de verschillende overheidsorganen en de bevoegdheden daarvan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het nut van veiligheidsdoelstellingen?

A

Ze zorgen voor een veiligere samenleving:

  • dienen algemeen belang
  • bevorderen leefbaarheid, openbare orde en veiligheid.
  • voorkomen rampen, crises
  • afdwingen veilige werkomgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten wetten

A
  • Wetten in formele zin: gemaakt door centrale wetgever
  • AMvB: gemaakt door regering
  • Ministeriële regelingen: gemaakt door minister of staatssecretaris, details en voor veiligheidskundige!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Attributie

A

Het schapen van een niet-bestaande bevoegdheid en deze toekennen aan een overheidsorgaan. Het orgaan wat de bevoegdheid ontvangt, krijgt ook de verantwoordelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Delegatie

A

Het overdragen van een bestaande bevoegdheid aan een overheidsorgaan. De verantwoording wordt overgedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De zes stappen om een nieuwe formele wet te maken

A
  • Interne voorbereiding: ambtenaren van het departement bereiden wet voor
  • Ministerraad: ministers overleggen en geven advies
  • Raad van State: kijkt vooral naar juridisch-technische gronden.
  • Tweede Kamer: eerst tweede kamer commissie, dan algemene beraadslagingen en recht van amendement en stemmen.
  • Eerste Kamer: alles-of-niets-recht. wel of niet door.
  • Koning en minister tekenen en plaatsing in Staatsblad.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Grondwetwijziging

A

Eerst de eerste lezing en dan de tweede lezing.
Ontbinding van de tweede kamer en nieuwe verkiezingen. Dan opnieuw behandeling in de tweede kamer en 2/3 moet voor zijn. Vaak gebeurt zo’n wijziging net voor de verkiezingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorrangsregels

A

Verdrag - Grondwet - wet in formele zin - AMvB’s - ministeriële regelingen - provinciale verordeningen - gemeentelijke verordeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Twee soorten normen bij een verdrag

A
  • Self-executing: geldt direct en is voor de burgers bedoelt.
  • Instructienormen: is bedoelt voor de regering en heeft de opdracht dat een bepaalde regel binnen een bepaalde tijd in de wet moet zijn opgenomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verbod van constitutionele toetsing

A

Rechter mag niet kijken of een wet in formele zin in strijd is met de grondwet. De Kamerleden hebben in principe al trouw gezworen aan de grondwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly