spreekwoorden Flashcards
1
Q
Een blinke vink zijn
A
iemand zijn die stiekem afluistert.
2
Q
zich blind staren op iets.
A
Te veel naar één eigenschap kijken.
3
Q
in het duister tasten
A
er niets op weten; geen aanknopingspunten hebben.
4
Q
de tanden laten zien.
A
laten merken dat je niet bang bent.
5
Q
naar meer smaken
A
er nog van willen hebben
6
Q
horen, zien en zwijgen
A
wel waarnemen, maar er verder niks van zeggen.
7
Q
het oor strelen
A
aangenaam klinken
8
Q
nattigheid voelen
A
merken dat er iets niet klopt
9
Q
de stal ruiken
A
merken dat je bijna thuis bent en zich daardoor haasten