SPQR Latijn Tekst 2 Flashcards
1
Q
esse
A
zijn
2
Q
custodire
A
bewaken
3
Q
subito
A
plotseling
4
Q
accedere
A
gaan naar, naderen
5
Q
haud
A
helemaal niet
6
Q
prabēre
A
aanbieden
7
Q
sic
A
zo
8
Q
bibere
A
drinken
9
Q
cogitare
A
nadenken
10
Q
deus
A
god
11
Q
nam
A
want
12
Q
uxor, uxores
A
echtgenote
13
Q
tradere
A
overhandigen
14
Q
dicere
A
zeggen
15
Q
favēre
A
steun geven aan