Spieren Gelaat Flashcards

1
Q

Wat is de oorsprong van de kinspier

A

De onderkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke spier trekt de bovenlip schuin omhoog

A

De grote jukbeenspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke spier ontspringt aan de onderste oogkasrand

A

De bovenlipheffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke spieren zijn gevestigd aan het slaapbeen

A

De borstbeensleutelbeentepelspier en de tweebuikige kaakspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke spier ontspringt in de neusooghoek

A

De oogkringspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke spier is bevestigd aan de jukboog

A

De wangkauwspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke spieren zijn aangehecht aan de huid in de omgeving van de wenkbrauwen

A

De slanke neusspier en de voorhoofdsspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke spieren zijn aangehecht aan de onderkaak

A

De wangkauwspier en de slaapkauwspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar bevindt zich de oorsprong van de trompetspier

A

Aan de bovenkaak en aan de onderkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is ge grote jukbeenspier aangehecht

A

Aan de mondhoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verlopen de kraaienpootjes

A

Loodrecht over het verloop van de spiervezels van de oogkringspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke spier is bevestigd aan een uitsteeksel van het slaapbeen

A

Borstbeensleutelbeentepelspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de vorm van de borstbeensleutelbeentepelspier

A

Tweehoofdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke spieren zijn d.m.v een pees met elkaar verbonden

A

Achterhoofdspier en de voorhoofdsspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke spier is een antogonist van de slaapkauwspier

A

Tweebuikige kaakspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke zenuw verzorgt de kaaksluiters

A

Drielingzenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke spieren zijn de kaaksluiters

A

Wangkauwspier en de slaapkauwspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de oorsprong van de mondhoekomlaagtrekker

A

De rand van de onderkaak bij het kingedeelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke spier is bevestigd aan het slaapbeen

A

Borstbeensleutelbeentepelspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de aanhechting van de voorhoofdsspier

A

De huid boven de wenkbrauwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Van welke spier zijn de spiervezels dikwijls vergroeid met de wanghuid

A

De lachspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke spier is het diepst gelegen

A

De mondhoekheffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke spieren zijn aangehecht aan de neuslippenplooi

A
  • de bovenlipheffer
  • de bovenlip- en neusvleugelheffer
  • de kleine jukbeenspier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke spieren hebben een aan elkaar tegenovergestelde werking

A

De Achterhoofdspier en de voorhoofdsspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke spier is een antagonist van de slaap- en wangkauwspier

A

De tweebuikige kaakspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke spieren zijn aangehecht in de omgeving van de mondhoek

A
  • de grote jukbeenspier
  • de lachspier
  • mondhoekomlaagtrekker
  • mondhoekheffer
  • trompetspier
  • mondkringspier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de oorsprong van de mondhoekheffer

A

De bovenkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke spier ontspringt aan het voorhoofdsbeen

A

De voorhoofdsspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Waar bevinden zich de aanhechting van de wangkauwspieren

A

Onderkaak

30
Q

Welke spier sluit de lippen

A

Mondkringspier

31
Q

Wat is een antagonist van de voorhoofdsspier

A

De Achterhoofdspier

32
Q

De mimische spieren worden geprikkeld door impulsen, die afkomstig zijn van een hersenzenuw. Waar treedt deze zenuw vanuit de diepte in de gellatshuid

A

In de omgeving van het oor

33
Q

Welke spier fronst de wenkbrauwen

A

De wenkbrauwrimpelaar

34
Q

Welke oefeningen zijn er op gericht de mimische spieren te trainen zonder rimpels te veroorzaken

A

Isometrische spieroefeningen

35
Q

Welke spieren zijn synergisten

A

De bovenlipheffer en de kleine jukbeenspier

36
Q

Waar bevindt zich de oorsprong van de Achterhoofdspier

A

Aan het achterhoofdsbeen

37
Q

Welke spier is aangehecht aan de huid tussen de wenkbrauwen

A

De slanke neusspier

38
Q

Welke spier trekt het schedelpeesblad naar voren

A

Voorhoofdsspier

39
Q

Wat is de werking van de lachspier

A

Zijwaarts bewegen van de mondhoek

40
Q

Wat is de oorsprong van de lachspier

A

De fascie ( bindweefselomhulling) van de wangkauwspier

41
Q

Welke spier is aangehecht aan de huid tussen de wenkbrauwen

A

De slanke neusspier

42
Q

Waar bevindt zich de aanhechting van de kleine jukbeenspier

A

Aan de neuslippenplooi

43
Q

Welke spier veroorzaakt bij het ouder worden verticale rimpels op de bovenlip

A

De mondkringspier

44
Q

Wat is de werking van de grote jukbeenspier

A

Zijwaarts omhoog bewegen van de mondhoek

45
Q

Welke zenuw verzorgt de wangkauwspier

A

De 5e hersenzenuw ( Drielingzenuw)

46
Q

Welke spieren in het halsgebied zijn skeletspieren

A

De borstbeensleutelbeentepelspier en de tweebuikige onderkaakspier

47
Q

Welke spier speelt als hulpspier een rol bij de ademhaling

A

De borstbeensleutelbeentepelspier

48
Q

Welke spieren vormen samen een 3 hoofdige spier

A
  • de bovenlipheffer
  • de kleine jukbeenspier
  • de bovenlip- en neusvleugelheffer
49
Q

Welke spieren zijn bevestigd aan de onderkaak

A

De slaapkauwspier en de tweebuikige kaakspier

50
Q

Welke spier is bevestigd aan de jukboog

A

De wangkauwspier

51
Q

Welke spier is aan het schedelpeesblad bevestigd

A

De voorhoofdsspier

52
Q

Welke spieren verwijden de neusgaten

A

De bovenlip- neusvleugelheffer en de neusspier

53
Q

Wat zijn de skeletspieren

A
  • wangkauwspier
  • slaapkauwspier
  • borstbeensleutelbeentepelspier
  • tweebuikige kaakspier
54
Q

Van welke zenuw komt de innervatie van de mimische spieren

A

De aangezichtszenuw

55
Q

Wat is de Latijnse naam voor de aangezichtszenuw

A

Nervus facialis

56
Q

Wat is een andere naam voor de 7e hersenzenuw

A

Aangezichtszenuw

57
Q

Waar komt de innervatie vanuit bij de skeletspieren

A

Vanuit de Drielingzenuw

58
Q

Wat is de Latijnse naam voor de Drielingzenuw

A

Nervus trigeminus

59
Q

Andere naam voor de 5e hersenzenuw

A

Drielingzenuw

60
Q

Wat veroorzaakt de 7e hersenzenuw

A

Aangezichtsverlamming

61
Q

Wat zijn de oppervlakkig gelegen halsspieren

A
  • brede halsspier

- borstbeensleutelbeentepelspier

62
Q

Wat zijn de diep gelegen halsspieren

A

Scheve halsspieren

63
Q

Wat is de uittredingsplaats van de 7e hersenzenuw

A

Voor het oor, onder de oorspeekselklier

64
Q

Waar zitten openingen voor de 5e hersenzenuw

A
  • voorhoofdsbeen
  • bovenkaak
  • onderkaak
65
Q

Wat veroorzaakt de 5e hersenzenuw

A

Aangezichtspijn

66
Q

Waar bevinden zich de uittredingsplaatsen voor de gevoelszintuigen

A

In het middendeel van de aangezichtsschedel

67
Q

Wat is de oorsprong van de voorhoofdsspier

A

Schedelpeesblad

68
Q

Welke spier vormt een huidplooi dwars over de neusrug

A

Slanke neusspier

69
Q

Wat is de werking van de Achterhoofdspier

A

Naar achteren trekken van de schedelpeesblad en schedelhuid

70
Q

Wat is de oorsprong van de oogkringspier

A

Binnenoogkasrand en bindweefselbanden in de neusooghoek

71
Q

Elke spier trekt de wenkbrauwen omlaag en naar elkaar toe

A

Wenkbrauwrimpelaar

72
Q

Welke spieren zijn aangehecht aan de onderkaak

A
  • de slaapkauwspier

- de wangkauwspier