Herhaling Eerste Deel Flashcards
3 soorten manuele massages
- medische massage
- cosmetische massage
- sportmassage
Wat zijn de primaire invloeden of directe effecten van massage
- door middel van mechanische prikkels
Effecten: - prikkeling van de sensibele zenuwuiteinden
- afschildering van de dode opperhuidcellen
- warmte ontwikkeling door wrijving
- losmaken talgophopingen en betere verdeling van talg over huid
- verbeteren van de afvoer van aderlijk bloed en lymfe
- afvoeren van teveel vocht uit de weefsel
- toniseren van spieren
- stimulering celdeling
- training bindweefselvezels
Noem 4 soorten indirecte effecten
- reflectorisch
- biologisch
- psychisch
- humoraal
Effecten reflectorische invloeden
- verbeterde doorlaatbaarheid van de vaatwanden
- verbeterde uitwisseling via celwanden
- ontspanning van verkrampte spieren
- tonisering van verkrampte spieren
- prikkeling van glad spierweefsel ( nieren enz)
Noem 2 weefselhormonen
- acetylcholine
- histamine
Wat doet achetylcholine
- geeft egale roodheid
Effecten Intermitterend drukken
- mechanisch: verbeterde afvoer van bloed en lymfe
- reflectorisch : ontspannen van spieren
- psychologisch : algehele ontspannen
Voor spieren en bloed en lymfevaten
Niet voor gezicht
Effecten effleurage
- lengte : ontspannend, bevorderen afvoer bloed en lymfe
- krachtig: hyperemie
- stevig : afstoting verhoorde huidcellen
- dwars : histamine
Effecten petrissages
- krachtig rustig: dehydraterend
- krachtig dwars : toniserend, hyperemie
- krachtig snel: afbraak vet
- rustig lengte : ontspannend
Effecten fricties
- krachtig, cirkelvormig: Doorbloedend ,myogelosen
- krachtig dwars: stimulerend
- luchtig gezicht: mobilisatie van zenuwen
Effecten huidverschuivingen
Doorbloedend en ontspannend
- oppervlakkig, op gezicht verboden
Effecten schudden
- Huid en spieren losser maken
- Ontspannend
Perifeer
Aan of naar de omtrek of uiteinden
Caudaal
Aan of naar de kant van de staart ( naar voet)
Craniaal
Aan of naar de kant van de schedel
Distractie
Verwijdert van midden ( naar uiteinde arm of been)
Proximaal
Aan de kant of in de richting van het centrum
Mediaal
Naar het midden
Lateraal
Opzij, van middellijn af
Ventraal
Aan of naar buik gelegen - anterior
Dorsaal
Aan of naar rug gelegen ( posterior)
Plantair
Voetzool
Palmair
Handpalm
Hielen op de grond =
Dorsaal flexie
Op de tenen staan =
Plantair flexie
Strekspieren =
Extensoren
Handpalm naar boven is
Suplinatie
Wat is spierinnervatie
Prikkelen van spieren waardoor een spier samentrekt ( contraheerd)
Spiercontractie=
Samentrekken van zenuwen
komt door prikkeling
Natuurlijke prikkel voor spiercontractie is
Zenuwprikkel / impuls
Wat laat een spier contraheren
Een prikkeling van ren zenuw
Wat gebeurt er als een spier contraheerd
Trekt de spier samen
Wat is innerveren
Prikkelen van spieren waardoor de spier samentrekt
Tonus =
Spanningsgraad van spier in rust
Hypotonisch =
Verslapte spieren ( tonus is laag, spier verslapt)
Hypertonisch =
Verkrampte spieren ( tonus is hoog, spier is hard)
Isometrie=
Spanning van de spier is verhoogd zonder dat de stand van de spier veranderd ( geen beweging) zware tas
Noem een rol/ draai gewricht
Atlas/ draaier ( nee schudden) eenassig
Wat voor gewricht zit tussen atlas/ achterhoofdsbeen?
Ei gewricht ( ja knikken) tweeassig
Wat is een pees?
Een onbeweeglijke verbinding tussen spieren en het skelet ( is vast bindweefsel)
Vezels van sharpey =
Overgang van bindweefsel naar weefsel
Meerhoofdige spieren hebben
Meerdere oorsprong plaatsen
Wat voor spieren hebben meerdere aanhechtings plaatsen
Meer pezige pezen
Wat voor spier heeft 1 spier buik
Eenbuikige spier
Wat is een agonist?
Hoofdbeweger
Wat zijn mono articulaire spieren
Spieren die over 1 gewricht verloopt
= kauwspier
Hoe noem je een spier die over meer dan 1 gewricht kan bewegen en meerdere gewrichten maken?
Bi- articulaire spieren
Naar buiten draaien =
Exoroteren
Endoroteren =
Naar binnen draaien
Naar binnen draaien =
Endoroteren
Strekken =
Exenseren
Buigen =
Flexeren
Naar binnen braaien van hand of voet
Proneren
Naar buiten draaien van hand of voet ( schooien) =
Suplineren
Ronddraaien =
Circumduceren
Belangrijke energieleverende stoffen =
Koolhydraten
Glucose =
Transportsuiker
Glucogeen =
Opslag suiker
Hoe gebeurt er bij de spijsvertering
Koolhydraten worden uit voedsel afgebroken tot glucose
- via dunnen darm
- gaat glucose in bloed
- via poortader
- naar lever
Opslagplaats voor glucogeen=
Leve en spieren
Hoe komt de omzetting van glucose naar glucogeen tot stand
Onder invloed van hormonen
- glucose naar glucogeen = insuline
- glucogeen naar glucose = adrenaline en glucogon
Welke hormonen komen van de alvleesklier
Insuline en glucogon
Welke hormonen zijn afkomstig uit de bijnieren
Adrenaline
Insuline =
Een hormoon
- Verlaagt glucose gehalte in bloed
Aeroob=
Verbranding met zuurstof bij normale spierbelasting
Hoe noem je een verbranding zonder zuurstof
Anaeroob proces
Myogelosen =
Plaatselijke spierverharding
Anaeroob proces
Hoe werkt een anaeroob proces
Spiercellen halen op een andere manier energie uit glucose
Afvalstof Is melkzuur ( myogelosen)
Hydratant / humectant =
Vochtregulerend
Hydrofiel =
Watervriendelijk ( laat zich makkelijk met water mengen)
Oliën , vetten, en andere vetachtige stoffen die in vergelijking tot andere oliën en vetten een grotere bindingsreiniging met water hebben
Lipofiel=
Vetvriendelijk
Lipofoob=
Vetafstotend
Hygroscopisch=
Wateraantrekkend
Hydrofoob=
Waterafstotend
Welke stoffen kunnen door de barrière van de huid
- algen
- vitamine
- etherische oliën
- hormooncreme
Wat verbeterd de Lipofiele eigenschappen
Slijmstoffen verbeteren de lipofiele eigenschappen
Oplossing =
Moleculair fijne verdeling van een stof in oplosmiddel
Noem een aantal voorbeelden van oplossingen
- suiker / zout in water
- tonic of lotion
- gezichtswater
Oplossing is altijd helder
Diffunderen=
Gelijkmakig vermengen van opgeloste stoffen onder elkaar
Noem een voorbeeld van diffunderen
Een crème
Element=
Enkelvoudige stof
Niet meer in andere stoffen te splitsen
Atoom -=
Kleinste deeltje van een elemant
Molecuul=
Kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen heeft van de stof
Voorbeeld:
Water = 2 elementen water + 1 element zuurstof
Emulsie=
Mengsel van 2 stoffen die van nature niet in elkaar oplosbaar zijn
> emulgator nodig
Emulgator=
Een stof die een emulsie altijd nodig heeft om een stof bij elkaar te houden
Olie vermengt zich niet met water- emulgator nodig
Emulgatoren =
- lannettewas ( plantaardig, meestal kokosnoot)
- lecithine ( eigeel, sojaboon)
- cholesterol ( natuurlijk, menselijk lichaam, eten
Wat is een w/o emulsie
Water in olie emulsie
Beetje water in olie
- voelt vet aan
- moeilijk te verwijderen met water
Noem een voorbeeld van een w/o emulsie
- badolie
- vette crème
- meeste nachtcrème
Wat is een o/w emulsie
Olie in water emulsie
Beetje olie in water
Voelt waterig aan, laat zich goed met water mengen
Noem een voorbeeld van een w/o emulsie
- reinigingsmilk
- bodymilk
- meeste crèmes
Wat is een colloïdale emulsie?
Een gelei achtige emulsie, vermengt met een gelvormer
Zuigt vocht op zodat hij in water zwelt
Voorbeeld van een colloïdale emulsie?
- Haargel
- gelmaskers
Grondvormen waarin cosmetische producten kunnen voorkomen zijn:
- oplossingen ( lotions en tonics)
- w/o emulsies ( vette crèmes bijv coldcreme)
- o/w emulsie ( milks en droge crèmes )
- watervrije crème ( meeste reinigende crèmes en massage crèmes)
- colloïdale emulsie ( geleimaskers en andere geleiachtige producten zoals handgeleien)
- pasta’s , vetten, oliën vermengd met vaste korrelachtige deeltjes ( bijv tandpasta)
Wat zijn mengemulsies
W/o/w of w/ emulsies Hydrofiele olie (w/o/w )
Wat is een suspensie?
Een vloeistof met onopgeloste deeltjes vaste stof
Voorbeeld van een suspensie?
- Groene klei in water
- cacao in chocolademelk
Aerosol=
Kleine stofdeeltjes of vloeistof druppeltjes opgelost in gas
- wolken / mist
- rook/ roet
- spuitbussen / putjes astma
Noem voorbeelden van echte vetten
Plantaardige vetten: cacaoboter, kokosboter
Plantaardige oliën: wonderolie, olijfolie, amandelolie, kiemolie, advocadoolie
Dierlijk vet: rundvet, varkensvet, wolvet
Dierlijke oliën: wolraatolie, eierolie, levertraan
Wat zijn voordelen van lanoline
- komt veel overeen met menselijk talg
- minder snel ranzig, verkleurt niet snel
- goed emulgerend karakter
Wat is lanoline
Een emulsie van wolvet + 25% water
Waaruit bestaan echte vetten
- vetzuren
- vetalcoholen
- ester
Ester =
Een verbinding van een vetzuur met een vetalcohol
Ontstaat als een deel vetzuur zich verbindt met een deel vetalcohol
Waaruit bestaat huidtalg
- vetalcoholen : ergosterol , cholesterol
- vetzuren : oliezuur, palmitinezuur, stearinezuur
- onderling gevormde esters
Wat is squaleen
Een in dierlijke en plantaardige vetten voorkomende ester
Levertraan van vissen
Olijfolie, zonnebloemolie, sojaboon olie
Wat is de werking van squaleen?
Zuiverende, ontgiftende werking.
Bevordert opname vitamine a
Wat zijn lupiden
Vetachtige stoffen die in levende organisme voorkomen
Wat zijn minerale vetten
Vetten uit de aardbodem
- paraffine ( maskers en pakkingen)
- vaseline
- glycerol ( kan ook synthetisch zijn) ( handproducten: legt laagje op huid. Eind product spijsvertering )
Nadeel minerale vetten:
- lichaamsvreemd ( laten laagje achter)
Voordeel mineraal vet?
Belangrijke reinigende eigenschappen - vermengen makkelijk met vet en vuil
Waar voor gebruik je paraffine
Als vochtmasker - vochtarme huid
Sluit huid af - ontstaat zweet - bovenste huidlagen verweekt
- voorbehandeling bij verwijderen comedonen
- warmte behandeling algehele ontvettingskuur
- gezicht: gezuiverde paraffine met smeltpunt van 40 graden
Waarvoor dienen vetten in emulsies ?
- vormgever ( geven stevigheid aan bijv een crème)
- aanvulling van vet op huidoppervlak
- oplosmiddel voor werkstoffen
- reinigend middel
- biologisch actieve stof
Welke stoffen zijn rijk aan biologisch actieve stoffen?
Plantaardig oliën : tarwekiemolie, maiskiemolie
Dierlijke oliën : levertraan, schildpadolie, nertsolie
Wanneer gebruik je een lysing?
- dunne gevoelige huid
- ( actieve) acne
- rimpels
- gestimuleerde huid ( rood)
Hoe werkt diathermie
Dmv naadje die in haarzakje geschoven wordt, wordt er o.i.v Hf wisselstroom warmte gegeven waardoor de eiwit structuur in het haarzakje gaat stollen
Hoe werkt de blend methode?
Via naaldje wordt er tegelijk Hf wisselstroom en gelijkstroom gegeven
Gelijkstroom zorgt voor electrolyse ( ontleden)
Hf versneld dit proces
Gelijkstroom veroorzaakt hele sterke base (loog)
Wisselstroom veroorzaakt warmte
De loog werkt oplossend op de keratine in de haarfollikel
Hoe werkt laser ontharing
D.m.v geconcentreerde lichtbundel aan stralen gaan via het pigment van het haar de straling in de haarfollikel
Pigment wordt verhit ➡️ haarwortel vernietigd
Verschil tussen laser en ipl
Ipl werkt met verschillende golflengten en is minder pijnlijk en schadelijk dan laser