Speeches

Question 1

Welke structuur hanteren speeches?

Answer 1

Exordium, Narratio, Divisio/propositio, Argumentatio en Peroratio

Question 2

Wat is exordium?

Answer 2

Beginstuk, vooral ethos. Het gebruiken van attentum, docilem en benevolum.

Question 3

Wat is Narratio?

Answer 3

Beginstuk, vooral ethos. Setting the stage. Gebeurt vaak in verleden tijd.

Question 4

Wat is Divisio/propositio?

Answer 4

Kern, vooral logos. Punten waarover de spreker een standpunt over wilt innemen wordt belicht.

Question 5

Wat is Argumentatio?

Answer 5

Kern, vooral logos. Het geven van argumenten en tegenargumenten.

Question 6

Wat is Peroratio?

Answer 6

Eindstuk, vooral pathos. Het doel van de speech wordt herhaald (resumé), gevoelens worden bespeeld en het publiek wordt aangezet om te veranderen.

Question 7

Welke twee stijlfiguren zijn er?

Answer 7

Topen en schema’s

Question 8

Wat zijn topen?

Answer 8

Beeldspraak gericht op inhoud

Question 9

Wat zijn schema’s

Answer 9

Variatie in vorm met effect

Question 10

Welke 4 stijldeugden zijn er?

Answer 10

Correctheid, helderheid, verfaaiing en gepastheid

Question 11

Wat zijn presupposities?

Answer 11

is iets dat men vooraf als mogelijk of vaststaand aanneemt, een aan een propositie verbonden impliciete aanname of een hiermee verbandhoudend vaststaand objectief feit.

Question 12

Wat zijn pronomina?

Answer 12

een voornaamwoord

Question 13

Wat zijn speech acts?

Answer 13

een taalhandeling

Question 14

Wat zijn de veel voorkomende stijlfiguren?

Answer 14

Herhaling en parallelisme.
Drieslag.
Enumeratio; opsomming
Inclusief.
Directe aanspreking.
Concretisering; citaten/anekdotes.
Tegenstelling.