Sostantivi Flashcards
(Adoratore) di qualcuno
Ammiratore
Aanbidder Stille aanbidder To like someone very much Iemand aanbidden Iemand Op handen dragen Weglopen met iemand ... Iemand Op een voetstuk plaatsen
Al lavoro!
Aan de slag!!
Aan de slag te zijn (inf) : essere al lavoro
Aan de slag te gaan (inf) : iniziare o riprendere un lavoro
C’ e’ mancato un pelo!! (Pericolo)
Per un pelo (di tempo)
Het was kielekiele!!
Op het nippertje
Offerta (commerciale)
Aanbieding
In de reclame (cibo)
Uitverkoop (vestiti…) : svendita
Op: op (affrettarsi poiche’ finisce presto)
Il fidanzato
De aanstande
De verloofde (piu’ formale)
Zich verloven
De verloving
Una Farsa , presa in giro
Una Fiasco
Een aanfluiting
Een enorm fiasco
De wedstrijd was een aanfluiting en hij is terecht uitgefloten
Respiro, fiato
Col fiato sospeso Riprendere fiato Rimanere senza fiato Leggere tutto d un fiato Esalare l ultimo resp
Met ingehouden adem Hoe lang kan jij je adem inhouden? Ik moet even op adem komen. Je raakt snel buiten adem In een adem uitlezen Tante Bep heeft haar laatste afem uigeblazen Ademen Adem.halen : respirare
Il sospetto
La persona sospettata
De achterdocht
De verdachte
Patata
Un tipo noioso
Parlare pomposamente (lo snob)
Aardappel
Een Saaie aardappel
Met een hete aardappel in de mond praten : bekakt praten
De kakker
Scimmia
Daar komt de aap uit de meeuw
Brutale/lelijk aap
Mensaap
Na-apen
Terremoto
Ci sono state molte vittime durante il terremoto
Aardbeving
Tijdens de aardbeving zijn Er veel slachtoffers gevallen.
Consiglio Chiedere Dare Ottenere/ricevere Consigliere
Advies Om advies vragen Advies geven Advies INwinnen Adviseur, raadgever
Tatuaggio sul fondo schiena
Het Aars.gewei
Roer.ei
Respiro
Adem / ademhalen
Je Adem ingouden
In een adem uitlezen
Ik voel zijn hete adem in mijn nek.
Hij haalde zo langzaam adem dat ik dacht dat hij dood was.
Consiglio
Advies Vragen op Inwinnen Geven Adviseur / raadgever Kan ik jou bellen voor advies?
Un appuntamento (di coppia)
Het afspraakje
Salutarsi con un addio
Salutarsi
Ze
nemen afscheid
Van elkaar. ||
Elkaar goeddag zeggen.
Telecomando = comando a distanz
I comandi/ il servizio
Io seleziono manualmente il canale
Il servizio qui e’ davvero scadente.
Afstand.bediening
Ik kies handmatig de kanaal.
De bediening hier is waardeloos.
Anomalia, difetto, aberrazione
De afwijking
Een aangeboren afwijking
L ultimo bicchierino
La bevutina prima di andare a letto
Postumi della sbornia
Afzakkertje Nemen of doen
Afzakken = scivolare, scendere , passare
Ik heb een enorme kater
Drankje = neut
Bicchierino (prima di)
Cicchetto
Postumi della sbronza
Afzakkertje
Neut
Kater
Un puccolo bisticcio
Un piccolo incidente
Essere ai ferri corti con qq
Een akkefietje
Met iemand
In de clinch (corpo a corpo)
/ overhoop
Liggen
Straniero
Allochtoon - allochtonen Buitenlander Westerse allochtoon Aziel.zoeker Vluchteling Vreemdeling (forestiero, estraneo)