Socialisatie: hoe werkt dat en waarom? Flashcards
Socialisatie
Levenslang, geleidelijk en continu proces waarbij iemand waarden, normen, vaardigheden en andere cultuurkenmerken van een groep leert en eigen maakt. Een voorwaarde voor integratie in een samenleving en individueel afhankelijk.
Primaire socialisatie
Socialisatie die plaatsvindt binnen primaire groep. De socialisatoren zijn je ouders en andere gezinsleden. Zij dragen je belangrijke waarden en normen over en leren je bepaalde vaardigheden aan. Die vorm van socialisatie gebeurt grotendeels op een vanzelfsprekende manier. Je kunt spreken van informele roltraining.
Secundaire socialisatie
Socialisatie die plaatsvindt binnen secundaire groep, formeler van aard. De socialisatoren zijn ‘secundaire relaties’:
kinderopvang, leeftijdsgenoten, leiders in de jeugdbeweging, leerkrachten, sporttrainers … Je waarden en normen worden verder aangevuld. Je kennis en je sociale vaardigheden ontwikkelen zich verder.
Tertiaire socialisatie
Socialisatie die via een medium/kanaal verloopt, via massamedia en rolmodellen. De socialisatoren zijn rolmodellen zoals vloggers, influencers en tv-persoonlijkheden.
Significant other
Belangrijke individuen omtrent socialisatie voor een individu.
Generalized other
Besef van een individu over de verwachtingen van een maatschappij en groep.
Enculturatie
Het aanleren en verwerven van de (sub)cultuur van de samenleving waarin je bent geboren.
Acculturatie
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen van een andere cultuur dan die waarin je bent opgegroeid.
Institutie
Een instelling die belangrijke waarden verwezenlijkt en de fundamentele behoeften van de samenleving vervult.
Institutionalisering betekent het oprichten van instituties.