SO Frans Voca: E, F Flashcards
l’enfant
Het Kind
le (super) Marché
de (super) markt
la plage
Het strand
le rendez-vous
de afspraak
le probléme
Het probleem
demain
morgen
célébre
beroemd
important(e)
belangerijk
maintenant
nu
j’ai besion de
ik heb nodig
aider
helpen
chercher
zoeken
trouver
vinden
regarder
kijken naar
aimer
houden van
mais
maar
avec
met
beaucoup
veel
toujours
altijd
combien
hoeveel
het kind
l’enfant
de (super)markt
le (super)marché
het strand
le plage
de afspraak
le rendez-vous
het probleem
le probléme
morgen
demain
beroemd
célébre
belangerijk
important(e)
nu
maintenant
ik heb nodig
j’ai besoin de
helpen
aider
zoeken
chercher
vinden
trouver
kijken naar
regarder
houden van
aimer
maar
mais
met
avec
veel
beaucoup
altijd
toujours
hoeveel
combien
le magasin
de winkel
la copine
de vriendin
le copain
de vriend
la boulangerie
de bakkerij
le croissant
de croissant
la baguette
het stokbrood
le formage
de kaas
le sac
de tas
nouveau, nouvelle
nieuw
souvent
vaak
de winkel
la magasin
de vriendin
la copine
de vriend
le copain
de bakkerij
la boulangerie
de croissant
le croissant
het stokbrood
la baguette
de kaas
le fromage
de tas
le sac
nieuw
nouveau, nouvelle
vaak
souvent
acheter
kopen
demander
vragen
faire les courses
boodschappen doen
j’ai faim
ik heb honger
j’ai soif
ik heb dorst
parce que
omdat
trente
dertig (30)
quarante
veertig (40)
cinquante
vijftig (50)
soixante
zestig (60)
kopen
acheter
vragen
demander
boodschappen doen
faire les courses
ik heb honger
j’ai faim
ik heb dorst
j’ai soif
omdat
parce que
dertig (30)
trente
veertig (40)
quarante
vijftig (50)
cinquante
zestig (60)
soixante