SO AK Paragraaf 1 En 2 Flashcards
Wat voor klimaat heeft het kustgebied in het oosten?
Een warm zeeklimaat
Waarom is er boven de zee veel verdamping?
Omdat het water zo’n 24 graden is.
Hoe zijn de stuwingsregens?
Kort en hevig.
Waaruit bestaat het landschap?
Uit een vochtige savanne.
Wanneer was Zuid-Afrika een vestigingskolonie?
In de negentiende en twintigste eeuw.
Waar waren veel blanken bang voor?
Dat de zwarten de macht wilden overnemen.
Waar moest de zwarte bevolking wonen?
Ze moesten wonen in thuislanden.
Waar ligt Kaapstad?
In het zuidwesten van het land.
Wat zijn plantages?
Dat is een landbouwonderneming waar op grote schaal één bepaald gewas wordt verbouwd.
Wat is een vestigingskolonie?
Overzees gebiedsdeel waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen.
Wat is apartheid?
Het gescheiden wonen en leven van mensen op basis van hun huidskleur.
Wat is een thuisland?
Een woongebied voor de zwarte bevolking in Zuid-Afrika (tijdens de apartheid)
Wat is een township?
Een niet-blanke woonwijk in Zuid-Afrika.
Wat is segregatie?
Scheiding.
Wat is ruimtelijke segregatie?
Het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken.
Wat is een krottenwijk?
Wijk waar de bewoners zelf illegaal woningen hebben gebouwd.
Wat is integratie?
Samengaan van verschillende groepen in een samenleving.
Wat is een multiculturele samenleving?
Een samenleving met veel mensen van verschillende culturen.
Wat is een etnische groep?
Een kleine groep/volk van dezelfde cultuur.
Wat zijn culturele/etnische minderheden?
De culturen die niet overheersen.
Wat is een etnische wijk?
Een woonwijk waar vooral mensen van een cultuur wonen.
Wat is discriminatie?
Het achterstellen van mensen, omdat ze bijvoorbeeld een andere huidskleur of godsdienst hebben.
Wat is een basisbehoefte?
Iets wat iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven.
Wat is analfabetisme?
Het percentage van mensen die niet kunnen lezen of schrijven.
Wat is artsendichtheid?
Het aantal artsen per duizend inwoners.
Wat is de zuigelingensterfte?
Het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft.
Wat is kwalitatieve honger of ondervoeding?
Als het eten niet goed is.
Wat is kwantitatieve honger?
Dat is als er te weinig eten is.
Wat is kinderarbeid?
Werk dat te zwaar is voor kinderen en/of dat zo veel tijd kost dat ze niet naar school kunnen gaan.