SM4. Stability Flashcards

1
Q

Wat is stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het vermogen om (al-dan-niet) in evenwichtspositie te kunnen blijven wanneer er een verstoring optreedt.
B)) Het vermogen om manoeuvres uit te voeren zonder de controle te verliezen.
C)) Het vermogen om manoeuvres uit te voeren.
D)) Het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug naar evenwicht te keren.
E)) Het vermogen om onder alle vluchtomstandigheden bestuurd te kunnen worden.

A

Oplossing;
D)) Stabiliteit is het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug naar evenwicht te keren.

Opmerking(en):
Algemeen: Het terugkeren naar evenwichtspositie, om daar tot rust te komen, moet niet noodzakelijk in één beweging gebeuren. In de praktijk zijn er namelijk meestal meerdere heen-en-weergaande bewegingen rond de evenwichtspositie nodig vooraleer het voorwerp effectief tot rust komt in die evenwichtspositie. Een bekend voorbeeld hiervan is een schommel.
A)) Dit is een zeer lastige stelling aangezien de details het verschil maken. Stel je hebt een schommel in evenwicht. Hierbij zal er geen kracht zijn die de schommel in evenwicht houdt. Het is pas wanneer de schommel uit evenwicht is, dat er een (zeer kleine) component van de zwaartekracht is die de schommel terug naar de evenwichtspositie trekt.
C)) Dit noemt men wendbaarheid of manoeuvreerbaarheid.
E)) Dit noemt men beheersbaarheid of controleerbaarheid. Een slecht voorbeeld hiervan is een zweefvliegtuig wat zeer moeilijk te beheersen is bij slechte vliegcondities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is statische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het vermogen om doorheen de tijd in evenwichtsvlucht te kunnen blijven door het gebruik van artificiële hulpmiddelen.
B)) De initiële neiging om na een verstoring (al-dan-niet) terug naar de evenwichtspositie te keren.
C)) Het (al-dan-niet) terugkeren naar de evenwichtstoestand.
D)) De initiële neiging om (al-dan-niet) in evenwichtspositie te blijven wanneer er een verstoring optreedt.
E)) Het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug te keren naar evenwicht zonder dat iets of iemand ingrijpt.

A

Oplossing;
B)) De initiële neiging om na een verstoring (al-dan-niet) terug naar de evenwichtspositie te keren.

Opmerking(en):
Algemeen: Let op; dit wil niet zeggen dat het vliegtuig dan ook uiteindelijk zal eindigen in de evenwichtspositie. Bij statische stabiliteit neem je gewoon een momentopname/’foto’ van één situatie en kijk je of er een herstellende kracht is en naar waar die dan naar toe werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is positieve statische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De herstellende kracht die resulteert in een linksdraaiend moment.
B)) De herstellende kracht die resulteert in een rechtsdraaiend moment.
C)) De initiële neiging om in evenwicht te blijven.
D)) Het uiteindelijk terugkeren naar de evenwichtspositie.
E)) De initiële neiging om na een verstoring terug in evenwichtspositie te komen.

A

Oplossing;
E)) De initiële neiging om na een verstoring terug in evenwichtspositie te komen.

Opmerking(en):
Algemeen: Let op; dit wil niet zeggen dat het vliegtuig dan ook uiteindelijk zal eindigen in de evenwichtspositie. Bij statische stabiliteit neem je gewoon een momentopname/’foto’ van één situatie en kijk je of er een herstellende kracht is en naar waar die dan naar toe werkt.
C)) Bij statische stabiliteit is er geen neiging om in evenwicht te blijven. Dit kan je vergelijken met een schommel. Hierbij zal er in evenwicht geen kracht component zijn die de schommel in evenwicht houdt, maar vanaf het moment dat de schommel iets uit evenwicht wordt gebracht zal er een component van de zwaartekracht ontstaan die de schommel terug naar evenwicht brengt of wilt brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neutrale statische stabiliteit is …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de initiële neiging om na een verstoring de nieuwe positie/oriëntatie aan te houden.
B)) de initiële neiging om in evenwichtspositie te blijven.
C)) de neiging om tijdens een verstoring geen weerstand te bieden tegen een verandering van beweging.
D)) neutrale statische stabiliteit geeft aan dat het voorwerp enkel stabiel is indien er geen verandering in beweging is. (versnellen, vertragen, van richting veranderen, …)
E)) de initiële neiging om tijdens een verstoring rond de evenwichtspositie te oscilleren.

A

Oplossing;
A)) de initiële neiging om na een verstoring de nieuwe positie/oriëntatie aan te houden.

Opmerking(en):
E)) Dit is geen (neutrale) statische stabiliteit, maar de beweging rond de evenwichtspositie zegt wel iets over het soort dynamische stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is negatieve statische stabiliteit
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De initiële neiging om na een verstoring nog verder uit evenwichtspositie te gaan.
B)) De initiële neiging om na een verstoring de nieuwe positie/oriëntatie aan te houden.
C)) De herstellende kracht die resulteert in een linksdraaiend moment.
D)) De herstellende kracht die resulteert in een rechtsdraaiend moment.
E)) De neiging om de evenwichtspositie te verlaten.

A

Oplossing;
A)) De initiële neiging om na een verstoring nog verder uit evenwichtspositie te gaan.

Opmerking(en):
B)) Dit is neutrale statische stabiliteit.
E)) Als een voorwerp de neiging heeft om een positie te verlaten dan is het voorwerp niet in evenwicht. Negatieve statische stabiliteit gaat over neiging om verder uit evenwichtspositie te gaan nádat het voorwerp uit evenwicht is verstoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is dynamische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de stabiliteit van het vliegtuig tijdens een manoeuvre.
B)) de initiële neiging om na een verstoring (al-dan-niet) terug naar de evenwichtspositie te keren.
C)) het vermogen om in evenwicht te blijven en om daar eventueel naar terug te keren.
D)) het (al-dan-niet) terugkeren naar de evenwichtstoestand.
E)) (de amplitude van) de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

A

Oplossing;
E)) (de amplitude van) de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

Opmerking(en):
B)) Dat is de statische stabiliteit.
D)) Uit de dynamische stabiliteit kan men wel afleiden of het vliegtuig (uiteindelijk!) terugkeert naar de evenwichtspositie, maar bij dynamische stabiliteit gaat het over de beweging rond de evenwichtspositie, niet noodzakelijk of deze daar uiteindelijk in belandt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is positieve dynamische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Positieve dynamische stabiliteit geeft aan dat het vliegtuig in zijn evenwichtspositie zal blijven bij het optreden van een verstoring.
B)) Positieve dynamische stabiliteit wil zeggen dat het vliegtuig onmiddellijk naar zijn evenwichtspositie terugkeert en daar dan ook in blijft.
C)) De afname van de amplitude van de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.
D)) Positieve dynamische stabiliteit wil zeggen dat het herstellend krachtmoment positief is.
E)) De toename van de amplitude van de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

A

Oplossing;
C)) De afname van de amplitude van de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

Opmerking(en):
B)) Niet noodzakelijk, meestal verloopt positieve dynamische stabiliteit als een schommel die na een paar heen-en-weergaande bewegingen terug in evenwichtspositie geraakt.
E)) Dit is negatieve dynamische stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is neutrale dynamische stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het constant blijven van de amplitude rond de evenwichtspositie, na het wegvallen van de verstoring.
B)) De initiële neiging om na een verstoring de nieuwe positie/oriëntatie aan te houden.
C)) De neiging om tijdens een verstoring geen weerstand te bieden tegen een verandering van beweging.
D)) De initiële neiging om in evenwichtspositie te blijven.
E)) Stabiliteit waarbij er geen verandering in beweging is. (versnellen, vertragen, van richting veranderen, …)

A

Oplossing;
A)) Het constant blijven van de amplitude rond de evenwichtspositie, na het wegvallen van de verstoring.

Opmerking(en):
B)) Dit is neutrale statische stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neutrale dynamische stabiliteit is …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de initiële neiging om in evenwichtspositie te blijven.
B)) de initiële neiging om na een verstoring de nieuwe positie/oriëntatie aan te houden.
C)) het constant blijven van de amplitude rond de evenwichtspositie, na het wegvallen van de verstoring.
D)) stabiliteit waarbij er geen verandering in beweging is. (versnellen, vertragen, van richting veranderen, …)
E)) de neiging om tijdens een verstoring geen weerstand te bieden tegen een verandering van beweging.

A

Oplossing;
C)) het constant blijven van de amplitude rond de evenwichtspositie, na het wegvallen van de verstoring.

Opmerking(en):
B)) Dit is neutrale statische stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Negatieve dynamische stabiliteit is …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de toename van de amplitude van de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.
B)) stabiliteit waarbij het herstellend krachtmoment negatief is.
C)) stabiliteit waarbij een vliegtuig onmiddellijk zijn evenwichtspositie zal verlaten bij het optreden van een verstoring.
D)) stabiliteit waarbij het vliegtuig nooit meer in zijn evenwichtspositie komt of daar doorheen gaat.
E)) de afname van de amplitude van de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

A

Oplossing;
A)) de toename van de amplitude van de beweging rond de evenwichtspositie na het wegvallen van de verstoring.

Opmerking(en):
E)) Dit is positieve dynamische stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat geeft de wendbaarheid van een vliegtuig weer?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het vermogen om na een verstoring (uiteindelijk) terug naar evenwicht te keren.
B)) Het vermogen om in bepaalde omstandigheden bestuurd te kunnen worden.
C)) Het vermogen om tegen lage snelheden te kunnen vliegen.
D)) Het vermogen om manoeuvres uit te voeren.

A

Oplossing;
D)) Het vermogen om manoeuvres uit te voeren.

Opmerking(en):
Algemeen: Een slecht voorbeeld hiervan is een zweefvliegtuig wat zeer moeilijk te beheersen is bij slechte vliegcondities.
A)) Dit is stabiliteit.
B)) Dit is beheersbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is passieve stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan zonder de hulp van artificiële hulpmiddelen.
B)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig enkel terug naar evenwicht kunnen keren door het ingrijpen van de piloot of de boordcomputer.
C)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring in zijn nieuwe positie/oriëntatie blijven.
D)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig ontworpen zijn met de focus op wendbaarheid i.p.v. stabiliteit.
E)) Bij passieve stabiliteit is het vliegtuig onstabiel als men enkel rekening houdt met de structurele ontwerpkeuzes die gemaakt zijn.

A

Oplossing;
A)) Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan zonder de hulp van artificiële hulpmiddelen.

Opmerking(en):
Algemeen: Bij passieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan zonder de hulp van artificiële hulpmiddelen. Dit wil zeggen dat het vliegtuig enkel en alleen al stabiel is o.w.v. de ontwerpkeuzes, waardoor de (automatische) piloot hierbij niet dient in te grijpen.
B)) Dit is actieve stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is actieve stabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig ontworpen zijn met de focus op wendbaarheid i.p.v. stabiliteit.
B)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie kunnen keren door de structurele ontwerpkeuzes die gemaakt zijn.
C)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan door de hulp van artificiële hulpmiddelen.
D)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring in zijn nieuwe positie/oriëntatie blijven.
E)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig terug naar evenwichtspositie kunnen keren zonder dat de piloot of de boordcomputer hierbij moet ingrijpen.

A

Oplossing;
C)) Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan door de hulp van artificiële hulpmiddelen.

Opmerking(en):
Algemeen: Bij actieve stabiliteit zal een vliegtuig na een verstoring terug naar evenwichtspositie gaan met de hulp van artificiële hulpmiddelen. Dit wil zeggen dat de (automatische) piloot er oor zorgt dat het vliegtuig stabiel is.
B)) Dit is passieve stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rond welke as spreekt men over richtingsstabiliteit (= directional stability)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) dwarsas
B)) horizontale as
C)) richtingsas
D)) langsas
E)) verticale as

A

Oplossing;
E)) verticale as

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
B)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
C)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Men speekt over richtingsstabiliteit (= directional stability) rond de … as.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) langsas
B)) verticale as
C)) richtingsas
D)) dwarsas
E)) horizontale as

A

Oplossing;
B)) verticale as

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
C)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
E)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rond welke as spreekt men over langsstabiliteit (= longitudinal stability)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) verticale as (= vertical axis)
B)) dwarsas
C)) laterale as (= lateral axis).
D)) longitudinale as (= longitudinal axis)
E)) langsas

A

Oplossingen;
B)) dwarsas
C)) laterale as (= lateral axis).

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Rond welke as spreekt men over langsstabiliteit (= longitudinal stability)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) langsas
B)) laterale as (= lateral axis)
C)) yaw-as
D)) pitch-as
E)) dwarsas

A

Oplossingen;
B)) laterale as (= lateral axis)
D)) pitch-as
E)) dwarsas

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Men spreekt over langsstabiliteit (= longitudinal stability) rond de … as (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) longitudinale as (= longitudinal axis)
B)) verticale as (= vertical axis)
C)) laterale as (= lateral axis).
D)) langsas
E)) dwarsas

A

Oplossingen;
C)) laterale as (= lateral axis).
E)) dwarsas

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Men spreekt over langsstabiliteit (= longitudinal stability) rond de … as.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) richtingsas
B)) longitudinale as (= longitudinal axis)
C)) laterale as (= lateral axis)
D)) verticale as
E)) horizontale as

A

Oplossing;
C)) laterale as (= lateral axis)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
A)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
E)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Men spreekt over langsstabiliteit (= longitudinal stability) rond de … as. (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) pitch-as
B)) laterale as (= lateral axis)
C)) langsas
D)) dwarsas
E)) yaw-as

A

Oplossingen;
A)) pitch-as
B)) laterale as (= lateral axis)
D)) dwarsas

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welk begrip beschrijft de stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) dwarsstabiliteit
B)) langsstabiliteit
C)) richtingsstabiliteit (= directional stability)
D)) geen correct antwoord.
E)) longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)

A

Oplossingen;
B)) langsstabiliteit
E)) longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

22
Q

De stabiliteit rond de dwarsas noemt men … (= lateral axis)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)
B)) langsstabiliteit
C)) dwarsstabiliteit (= lateral stability)
D)) richtingsstabiliteit (= directional stability)

A

Oplossingen;
A)) longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)
B)) langsstabiliteit

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

23
Q

Rond welke as spreekt men over dwarsstabiliteit (= lateral stability)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) richtingsas
B)) horizontale as
C)) verticale as
D)) langsas
E)) dwarsas

A

Oplossing;
D)) langsas

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
A)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.
B)) De horizontale as is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

24
Q

Men spreekt over dwarsstabiliteit (= lateral stability) rond de … as. (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) dwarsas
B)) verticale as (= vertical axis)
C)) langsas
D)) longitudinale as (= longitudinal axis)
E)) laterale as (= lateral axis)

A

Oplossingen;
C)) langsas
D)) longitudinale as (= longitudinal axis)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

25
Q

Men spreekt over dwarsstabiliteit (= lateral stability) rond de … as.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) verticale as
B)) longitudinale as (= longitudinal axis)
C)) horizontale as
D)) richtingsas
E)) laterale as (= lateral axis)

A

Oplossing;
B)) longitudinale as (= longitudinal axis)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)
D)) De richtingsas is een begrip dat niet bestaat of gebruikt wordt.

26
Q

Welk begrip beschrijft de stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) richtingsstabiliteit (= directional stability)
B)) laterale stabiliteit (= lateral stability)
C)) dwarsstabiliteit
D)) langsstabiliteit
E)) longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)

A

Oplossingen;
B)) laterale stabiliteit (= lateral stability)
C)) dwarsstabiliteit

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

27
Q

De stabiliteit rond de langsas noemt men … (= longitudinal axis)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) dwarsstabiliteit
B)) langsstabiliteit
C)) laterale stabiliteit (= lateral stability)
D)) longitudinale stabiliteit (= longitudinal stability)
E)) richtingsstabiliteit (= directional stability)

A

Oplossingen;
A)) dwarsstabiliteit
C)) laterale stabiliteit (= lateral stability)

Opmerking(en):
Algemeen: Stabiliteit rond de dwarsas (= lateral axis = pitch axis) noemt men langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit = longitudinal stability). |||| Stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis) noemt men dwarsstabiliteit (= lateral stability). |||| Stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis) noemt men richtingsstabiliteit (= directional stability)

28
Q

Welke ontwerpkeuzes zorgen voor longitudinale stabiliteit (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk.)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De ligging van het drukpunt t.o.v. het zwaartepunt.
B)) Een verticale stabilisator.
C)) Dihedrale vleugels.
D)) Een horizontale stabilisator.
E)) Vleugels met pijlstelling (= sweep)

A

Oplossingen;
A)) De ligging van het drukpunt t.o.v. het zwaartepunt.
D)) Een horizontale stabilisator.

Opmerking(en):
Algemeen: Langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit) is stabiliteit rond de laterale as. (= dwarsas = pitch-as) |||| Dwarsstabiliteit (= lateral stability) is stabiliteit rond de langsas (= longitudinale as = roll axis) |||| Richtingsstabiliteit (= directional stability) is stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis)
B)) Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit. Dit is de stabiliteit rond de verticale as en is het gevolg van de zijwaartse oppervlakte die groter is achter het zwaartepunt dan voor het zwaartepunt. (vergelijkbaar met een windvaan.)
C)) Dihedrale vleugels (= positieve V-stelling) zorgen voor laterale stabiliteit (= dwarsstabiliteit). Dit is dus stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis). Zo zal de neergeslagen vleugel de aanstromende lucht tijdens het slippen onder een hogere invalshoek ervaren waardoor de bijhorende liftkracht ook groter is dan bij de omhooggeslagen vleugel.
E)) Sweepback zorgt zowel voor richtingsstabiliteit als voor dwarsstabiliteit (= lateral stability). De richtingsstabiliteit is het gevolg van de naar voor gedraaide vleugel die meer weerstand ervaart dan de naar achtergedraaide vleugel waardoor het vliegtuig terugdraait. De dwarsstabiliteit is het gevolg van de snelheidscomponent die voor lift zorgt groter is bij de neergeslagen vleugel dan bij de omgeslagen vleugel waardoor de liftkracht op de neergeslagen vleugel groter is en het vliegtuig terugrolt.

29
Q

Men kan voor longitudinale stabiliteit zorgen door … (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk.)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) een verticale stabilisator.
B)) een horizontale stabilisator.
C)) vleugels met pijlstelling (= sweep)
D)) de ligging van het drukpunt t.o.v. het zwaartepunt.
E)) dihedrale vleugels.

A

Oplossingen;
B)) een horizontale stabilisator.
D)) de ligging van het drukpunt t.o.v. het zwaartepunt.

Opmerking(en):
Algemeen: Langsstabiliteit (= longitudinale stabiliteit) is stabiliteit rond de laterale as. (= dwarsas = pitch-as) |||| Dwarsstabiliteit (= lateral stability) is stabiliteit rond de langsas (= longitudinale as = roll axis) |||| Richtingsstabiliteit (= directional stability) is stabiliteit rond de verticale as (= vertical axis = yaw axis)
A)) Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit. Dit is de stabiliteit rond de verticale as en is het gevolg van de zijwaartse oppervlakte die groter is achter het zwaartepunt dan voor het zwaartepunt. (vergelijkbaar met een windvaan.)
C)) Sweepback zorgt zowel voor richtingsstabiliteit als voor dwarsstabiliteit (= lateral stability). De richtingsstabiliteit is het gevolg van de naar voor gedraaide vleugel die meer weerstand ervaart dan de naar achtergedraaide vleugel waardoor het vliegtuig terugdraait. De dwarsstabiliteit is het gevolg van de snelheidscomponent die voor lift zorgt groter is bij de neergeslagen vleugel dan bij de omgeslagen vleugel waardoor de liftkracht op de neergeslagen vleugel groter is en het vliegtuig terugrolt.
E)) Dihedrale vleugels (= positieve V-stelling) zorgen voor laterale stabiliteit (= dwarsstabiliteit). Dit is dus stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis). Zo zal de neergeslagen vleugel de aanstromende lucht tijdens het slippen onder een hogere invalshoek ervaren waardoor de bijhorende liftkracht ook groter is dan bij de omhooggeslagen vleugel.

30
Q

Hoe legt men het zwaartepunt t.o.v. het drukpunt als men voor stabiliteit wil zorgen?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het zwaartepunt achter het drukpunt.
B)) Het zwaartepunt voor het drukpunt.
C)) Het zwaartepunt ‘op’ het drukpunt.
D)) Er is geen echte voorkeur naar de onderlinge ligging van het zwaartepunt van het vliegtuig en het drukpunt.

A

Oplossing;
B)) Het zwaartepunt voor het drukpunt.

Opmerking(en):
Algemeen: Dit zorgt voor dwarsstabiliteit. De horizontale stabilisator zal dan wel een liftkracht naar onder toe moeten genereren, maar hierdoor kan er bij een verstoring wel een herstellend koppel ontstaan. Zo zal bij een nose-up verstoring de invalshoek groter worden waardoor de vleugels meer liftkracht naar boven toe genereren en waarbij de horizontale stabilisator minder liftkracht naar onder genereerd. Deze twee effecten samen zorgen voor een resulterend koppel die de neus terug naar onder doet pitchen.

31
Q

Stel het zwaartepunt ligt voor het drukpunt. Hoe moet de liftkracht bij een horizontale stabilisator dan gericht zijn voor evenwicht?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Er is geen liftkracht.
B)) neerwaarts.
C)) Geen correct antwoord. (niet te bepalen zonder extra informatie)
D)) opwaarts.

A

Oplossing;
B)) neerwaarts.

Opmerking(en):
Algemeen: Wanneer het drukpunt achter het zwaartepunt ligt, dan zullen de vleugels een moment veroorzaken die de neus naar onder toe doet pitchen. Om dit moment tegen te werken zal de horizontale stabilisator een liftkracht naar onder toe moeten genereren.

32
Q

Stel dat de horizontale stabilisator een opwaartse liftkracht genereerd. Hoe ligt het zwaartepunt t.o.v. het drukpunt dan indien het vliegtuig in evenwicht is?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) het zwaartepunt ‘op’ het drukpunt.
B)) De vraag is fout aangezien de horizontale stabilisator geen liftkracht kan/zal genereren.
C)) De zin van de liftkracht van de horizontale stabilisator is niet afhankelijk van de ligging van het zwaartepunt t.o.v. het drukpunt.
D)) het zwaartepunt voor het drukpunt.
E)) het zwaartepunt achter het drukpunt.

A

Oplossing;
E)) het zwaartepunt achter het drukpunt.

Opmerking(en):
Algemeen: ter info; In de praktijk kiest men er meestal voor om het zwaartepunt voor het drukpunt te leggen.
C)) In de praktijk is dit niet realiseerbaar omdat de ligging van zwaartepunt en drukpunt toch altijd verschuiven.

33
Q

Welke ontwerpkeuzes zorgen voor dwarsstabiliteit (= lateral stability)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk.)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) geometrische wrong.
B)) dihedrale vleugels.
C)) horizontale stabilisator.
D)) verticale stabilisator.
E)) vleugels met pijlstelling (= sweep)

A

Oplossingen;
B)) dihedrale vleugels.
D)) verticale stabilisator.
E)) vleugels met pijlstelling (= sweep)

Opmerking(en):
Algemeen: Dihedrale vleugels zorgen voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) omdat de neergeslagen vleugel de aanstromende lucht onder een hogere invalshoek ervaren tijdens het slippen. Hierdoor zal de liftkracht op de neergeslagen vleugel groter zijn dan op de omhooggeslagen waardoor het vliegtuig terugrolt. |||| Sweepback zorgt voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) omdat de snelheidscomponent die voor lift zorgt groter is bij de neergeslagen vleugel dan bij de omhooggeslagen vleugel tijdens het slippen. Hierdoor zal de liftkracht op de neergeslagen vleugel groter zijn waardoor het vliegtuig terugrolt. |||| Een verticale stabilisator zorgt voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) doordat de oppervlakte boven het zwaartepunt groter is dan onder het zwaartepunt. Hierdoor zal de tegenwerkende kracht boven het zwaartepunt groter zijn dan onder het zwaartepunt, waardoor het vliegtuig terugrolt.

34
Q

```

~~~

Leg in eigen woorden uit hoe dihedrale vleugels voor stabiliteit zorgen nadat een verstoring zich heeft voorgedaan.

A

Oplossing;
Dihedrale vleugels zorgen voor laterale stabiliteit omdat de neergeslagen vleugel de aanstromende lucht onder een hogere invalshoek (= angle of attack) ervaart. Hierdoor genereert de neergeslagen vleugel meer lift waardoor er een herstellend koppel ontstaat.

35
Q

Wat kan je zeggen over de soort statische en dynamische laterale stabiliteit die dihedrale vleugels voorzien.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Positieve statische dwarsstabiliteit en neutrale dynamische dwarsstabiliteit.
B)) Neutrale statische dwarsstabiliteit en neutrale dynamische dwarsstabiliteit.
C)) Neutrale statische dwarsstabiliteit en negatieve dynamische dwarsstabiliteit.
D)) Negatieve statische dwarsstabiliteit en negatieve dynamische dwarsstabiliteit.
E)) Positieve statische dwarsstabiliteit en positieve dynamische dwarsstabiliteit.

A

Oplossing;
E)) Positieve statische dwarsstabiliteit en positieve dynamische dwarsstabiliteit.

Opmerking(en):
Algemeen: Bij vleugels met achterwaartse pijlstelling zal er altijd de neiging zijn om terug naar evenwicht te rollen. Het zal wel meerdere heen-en-weergaande rolbewegingen vergen om uiteindelijk terug in evenwicht te geraken/blijven.

36
Q

Dihedrale vleugels zorgen voor … statische stabiliteit en … dynamische stabiliteit.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) negatieve statische dwarsstabiliteit en negatieve dynamische dwarsstabiliteit.
B)) neutrale statische dwarsstabiliteit en negatieve dynamische dwarsstabiliteit.
C)) positieve statische dwarsstabiliteit en neutrale dynamische dwarsstabiliteit.
D)) neutrale statische dwarsstabiliteit en neutrale dynamische dwarsstabiliteit.
E)) positieve statische dwarsstabiliteit en positieve dynamische dwarsstabiliteit.

A

Oplossing;
E)) positieve statische dwarsstabiliteit en positieve dynamische dwarsstabiliteit.

Opmerking(en):
Algemeen: Bij vleugels met achterwaartse pijlstelling zal er altijd de neiging zijn om terug naar evenwicht te rollen. Het zal wel meerdere heen-en-weergaande rolbewegingen vergen om uiteindelijk terug in evenwicht te geraken/blijven.

37
Q

Hoe zorgen vleugels met achterwaartse pijlstelling (sweepback) voor laterale stabiliteit indien het vliegtuig uit zijn evenwichtspositie verstoord is geweest.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat is groter bij de neergeslagen vleugel waardoor deze ook meer lift genereerd.
B)) Het zwaartepunt ligt lager dan het drukpunt. Hierdoor heb je te maken met het pendulum-effect waarbij het voorwerp in evenwicht is als het zwaartepunt zich zo laag mogelijk bevindt, net zoals bij een slinger.
C)) Het vliegtuig zal eerder overtrekken aan de wortel van de vleugel dan aan de tip.
D)) De neergeslagen vleugel zal de aanstromende lucht onder een hogere invalshoek ervaren. Hierdoor genereert de neergeslagen vleugel meer lift waardoor er een herstellend koppel ontstaat.
E)) De snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat is groter bij de neergeslagen vleugel waardoor deze meer weerstand ervaart en het vliegtuig daardoor terug naar zijn evenwichtspositie keert.

A

Oplossing;
A)) De snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat is groter bij de neergeslagen vleugel waardoor deze ook meer lift genereerd.

Opmerking(en):
D)) Dit is hoe vleugels met positieve V-stelling (= dihedral wings) voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) zorgen.
E)) Dit is hoe vleugels met achterwaartse pijlstelling voor richtingsstabiliteit (= directional stability) zorgen.

38
Q

Vleugels met achterwaartse pijlstelling (sweepback) zorgen voor laterale stabiliteit doordat …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de neergeslagen vleugel de aanstromende lucht onder een hogere invalshoek ervaart. Hierdoor genereert de neergeslagen vleugel meer lift waardoor er een herstellend koppel ontstaat.
B)) het zwaartepunt lager ligt dan het drukpunt. Hierdoor heb je te maken met het pendulum-effect waarbij het voorwerp in evenwicht is als het zwaartepunt zich zo laag mogelijk bevindt, net zoals bij een slinger.
C)) de snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat groter is bij de neergeslagen vleugel waardoor deze meer weerstand ervaart en het vliegtuig daardoor terug naar zijn evenwichtspositie keert.
D)) het vliegtuig zal eerder overtrekken aan de wortel van de vleugel dan aan de tip.
E)) de snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat groter is bij de neergeslagen vleugel waardoor deze ook meer lift genereerd.

A

Oplossing;
E)) de snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat groter is bij de neergeslagen vleugel waardoor deze ook meer lift genereerd.

Opmerking(en):
A)) Dit is hoe vleugels met positieve V-stelling (= dihedral wings) voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) zorgen.
C)) Dit is hoe vleugels met achterwaartse pijlstelling voor richtingsstabiliteit (= directional stability) zorgen.

39
Q

Leg in eigen woorden uit wat het kieleffect is.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De neiging om in tegengestelde richting terug te rollen.
B)) De neiging van de staart om altijd in de richting van de stroming te komen te staan. (vergelijkbaar met een vlag)
C)) De neiging om een rolbeweging te vertragen gedurende een verstoring.
D)) De neiging om een verdraaiing rond de verticale as tegen te werken.
E)) De neiging van de neus om naar onder te duiken bij hoge snelheden.

A

Oplossing;
A)) De neiging om in tegengestelde richting terug te rollen.

Opmerking(en):
B)) Op deze manier zorgt een verticale stabilisator voor richtingsstabiliteit (= directional stability), maar het kieleffect treedt op bij het rollen (= dwarsstabiliteit = lateral stability).
E)) Dit is Mach tuck

40
Q

Leg in eigen woorden uit hoe het kieleffect voor stabiliteit zorgt.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Boven het zwaartepunt moet de zijdelingse oppervlakte het grootste zijn. Hierdoor zal de resulterende zijwaartse kracht gedurende het slippen boven het zwaartepunt liggen, waardoor het vliegtuig een herstellend koppel ervaart en dus terugrolt.
B)) De weerstand die het vliegtuig ervaart tijdens het rollen, o.w.v. de verticale stabilisator die de lucht ‘weg moet duwen’ tijdens het rollen.
C)) Achter het zwaartepunt moet de zijdelingse oppervlakte het grootste zijn. Hierdoor heeft de staart altijd de neiging om in de richting van de stroming te staan. (zoals bij een vlag)
D)) Hoe groter de stabilisator (en de vleugels) hoe meer het vliegtuig zich verzet tegen een verandering van beweging en hoe stabieler het is.

A

Oplossing;
A)) Boven het zwaartepunt moet de zijdelingse oppervlakte het grootste zijn. Hierdoor zal de resulterende zijwaartse kracht gedurende het slippen boven het zwaartepunt liggen, waardoor het vliegtuig een herstellend koppel ervaart en dus terugrolt.

Opmerking(en):
C)) Dit is niet het kieleffect. Het kieleffect is van toepassing bij het rollen (= dwarsstabiliteit = lateral stability), terwijl het hier gaat over de manier waarop een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit (= directional stability)

41
Q

Het kieleffect zorgt voor stabiliteit doordat …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) hoe groter de stabilisator (en de vleugels) hoe meer het vliegtuig zich verzet tegen een verandering van beweging en hoe stabieler het is.
B)) achter het zwaartepunt, de zijdelingse oppervlakte het grootste is. Hierdoor heeft de staart altijd de neiging om in de richting van de stroming te staan. (zoals bij een vlag)
C)) boven het zwaartepunt, de zijdelingse oppervlakte het grootste is. Hierdoor zal de resulterende zijwaartse kracht gedurende het slippen boven het zwaartepunt liggen, waardoor het vliegtuig een herstellend koppel ervaart en dus terugrolt.
D)) het vliegtuig weerstand ervaart tijdens het rollen, o.w.v. de verticale stabilisator die de lucht ‘weg moet duwen’ tijdens het rollen.

A

Oplossing;
C)) boven het zwaartepunt, de zijdelingse oppervlakte het grootste is. Hierdoor zal de resulterende zijwaartse kracht gedurende het slippen boven het zwaartepunt liggen, waardoor het vliegtuig een herstellend koppel ervaart en dus terugrolt.

Opmerking(en):
B)) Dit is niet het kieleffect. Het kieleffect is van toepassing bij het rollen (= dwarsstabiliteit = lateral stability), terwijl het hier gaat over de manier waarop een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit (= directional stability)

42
Q

Een vliegtuig met positieve V-stelling (= dihedrale vleugels) is aan het slippen. Wat kan men dan zeggen over de liftkracht bij de neergeslagen vleugel (t.o.v. de omhooggeslagen vleugel)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) kleiner.
B)) groter.
C)) even groot.

A

Oplossing;
B)) groter.

43
Q

Een vliegtuig met wash-out is aan het slippen. Wat kan men dan zeggen over de liftkracht bij de neergeslagen vleugel (t.o.v. de omhooggeslagen vleugel)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) even groot.
B)) groter.
C)) kleiner.

A

Oplossing;
A)) even groot.

44
Q

Welke ontwerpkeuzes zorgen voor richtingsstabiliteit (= directional stability). (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk.)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Achterwaartse pijlstelling (= sweepback).
B)) Dihedrale vleugels.
C)) Een verticale stabilisator.
D)) Geometrische wrong.
E)) Horizontale stabilisator.

A

Oplossingen;
A)) Achterwaartse pijlstelling (= sweepback).
C)) Een verticale stabilisator.

Opmerking(en):
Algemeen: Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit door ervoor te zorgen dat de zijdelingse oppervlakte achter het zwaartepunt groter is dan voor het zwaartepunt. |||| Vleugels met achterwaartse pijlstelling (= sweepback) zorgen voor richtingsstabiliteit omdat de vleugel die naar voor gedraaid is meer (lift genereert en dus ook meer) weerstand ervaart. Doordat de naar voor gedraaide vleugel meer weerstand ervaart dan de vleugel die naar achter is gedraaid, zal het vliegtuig automatisch terugdraaien tot beide vleugels dezelfde weerstand ervaren.
B)) Dihedrale vleugels (= positieve V-stelling) zorgen voor laterale stabiliteit (= dwarsstabiliteit). Dit is dus stabiliteit rond de langsas (= longitudinal axis = roll axis). Zo zal de neergeslagen vleugel de aanstromende lucht tijdens het slippen onder een hogere invalshoek ervaren waardoor de bijhorende liftkracht ook groter is dan bij de omhooggeslagen vleugel.
E)) Een horizontale stabilisator zorgt voor longitudinale stabiliteit.

45
Q

Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit door …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) ervoor te zorgen dat de zijdelingse oppervlakte boven het zwaartepunt groter is dan onder het zwaartepunt.
B)) geen correct antwoord.
C)) het kieleffect.
D)) ervoor te zorgen dat de zijdelingse oppervlakte achter het zwaartepunt groter is dan voor het zwaartepunt.
E)) ervoor te zorgen deze hoger ligt dan het zwaartepunt.

A

Oplossing;
D)) ervoor te zorgen dat de zijdelingse oppervlakte achter het zwaartepunt groter is dan voor het zwaartepunt.

Opmerking(en):
A)) Wanneer de zijdelingse oppervlakte boven het zwaartepunt groter is dan onder het zwaartepunt, dan zorgt dit voor dwarsstabiliteit aangezien er een koppel ontstaat dat het vliegtuig tracht terug te rollen. Dit noemt men dan ook het kieleffect.
C)) Het kieleffect is de neiging om in tegengestelde richting te rollen als gevolg van de zijdelingse oppervlakte die groter is boven het zwaartepunt, dan onder het zwaartepunt.

46
Q

Hoe zorgen vleugels met achterwaartse pijlstelling (sweepback) voor richtingsstabiliteit?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Geen correct antwoord.
B)) De snelheidscomponent die loodrecht op de vleugel staat is groter bij de neergeslagen vleugel. Hierdoor zal deze ook meer lift genereerd.
C)) Door eerder te overtrekken aan de wortel dan aan de vleugeltip.
D)) De naar voor gedraaide vleugel zal meer weerstand ervaren dan de vleugel die naar achter is gedraaid. Hierdoor zal het vliegtuig automatisch terugdraaien tot beide vleugels dezelfde weerstand ervaren.
E)) De neergeslagen vleugel zal de aanstromende lucht onder een hogere invalshoek ervaren. Hierdoor genereert de neergeslagen vleugel meer lift waardoor er een herstellend koppel ontstaat.

A

Oplossing;
D)) De naar voor gedraaide vleugel zal meer weerstand ervaren dan de vleugel die naar achter is gedraaid. Hierdoor zal het vliegtuig automatisch terugdraaien tot beide vleugels dezelfde weerstand ervaren.

Opmerking(en):
B)) Dit is hoe vleugels met achterwaartse pijlstelling zorgen voor dwarsstabiliteit (= lateral stability)
E)) Dit is hoe vleugels met positieve V-stelling (= dihedral wings) zorgen voor dwarsstabiliteit (= lateral stability)

47
Q

De richtingsstabiliteit neemt toe naarmate de verticale stabilisator … is en/of … van het zwaartepunt ligt.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Geen correct antwoord. De oppervlakte van de verticale stabilisator en/of de ligging hiervan t.o.v. het zwaartepunt hebben geen effect op de richtingsstabiliteit.
B)) kleiner is en/of korter
C)) kleiner is en/of verder
D)) groter is en/of verder
E)) groter is en/of korter

A

Oplossing;
D)) groter is en/of verder

Opmerking(en):
Algemeen: p = F/A → F = p·A ||en|| M = F·d || Hoe groter de oppervlakte, hoe groter de kracht. En hoe groter de afstand tot het zwaartepunt (= momentarm) , hoe groter het herstellende koppel is.

48
Q

‘Dutch-roll’ bestaat uit … (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk.)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) geen correct antwoord.
B)) roll
C)) yaw.
D)) pitch.

A

Oplossingen;
B)) roll
C)) yaw.

49
Q

Voor welke stabiliteit zorgt een verticale stabilisator? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Een verticale stabilisator zorgt voor laterale stabiliteit.
B)) Een verticale stabilisator zorgt niet voor stabiliteit.
C)) Een verticale stabilisator zorgt voor longitudinale stabiliteit.
D)) Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit.

A

Oplossingen;
A)) Een verticale stabilisator zorgt voor laterale stabiliteit.
D)) Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit.

Opmerking(en):
Algemeen: Een verticale stabilisator zorgt voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) doordat de oppervlakte boven het zwaartepunt groter is dan onder het zwaartepunt. Hierdoor zal de zijwaartse kracht boven het zwaartepunt groter zijn dan onder het zwaartepunt, waardoor het vliegtuig terugrolt. |||| Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit (= directional stability) doordat de oppervlakte achter het zwaartepunt groter is dan voor het zwaartepunt. Hierdoor zal de staart, net zoals een windvaan, zich altijd volgens de richting van de stroming (willen) zetten.

50
Q

Een verticale stabilisator zorgt voor … stabiliteit. (meerde antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) een verticale stabilisator zorgt voor longitudinale stabiliteit.
B)) een verticale stabilisator zorgt niet voor stabiliteit.
C)) een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit.
D)) laterale stabiliteit.

A

Oplossingen;
C)) een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit.
D)) laterale stabiliteit.

Opmerking(en):
Algemeen: Een verticale stabilisator zorgt voor dwarsstabiliteit (= lateral stability) doordat de oppervlakte boven het zwaartepunt groter is dan onder het zwaartepunt. Hierdoor zal de zijwaartse kracht boven het zwaartepunt groter zijn dan onder het zwaartepunt, waardoor het vliegtuig terugrolt. |||| Een verticale stabilisator zorgt voor richtingsstabiliteit (= directional stability) doordat de oppervlakte achter het zwaartepunt groter is dan voor het zwaartepunt. Hierdoor zal de staart, net zoals een windvaan, zich altijd volgens de richting van de stroming (willen) zetten.

51
Q

Voor welke stabiliteit zorgen vleugels met achterwaartse pijlstelling (= sweepback)? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Richtingsstabiliteit.
B)) Geen enkele vorm van stabiliteit.
C)) Laterale stabiliteit.
D)) Longitudinale stabiliteit.

A

Oplossingen;
A)) Richtingsstabiliteit.
C)) Laterale stabiliteit.

Opmerking(en):
Algemeen: Sweepback zorgt zowel voor richtingsstabiliteit als voor dwarsstabiliteit (= lateral stability). De richtingsstabiliteit is het gevolg van de naar voor gedraaide vleugel die meer weerstand ervaart dan de naar achtergedraaide vleugel waardoor het vliegtuig terugdraait. De dwarsstabiliteit is het gevolg van de snelheidscomponent die voor lift zorgt groter is bij de neergeslagen vleugel dan bij de omgeslagen vleugel waardoor de liftkracht op de neergeslagen vleugel groter is en het vliegtuig terugrolt.

52
Q

Voor welke stabiliteit zorgen dihedrale vleugels? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Geen correct antwoord.
B)) Richtingsstabiliteit.
C)) Longitudinale stabiliteit.
D)) Laterale stabiliteit.

A

Oplossing;
D)) Laterale stabiliteit.