SM2. Aerodynamics Flashcards
Welke druk kan men rechtstreeks meten?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) (enkel) statische druk
B)) statische druk en dynamische druk
C)) dynamische druk en totale druk.
D)) statische druk en totale druk.
E)) (enkel) dynamische druk
Oplossing;
D)) statische druk en totale druk.
Opmerking(en):
Algemeen: De statische druk meet men met een manometer en de totale druk met een pitotbuis. De dynamische druk kan men enkel bepalen door het verschil van de totale druk en de statische druk. Het is dan ook enkel een theoretisch begrip dat een maat is voor de snelheid van het fluïdum.
Welke druk kan men NIET rechtstreeks meten? (meerdere antwoorden mogelijk, maar niet noodzakelijk)
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) totale druk
B)) statische druk
C)) geen correct antwoord.
D)) dynamische druk
Oplossing;
D)) dynamische druk
Opmerking(en):
Algemeen: Dynamische druk kan men enkel bepalen door het verschil van de totale druk (= pitotbuis) en de statische druk (= manometer). Het is dan ook enkel een theoretisch begrip dat een maat is voor de snelheid van het fluïdum.
A)) De totale druk kan men meten met een pitotbuis.
B)) De statische druk kan men meten met een manometer.
In welke richting moet men een drukmeting uitvoeren zodat men de totale druk in een stromend fluïdum kan meten.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Evenwijdig met de stroming
B)) De totale druk is niet afhankelijk van de richting (// of Ʇ) waarin men de druk meet.
C)) De totale druk is niet rechtstreeks meetbaar.
D)) Loodrecht op de stroming.
Oplossing;
A)) Evenwijdig met de stroming
Opmerking(en):
Algemeen: De totale druk wordt gemeten met een pitotbuis.
De statische druk meet men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) evenwijdig op de stroming
B)) loodrecht op de stroming
C)) niet rechtstreeks.
D)) in elke mogelijke richting ten opzichte van de stroming.
Oplossing;
B)) loodrecht op de stroming
Opmerking(en):
Algemeen: De statische druk wordt gemeten met een manometer.
In welke richting moet men een drukmeting uitvoeren zodat men de dynamische druk in een stromend fluïdum kan meten.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Loodrecht op de stroming.
B)) De dynamische druk is niet rechtstreeks meetbaar.
C)) De dynamische druk is niet afhankelijk van de richting (// of Ʇ) waarin men de druk meet.
D)) Evenwijdig met de stroming.
Oplossing;
B)) De dynamische druk is niet rechtstreeks meetbaar.
Opmerking(en):
Algemeen: Dynamische druk kan men enkel bepalen door het verschil van de totale druk (= pitotbuis) en de statische druk (= manometer). Het is dan ook enkel een theoretisch begrip dat een maat is voor de snelheid van het fluïdum.
Wat kan men zeggen over de snelheid van een fluïdum in een convergerende stroombuis?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) toenemen
B)) Dit valt niet te bepalen, aangezien de verandering van snelheid ook nog van andere factoren afhankelijk is
C)) afnemen
D)) constant blijven
Oplossing;
A)) toenemen
Opmerking(en):
Algemeen: Convergerend - denk aan woorden zoals ‘congres’ (een … waar .. samenkomen) - wil zeggen dat de stroombuis smaller wordt. Wanneer de stroombuis smaller wordt, dan zal de snelheid toenemen. Het toenemen van de snelheid noemt men versnellen.
Wat kan men zeggen over de snelheid van een fluïdum in een divergerende stroombuis?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) constant blijven
B)) toenemen
C)) Dit valt niet te bepalen, aangezien de verandering van snelheid ook nog van andere factoren afhankelijk is
D)) afnemen
Oplossing;
D)) afnemen
Opmerking(en):
Algemeen: Divergerend - denk aan woorden zoals ‘diversiteit’ - wil zeggen dat de stroombuis breder wordt. Wanneer de stroombuis breder wordt, dan zal de snelheid afnemen. Het afnemen van de snelheid noemt men vertragen.
Hoe verandert de statische druk bij een convergerende stroombuis?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Dit valt niet te bepalen, aangezien de verandering van statische druk ook nog van andere factoren afhankelijk is
B)) afnemen
C)) toenemen
D)) constant blijven
Oplossing;
B)) afnemen
Opmerking(en):
Algemeen: Bij een convergerende stroombuis neemt de diameter af. Het gevolg is dat de snelheid van het fluïdum toeneemt (zie continuïteitsvergelijking). Daardoor zal de dynamische druk toenemen, maar aangezien de totale druk constant blijft zal de statische druk moeten afnemen.
De dynamische druk bij een divergerende stroombuis zal …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) constant blijven
B)) / geen correct antwoord.
C)) toenemen
D)) afnemen
Oplossing;
D)) afnemen
Opmerking(en):
Algemeen: Bij een divergerende stroombuis neemt de diameter toe. Het gevolg is dat de snelheid van het fluïdum afneemt (zie continuïteitsvergelijking). Daardoor zal de dynamische druk afnemen.
Hoe zal de dynamische druk veranderen als de snelheid van de stroming halveert?
Opmerking: zo diep zal het niet gevraagd worden, maar wel eens goed om over na te denken.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Geen correct antwoord.
B)) 4 keren kleiner worden
C)) 4 keren groter worden
D)) verdubbelen
E)) halveren
Oplossing;
B)) 4 keren kleiner worden
Opmerking(en):
Algemeen: Zie formule dynamische druk (~v²)
Hoe kan een vliegtuigvleugel lift creëren? (Begin je uitleg bij de vorm van de vleugel tot en met de liftkracht die ontstaat.)
Oplossing;
Door de vorm van de vleugel zal de lucht boven de vleugel sneller stromen dan onder de vleugel. Hierdoor is de dynamische druk boven de vleugel groter dan onder de vleugel, maar zal de statische druk onder de vleugel groter zijn dan boven de vleugel. Het verschil in statische druk zorgt ervoor dat de kracht die de lucht naar boven uitoefent groter is dan de kracht die de lucht naar onder uitoefent.
Welk begrip beschrijft de vorm van de dwarsdoorsnede van de vleugel.
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Vleugelprofiel (= “airfoil”)
B)) Vleugelwelving (= “camber”).
C)) Vleugeloppervlakte (= “gross wing area”).
D)) Geometrische wrong (= wash).
E)) Geen correct antwoord
Oplossing;
A)) Vleugelprofiel (= “airfoil”)
Opmerking(en):
B)) Vleugelwelving (= camber) is de afstand tussen de koorde en de skeletlijn, waarbij deze afstand loodrecht gemeten wordt op de koorde.
C)) De vleugeloppervlakte (= gross wing area) is de grootste geprojecteerde oppervlakte van de vleugel. De oppervlakte van de vleugel is in deze context inclusief het afgeschermde deel van de vleugel door de romp. (kleppen en ailerons in neutrale stand.)
D)) Geometrische wrong of tipverdraaiing (= wash) is de verdraaiing van de vleugel, waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
Wat is een skeletlijn (= “mean camber line”)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het lijnstuk tussen het voorste en achterste punt van de koorde.
B)) De lijn rondom de geprojecteerde oppervlakte van het vliegtuig in het horizontale vlak.
C)) De lijn rondom het vleugelprofiel.
D)) De lijn die in het midden, tussen de onder en bovenkant van het vleugelprofiel ligt.
Oplossing;
D)) De lijn die in het midden, tussen de onder en bovenkant van het vleugelprofiel ligt.
Opmerking(en):
C)) Dit is een koorde. (een lijn is niet noodzakelijk recht, een lijnstuk daarentegen is wel altijd recht)
Een koorde (= “chord”) is …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de vleugeloppervlakte gedeeld door de vleugelslankheid (= “aspect ratio”).
B)) de vleugeloppervlakte gedeeld door spanwijdte.
C)) de lijn die in het midden, tussen de onder en bovenkant van het vleugelprofiel ligt.
D)) het lijnstuk tussen het voorste en achterste punt van de skeletlijn.
E)) de lijn die rondom de omtrek van het vleugelprofiel.
Oplossing;
D)) het lijnstuk tussen het voorste en achterste punt van de skeletlijn.
Opmerking(en):
B)) Dit is de gemiddelde koorde.
C)) Dit is de skeletlijn (= mean camber line).
Wat is vleugelwelving (= “camber”)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De lengte van de koorde gedeeld door de maximale dikte van de vleugel.
B)) enkel de maximale afstand tussen de koorde en de skeletlijn, waarbij deze afstand loodrecht op de koorde gemeten wordt.
C)) De verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
D)) De afstand tussen de koorde en de skeletlijn, waarbij deze afstand loodrecht op de koorde gemeten wordt.
E)) Het naar voor of naar achteren gedraaid zijn van de vleugels in het horizontale vlak.
Oplossing;
D)) De afstand tussen de koorde en de skeletlijn, waarbij deze afstand loodrecht op de koorde gemeten wordt.
Opmerking(en):
A)) Dit is de fineness ratio.
C)) Dit is geometrische wrong of tipverdraaiing (= wash).
E)) Een vleugel met pijlstelling (= sweep) is een vleugel die in het horizontale vlak naar voor of naar achteren gedraaid is.
De maximale afstand tussen de koorde en de skeletlijn noemt men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) gemiddelde koorde (= mean chord).
B)) vleugelwelving (= camber).
C)) geen correct antwoord
D)) vleugelslankheid (= aspect ratio).
E)) tipverdraaiing (= wash).
Oplossing;
C)) geen correct antwoord
Opmerking(en):
Algemeen: Dit is een valkuil. Indien er geen sprake was van de maximale afstand, dan was dit de vleugelwelving.
A)) De gemiddelde koorde is de vleugeloppervlakte gedeeld door de spanwijdte.
B)) Vleugelwelving (= camber) is de afstand tussen de koorde en de skeletlijn, waarbij deze afstand loodrecht op de koorde wordt gemeten.
D)) De vleugelslankheid wordt bepaald door de spanwijdte te delen door de gemiddelde koorde.
E)) Geometrische wrong of tipverdraaiing (= wash) is de verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
Wat is het drukpunt of “centre of pressure”?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Het aangrijpingspunt van de resulterende aerodynamische kracht op de koorde.
B)) Het aangrijpingspunt van de resulterende aerodynamische kracht op de rand van het vleugelprofiel.
C)) Het punt op het vleugelprofiel waar de stroming (theoretisch gezien) tot stilstand komt.
D)) Het punt waar de stroming voor het eerst in contact komt met het vleugelprofiel.
E)) Het punt op het profiel waar de stroming zich opsplitst in een stroming onder de vleugel en een stroming boven de vleugel.
Oplossing;
A)) Het aangrijpingspunt van de resulterende aerodynamische kracht op de koorde.
Opmerking(en):
C)) Dit is het stuwpunt
D)) Dit is het stuwpunt. Het stuwpunt is het punt op het vleugelprofiel waar de aanstromende lucht voor het eerst in contact komt met het vleugelprofiel. In theorie komt de lucht die zich exact in het stuwpunt bevindt tot stilstand. Doordat deze tot stilstand komt heerst er op dit punt de totale druk.
De instelhoek (= “angle of incidence”) is de hoek tussen …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de koorde van de vleugel en de richting van de ongestoorde stroming.
B)) de koorde van de vleugel en de langsas van het vliegtuig.
C)) de langsas van het vliegtuig en de horizon.
D)) de langsas van het vliegtuig en de richting van de ongestoorde stroming.
E)) de koorde van de vleugel en de koorde van de vleugel aan de tip.
Oplossing;
B)) de koorde van de vleugel en de langsas van het vliegtuig.
Opmerking(en):
A)) Dit is de invalshoek
De hoek tussen de koorde en de richting van de ongestoorde stroming noemt men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) angle of sweep.
B)) instelhoek (= “angle of incidence”)
C)) angle of wash.
D)) invalshoek of “angle of attack”.
E)) geen correct antwoord
Oplossing;
D)) invalshoek of “angle of attack”.
Opmerking(en):
B)) De instelhoek (= angle of incidence) is de hoek tussen de koorde van de vleugel en de langsas van het vliegtuig.
Wat is geometrische wrong (= “wash”)?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De verdraaiing van de vleugel naar voor of naar achter in het horizontale vlak.
B)) Een geleidelijke overgang tussen verschillende stromingsoppervlakten.
C)) De verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
D)) De verdraaiing van de vleugel naar boven of naar onder in het verticale vlak.
E)) Geen correct antwoord.
Oplossing;
C)) De verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
Opmerking(en):
A)) Dit is een vleugel met pijlstelling
B)) Dit is stroomlijnen, waarbij stroomlijnkapen (= “fairings”) stromingsoppervlakken zijn die als hoofddoel hebben om voor een geleidelijke overgang te zorgen.
D)) Dit zijn vleugels met V-stelling.
Tipverdraaiing (= “wash”) is …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) de verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
B)) de verdraaiing van de vleugel naar boven of naar onder, in het verticale vlak.
C)) de verdraaiing van de vleugel naar voor of naar achter in het horizontale vlak.
D)) het einde van de vleugel die naar boven en/of onder toe ‘gebogen’ is om tipwervels te minimaliseren.
E)) geen correct antwoord.
Oplossing;
A)) de verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
Opmerking(en):
B)) Dit zijn vleugels met V-stelling.
C)) Dit is een vleugel met pijlstelling
D)) Dit is min of meer de beschrijving van een winglet.
De verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip noemt men …
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) anhedrale vleugel
B)) trapse vleugel
C)) tipverdraaiing
D)) dihedrale vleugel
E)) pijlstelling
Oplossing;
C)) tipverdraaiing
Wat is “wash-in” of “wash-out”?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) Geen correct antwoord.
B)) De verdraaiing van de vleugel naar boven of naar onder in het verticale vlak.
C)) De verdraaiing van de vleugel naar voor of naar achter in het horizontale vlak.
D)) De verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
E)) Een geleidelijke overgang tussen verschillende stromingsoppervlakten.
Oplossing;
D)) De verdraaiing van de vleugel waarbij de instelhoek aan de romp anders is dan aan de vleugeltip.
Opmerking(en):
B)) Dit zijn vleugels met V-stelling.
C)) Dit is een vleugel met pijlstelling
E)) Dit is stroomlijnen, waarbij stroomlijnkapen (= “fairings”) stromingsoppervlakken zijn die als hoofddoel hebben om voor een geleidelijke overgang te zorgen.
Wat is de vleugeloppervlakte (= “gross wing area”) van een vleugel?
.
(Probeer eerst zonder MCQ!)
.
.
A)) De grootste geprojecteerde oppervlakte van de vleugel. De oppervlakte van de vleugel is in deze context inclusief de oppervlakte van de staartvleugel. Daarbij staan de kleppen en ailerons in neutrale stand.
B)) De grootste geprojecteerde oppervlakte van de vleugel. De oppervlakte van de vleugel is in deze context zonder het afgeschermde deel van de vleugel door de romp. (kleppen en ailerons in neutrale stand.)
C)) De geprojecteerde oppervlakte van het vleugelprofiel.
D)) De geprojecteerde oppervlakte van de dwarsdoorsnede (= “cross section”).
E)) De grootste geprojecteerde oppervlakte van de vleugel. De oppervlakte van de vleugel is in deze context inclusief het afgeschermde deel van de vleugel door de romp. (kleppen en ailerons in neutrale stand.)
Oplossing;
E)) De grootste geprojecteerde oppervlakte van de vleugel. De oppervlakte van de vleugel is in deze context inclusief het afgeschermde deel van de vleugel door de romp. (kleppen en ailerons in neutrale stand.)