`skia 2.0 Flashcards
1
Q
Vlakskascoop
A
- goedkoop
- gloeidraad van lamp wordt puntvormig afgebeeld, waardoor op gerichte bundel rond is.
- Externe lichtbron
- Doorkijk spiegel
- Alleen divergent.
2
Q
Streepskiascoop
A
- veelzijdig kan convergent en divergent
- lichtbron is een streep door rechte gloeidraad
- draaibaar, handig bij astigmatisme
- meest gebruikt
3
Q
Onder statische skia valt
A
- Stabiele: WA constant, voorzetglas wijzigen
- Labiel: WA wijzigen, voorzetglas constant
- Biometrisch: zwakste brekende richting stabiel (S), sterkst brekende richting Labiel (C)
- Cilinder: Zwakste met stabiel, sterkste met stabiel met cilinders.
4
Q
onder Dynamische skia valt
A
- maak gebruik van acc en convergentie
- op korte afstand (nabij refractie)
kort afstand acc actief convergentie actief neutralisatie binoculair glitspunt is een gebied van o,75 dpt geen WA Doel is bepalen de volgende zaken: - Acc vermogen - ACA > ACC CONVERGENTIE REATIE - Nabij toeslag - Bino nabij balans - Nabij anisometrie - Nabij astigmatisme - Relatieve acc
Eisen:
- volledige correctie voor veraf
- fixatie nabij object
- kleine fixatie object dei acc prikkelt
- object goed verlicht
- skia dimmen
5
Q
Homodynamisch
A
op skia
6
Q
Hetrodynamisch
A
verschillende afstanden