Signaleringsinstrumenten en observatietechniek Flashcards

1
Q

9 stappenplan probleemgedrag

A
Signaleringsfase:
1. SIGNALEREN VAN GEDRAG EN VOORBEREIDING
2. DE PROBLEEMSITUATIE IN KAART BRENGEN
3. PROBLEEMSITUATIE MULTIDISCIPLINAIR IN KAART BRENGEN
Diagnosefase:
4. BEGRIJPEN VAN HET GEDRAG
5. WAT WIL JE BEREIKEN (DOEL BEPALEN)
Behandelfase:
6.BEDENK WAT JE GAAT DOEN
7. VOER DE AFSPRAKEN UIT
Evaluatiefase:
8. BEKIJK DE RESULTATEN EN DEEL ERVARINGEN
9. TREK CONCLUSIES
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ABCDE methodiek (EWS)

A

een gestructureerde methode om een slachtoffer te benaderen tijdens een hulpverlening
Airway: de luchtwegen en de nekwervelkolom
Breathing: de ademhaling en de ventilatie
Circulation: actief bloedverlies en de circulatie
Disability: het bewustzijn en de neurologische functies
Exposure: de lichaamstemperatuur en het verdere onderzoek: Secondary survey

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

SNAQ

A

SNAQ-lijst (Short Nutritional Assessment Questionnaire) is een vragenlijst waarmee een verpleegkundige tijdens de anamnese bij opname in het ziekenhuis vast kan stellen of een patiënt is ondervoed.
De lijst bestaat uit drie vragen:
1. is de patiënt de laatste zes maanden onbedoeld meer dan zes kilo afgevallen of meer dan drie kilo in de maand voor de opname?
2. Heeft de patiënt een verminderde eetlust?
3. Heeft de patiënt sondevoeding of drinkvoeding gebruikt?
Aan de drie vragen zijn (in totaal zeven) punten gekoppeld. Na het invullen van de vragenlijst worden de punten opgeteld. Bij een eindscore van twee punten of meer, dan komt de patiënt in aanmerking voor twee tussenmaaltijden. Bij drie punten of meer dan wordt ook een diëtist ingeschakeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bradenschaal: decubitus

A
Waarneming van pijn en ongemak
Vochtigheid huid
Activiteit
Mobiliteit
Voeding
Wrijving en schuiven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SCEGS

A

Te gebruiken bij vermoeden psychische probleem.
Somatiek: De klachten
Cognitief: Eigen ideeën en gedachten over de klachten
Emoties: Gevoelens in relatie tot de klachten
Gedrag: Acties in verband met de klachten
Sociaal: Welke invloed is er op het dagelijks leven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ABC’s-score onbegrepen gedrag bij dementie

A

de oorzaken van onbegrepen gedrag bij dementie uitspellen.
A - Actie: welk gedrag vertoont jouw cliënt met dementie?
B - Bewegers: wat is de aanleiding voor het probleemgedrag?
C - Consequenties: welke gevolgen heeft het gedrag?
s - samen: bespreek mogelijkheden voor verandering met andere betrokkenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Glasgow Coma Scale

A

een schaal waarmee artsen kunnen beoordelen of je in coma bent.
Scorelijst EMV
E: openen van de ogen
M: beste motorische reactie (let op: de reactie geldt voor de armen)
V: beste verbale reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pijnscore

A
NRS
VAS
REPOS
PACSLAC
Pijnanamnese
PAINAD
DOLOPLUS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DOS schaal

A

een hulpmiddel om te bepalen of er sprake is van een delier.
De schaal bestaat uit dertien vragen waarop gescoord wordt met een ja (1 punt) of nee (0 punten), tenzij anders aangegeven wordt. De observatie worden driemaal per dag (bijvoorbeeld tijdens drie diensten) uitgevoerd om te kunnen vaststellen of er symptomen van een delier bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly