signaalwoorden Flashcards
1
Q
eerst
A
chronologisch
2
Q
daarna
A
chronologisch
3
Q
sinds
A
chronologisch
4
Q
toen
A
chronologisch
5
Q
tegelijkertijd
A
chronologisch
6
Q
als
A
chronologisch en voorwaardelijk
7
Q
om(te)
A
middel/doel
8
Q
opdat
A
middel/doel
9
Q
door middel van
A
middel/doel
10
Q
want
A
oorzaak en gevolg
11
Q
doordat
A
oorzaak en gevolg
12
Q
daardoor
A
oorzaak en gevolg
13
Q
dankzij
A
oorzaak en gevolg
14
Q
omdat
A
oorzaak en gevolg
15
Q
daarom
A
oorzaak en gevolg