Sedatie En Euthanasie En Vitaal Bedreigde Patient Flashcards

1
Q

Wanneer palliatieve sedatie

A

Onbehandelbaar lijden verlichten bij pijn dyspneu of terminale onrust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschil palliatie en terminaal

A

Palliatie kan nog langere tijd aanhouden terwijl terminaal in de laatste 3 maanden is en zich meer focust op stervensfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten sedatie :

A

Intermitterende sedatie : ter overbrugging van bepaalde tijd of fase

Continue sedatie : tot aan overlijden als geschatte termijn kort (max 2 weken) is.

Acute sedatie : bij acuut ontstane ernstige refractaire symptomen in laatste fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onder welke wet valt euthanasie

A

Wet toetsing levensbeindiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

6 voorwaarden voor uitvoeren euthanasie

A

1 patient doet zelf verzoek
2 overwegen verzoek en de zorgvuldigheidseisen
3 arts beslist ZELF of hij in gaat
4 minimaal 1 andere arts betrokken SCEN-arts
5 SCEN arts geeft adviezen en toetst zorgv. Eisen
6 arts bereid zich voor met andere professionals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6 zorgvuldigheidseisen

A

1 vrijwillig en over nagedacht
2 uitzichtloos en ondraaglijk lijden
3 informeren situatie en vooruitzichten
4 geen redelijke andere oplossing
5 raadpleging onafhankelijke arts
6 medisch zorgvuldige uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 soorten en wat is de uitgang

A

Ziektegericht : ziekte wordt aangepakt voor kwaliteit van leven

Symptoomgericht : voorkomen en bestrijden van klachten om rust te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

WHO ladder volgorde

A

1 paracetamol
2 NSAIDS
3 langwerkende morfine
4 kortwerkende morfine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veelvoorkomende symptomen op sterfbed

A

Niet meer eten of drinken
Toenemende zwakte of bedlegerigheid
Snelle zwakke pols, verminderde doorbloeding extremiteitrn
Reutelen
Terminale onrust ; beweginsdrang, tremors, plukke, kreunen of schreeuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschijnselen acuut vitaal bedreigde patient

A

Minder dan 40 of meer dan 130 slagen p/m
Minder dan 90% saturatie
Minder dan 90 en meer dan 200 mmg systolische druk
Minder dan 8 en meer dan 30 keer ademhalen p/m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

8 soorten shock

A

1 hypovolemische shock : ernsrige in of uitwendige bloeding of brandwond, vochtverlies
2 cardinogene shock : hartritme, hartaanval of herseninfarct
3 obstructieve shock : bloedstolsel of afknelling bloedvat
4 distributieve shock : verkeerde verdeling bloed door onnodig openstaan bloedvaten
5 anafylactische shock : allergische reactie
6 neurogene shock : schade aan czs
7 : spetische shock : infectie
8 : toxische shock : vergiftiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly