SDEN3 - Wijn ABC Flashcards

1
Q

Aandronk

A

Eerste indruk als je de wijn in je mond hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanzoeten

A

Suiker toevoegen aan de wijn of most

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afdronk

A

Nasmaak nadat je de wijn hebt uitgespuugd of doorgeslikt. De lengte van de afdronk zegt iets over de kwaliteit van de wijn, lang is lekkerder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Alcoholisch

A

De wijn bevat teveel alcohol, is niet in balans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Alcoholische gisting

A

Belangrijkste fase van de wijnbereiding, waarin de suiker uit de druif door de gist wordt omgezet in alcohol. Zo verandert het druivensap in wijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anreichern

A

Duitse term voor het toevoegen van suiker vóór of tijdens de vergisting om het alcoholgehalte van de wijn te verhogen. Wettelijk toegestaan maar mag alleen volgens bepaalde regels gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

AOC

A

Appellation d’Origine Contrôlée (ook AC). Betekent een herkomstaanduiding waarbij de herkomst en typiciteit is gecontroleerd en gegarandeerd. Sinds 2010 is AOC gewijzigd in AOP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

AOP

A

Appellation d’Origine Protégée, Betekent een herkomstaanduiding waarbij de herkomst en typiciteit is gecontroleerd en gegarandeerd. Vervangt sinds 2010 de aanduiding AOC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Assemblage

A

Mengsel van twee of meer wijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Azijnsteek

A

Fout in de wijn die ontstaat als bacteriën suikers afbreken en/of alcohol omzetten in azijnzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Balans

A

Evenwicht tussen de bestanddelen (zuur, zoet, tannine, alcohol) van een wijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Barrique

A

Eikenhouten vat van meestal 225 liter, waarin de wijn rijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bewaarwijn

A

Wijn die de nodige natuurlijke conserveringsmiddelen als tannine, zuren, alcohol of suiker bevat, en mooier en spannender wordt na rijping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bezinksel

A

Vaste deeltjes in de most of in de wijn die naar beneden zakken (zinken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Blend

A

Mengsel van twee of meer wijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

BGA

A

Beschermde Geografische Aanduiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

BOB

A

Beschermde Oorsprongsbenaming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bodega

A

Spaans woord voor wijnhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bordeauxblend

A

Gebruikelijke mix van druivenrassen voor wijnen in de Bordeaux. Bestaat uit oa. cabernet sauvignon, merlot en cabernet franc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is Botrytis cinerea en wat doet het met de druif

A

Schimmel die in de nazomer bij mistige ochtenden en droge dagen heel bijzondere druiven kan opleveren. De schimmel tast de overrijpe druif aan, hier wordt het sap dikker en geuriger van. Wijn van ‘edelgerotte’ druiven krijgt een unieke smaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bouquet

A

Geheel van geureigenschappen van een ontwikkelde wijn; bevat doorgaans weinig fruitige aroma’s maar vooral tertiaire rijpe aroma’s zoals leer/truffel/aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Grijze rot

A

Wanneer de Botrytis cinerea door slechte omstandigheden schade aanricht aan de druiven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Brut

A

Aanduiding voor droog, vooral bij mousserende wijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Cava

A

Mousserende wijn uit Spanje, met name uit de Penedès

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Cave

A

Frans woord voor wijnkelder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Cépage

A

Frans woord voor druivenras. Ook: wijn gemaakt van 1 druivenras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Chambreren

A

een wijn uit de koele kelder op kamertemperatuur brengen (vroeger waren kamers ca. 18 graden, nu kamers gemiddeld ca. 21 graden zijn is dit niet meer letterlijk aan te raden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Chaptalisatie

A

Toevoegen van suiker voor of tijdens de vergisting om het alcoholgehalte van de wijn te verhogen. Wettelijk toegestaan maar mag alleen volgens bepaalde regels gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Château

A

Letterlijk ‘kasteel’ maar wordt vooral in de Bordeaux ook gebruikt voor een wijngoed zonder kasteel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Climat

A

In Bourgogne een aanduiding voor een bepaalde wijngaard of specifieke herkomst van de wijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Clos

A

Een term uit de Bourgogne waarmee een specifieke ommuurde wijngaard wordt bedoeld. Wordt ook wel gebruikt voor het hele wijngoed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Cru

A

Letterlijk ‘gewas’ maar in wijnjargon vooral een specifieke wijngaard. Premier/Grand Cru is wijn van een wijngaard met een hoge status, door zijn unieke terroir. Classificaties voor Crus zijn per streek verschillend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Cuve

A

Vat of kuip voor het gisten of de opslag van een wijn. Staat ook wel voor een speciale selectie van wijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Cuvée

A

Assemblage, blend: mengsel van twee of meer soorten wijn. In Champagne betekent dit de eerste persing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Decanteren

A

Overschenken van wijn uit een fles in een karaf, waardoor meer zuurstuf bij de wijn kan komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Degustatie

A

Chic synoniem voor proeverij; komt van het Franse dégustation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Depot

A

Onoplosbare vaste deeltjes in de wijn die op de flesbodem liggen en zich aan de wand van de fles kunnen hechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Dessertwijn

A

Wijn met een zeer hoog suiker- en alcoholgehalte, die daardoor meestal goed past bij zoete desserts. Vaak ook verrassend bij paté en blauwschimmelkaas.

39
Q

Domaine

A

Frans woord voor wijngoed

40
Q

Droog

A

Term voor wijn die geen of minder dan 2 gram restsuiker per liter bevat.

41
Q

Druivenvariëteit

A

Synoniem voor druivenras

42
Q

Edele rotting

A

Infectie met Botrytis cinerea

43
Q

Eikenhout

A

Houtsoort die voor de meeste wijnvaten gebruikt wordt. Eiken is een harde, waterdichte houtsoort en sluit qua aroma’s beter aan bij wijnen dan andere houtsoorten. Het bevat tannine, wat belangrijk is voor het conserveren van wijn.

44
Q

Eiswein

A

Wijn van laat geoogste (over)rijpe druiven die na een nachtvorst voor dag en dauw moeten worden geoogst en heel zacht worden geperst. Het water in de druif is dan nog bevroren en alleen het dikke geconcentreerde suikerrijpe sap komt uit de druif. Komt in Duitsland/Oostenrijk voor, ook in Canada als icewine.

45
Q

Élevage

A

Opvoeden (laten rijpen en ontwikkelen) van de wijn

46
Q

Élevé en fût de chêne

A

Opgevoed of gerijpt op een vat (fût) van eikenhout

47
Q

Fermentatie

A

(Alcoholische) gisting

48
Q

Fiche technique

A

Overzicht met alle technische gegevens van de wijn, waaronder gebruikte druivenvariëteiten, wijnmaaktechnieken, alcohol-, zoet-, en zuurgehalte.

49
Q

Glycerol

A

Een alcohol die bij de alcoholische gisting wordt gevormd een een kleine bijdrage aan de zoete smaak levert.

50
Q

Houtgerijpt of vatgerijpt

A

De wijn heeft in houten vaten gelegen en krijgt daardoor een rondere structuur en in meer of mindere mate een specifiek aroma.

51
Q

Kurk

A

De flesafsluiter van kurk, maar ook een proefterm; een wijn die muf ruikt en smaakt door besmetting met trichlooranisol (TCA) heeft ‘kurk’

52
Q

Late harvest

A

Late oogst, deze (etiket)term duidt op een zoete wijn van laat geoogste heel rijpe en suikerrijke druiven. Frans: vendange tardive

53
Q

Lie

A

Frans voor bezinksel van dode gistcellen, waarop sommige wijnmakers hun wijn laten rijpen. Sur Lie staat er dan op de fles.

54
Q

Magister vini

A

Titel na behalen Magister vini examen op SDEN-5 niveau, hoogste wijnexamenniveau in NL.

55
Q

Maderisatie

A

Oxidatieproces waarbij de wijn een bruinachtige kleur en een rijpe smaak krijgt, die aan madeira doet denken. Frans: madérisé. Meestal negatief gebruikt voor wijn die over zijn hoogtepunt is en dus te ver geoxideerd is.

56
Q

Malolactische omzetting/gisting

A

(ook: ‘Malo’) Bacteriële omzetting van harder appelzuur (malic acid) in zachter melkzuur (lactic acid).

57
Q

Mise au château

A

Franse term die aangeeft dat de wijn op het wijngoed zelf is gebotteld (in de fles ‘gedaan’)

58
Q

Most

A

Geperste druiven

59
Q

Mousse

A

Bubbels (koolzuurgas) van een mousserende wijn. De mousse kan licht parelend zijn, tot heftig schuimend.

60
Q

Négociant

A

Franse term voor handelaar die zelf zijn wijn bottelt.

61
Q

Négociant-éleveur

A

Franse term voor handelaar die zelf zijn wijn opvoedt (laat rijpen) en bottelt. Handelaar koopt wijn bij de wijnboeren en gaat daar in zijn kelder mee aan de slag.

62
Q

Nieuwe Wereld

A

niet-Europese landen die vanaf de 20ste eeuw wijn naar Europa exporteren. Dit zijn Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika.

63
Q

Nieuwe Wereldstijl

A

kan in de Oude en Nieuwe wereld voorkomen, proefterm voor soepele volfruitige uitgesproken en soms heel krachtige stijl.

64
Q

Neus

A

Onmisbaar orgaan bij het proeven, synoniem voor de geur van een wijn.

65
Q

Oenoloog

A

wijn-maker, heeft oenologie (wijnmaakkunde) gestudeerd. Frans: oenologue

66
Q

Oude Wereld

A

Europese wijnlanden, met name Frankrijk, Italie, Spanje, en Duitsland.

67
Q

Oude Wereldstijl

A

kan in de Oude en Nieuwe wereld voorkomen, proefterm voor een strakkere stroevere stijl met bescheiden, minder uitgesproken aroma’s die vaak eerder mineralig dan fruitig overkomen.

68
Q

Oxidatie

A

Door teveel contact met zuurstof, bijvoorbeeld doordat de wijn al heel oud is, raakt de wijn geoxideerd. Hij ruikt zurig en heeft een bruine tint.

69
Q

Parfum

A

Synoniem voor geur, maar met een vleiende bijklank.

70
Q

Pétillant

A

Franse term voor parelend, heel licht mousserend.

71
Q

Sommelier

A

wijnober

72
Q

Rancio

A

Karakteristieke geur van sommige zoete, versterkte wijnen met een licht ranzige smaak. Ontstaat door oxidatie en kan een gewenst aroma zijn.

73
Q

Reductie

A

Door te weinig contact met zuurstof raakt de wijn gereduceerd. Hij ruikt bedompt, naar riool of rotte eieren.

74
Q

Rendement

A

Opbrengst, uitgedrukt in (hecto)liters wijn per hectare. Hoe lager, des te beter de kwaliteit, mits niet té laag.

75
Q

Restzoet of restsuikergehalte

A

De suiker die overblijft in de wijn nadat de gisting is gestopt. Die onvergiste achtergebleven suiker geeft de wijn een zoete smaak. In bijvoorbeeld een zoete wijn als port zit ongeveer 100 gram restsuiker per liter.

76
Q

Rijpen

A

Ouderen en ontwikkelen van de wijn, gebeurt in de kelder van de wijnmaker in het vat of in de fles, en ook in een koele privékelder.

77
Q

Rijpingspotentieel

A

Mate waarin een wijn beter kan worden van rijpen. Bewaarwijn hoort rijpingspotentieel te hebben.

78
Q

Saignée

A

Franse term waarmee wordt aangegeven dat een deel van het sap uit de most is afgevloeid. De wijnmaker doet dat bewust om de wijn geconcentreerder van kleur en smaak te maken. Er bestaat ook ‘rosé de saignée’: rosé gemaakt van dit weggelopen sap. ‘Saigner’ betekent letterlijk bloeden.

79
Q

Sulfiet

A

SO2, zwaveldioxide. Conserveermiddel dat wordt gebruikt bij de wijnbereiding. Wijn met een te hoog sulfietgehalte wordt zwavelig genoemd. Elke wijn bevat sulfiet, als het gehalte hoger is dan 10 mg/liter moet er ‘Bevat sulfiet’ op het etiket staan.

80
Q

Sur lie

A

Franse term voor wijn die op zijn lie (gistbezinksel) is gerijpt, bijvoorbeeld Muscadet Sur Lie.

81
Q

Tannine

A

Looizuur, de stof die een stroef gevoel in je mond geeft en de wijn langer houdbaar maakt. Tannine zit in de schil, pit en steeltje van de druif.

82
Q

TCA

A

Trichlooranisol, chemische aanduiding voor de stof die de muffe smaak na een kurkbesmetting veroorzaakt.

83
Q

Terroir

A

Letterlijk ‘grond’ maar in wijntermen de combinatie van factoren die de smaak en de stijl van de wijn bepalen: klimaat, bodem, ligging van de wijngaard, druivenras en wijnmaker.

84
Q

Varietal (ook: Varietal Wine)

A

Engelste term voor wijn gemaakt van één druivenras. Frans: cépage, vin de cépage.

85
Q

Variety

A

Engelse aanduiding voor variëteit of druivenras

86
Q

Vendange tardive

A

Franse term voor ‘late oogst’

87
Q

Versterkte wijn

A

Wijn waaraan tijdens of na de vergisting alcohol is toegevoegd. Voorbeelden zijn port en sherry.

88
Q

Vieilles vignes

A

Frans voor ‘oude wijnstokken’. Staat op het etiket om aan te geven dat de druiven van oude wijnstokken komen. De wijn kan daardoor karaktervoller en krachtiger van smaak zijn.

89
Q

Vin doux naturel (VDN)

A

Zoete wijn waaraan tijdens de vergisting, voordat alle suiker is vergist, alcohol wordt toegevoegd. Principe is hetzelfde als bij versterkte wijn, maar het alcoholgehalte blijft lager. VDN bevat 15-18% alcohol en versterkte wijn kan tot 20-21% bevatten.

90
Q

Vinoloog

A

Titel na het behalen van het vinologenexamen van de Wijnacademie (SDEN niveau 4)

91
Q

Viscositeit

A

Gevoel dat de wijn in de mond veroorzaakt, onderdeel van zijn structuur

92
Q

Ziel

A

Uitholling in de bodem van een fles

93
Q

Zwavel

A

Gebruikt als aanduiding voor zwaveldioxide, conserveermiddel bij de wijnbereiding. In de wijnbouw is (elementaire) zwavel een schimmelwereld product.

94
Q

Zwavelig

A

Term voor wijn met een (te) hoog sulfietgehalte, waardoor hij onaangenaam stekend in de neus overkomt.