Scripting Flashcards

1
Q

Welke datatypen zijn er

A

Text Type: str
Numeric Types: int, float, complex
Sequence Types: list, tuple, range
Mapping Type: dict
Set Types: set, frozenset
Boolean Type: bool
Binary Types: bytes, bytearray, memoryview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef een voorbeeld van een functie

A

def my_function(fname):
print(fname + “ Refsnes”)

my_function(“Emil”)
my_function(“Tobias”)
my_function(“Linus”)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke c hoort bij: Beschrijf de requirements en geef een eenduidige definitie van je probleem

A

Capture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke c hoort bij: Analyseer je probleem: welke data heb je nodig, welke oplossingsstrategieën zijn er en zijn er eventueel deelproblemen te onderkennen?

A

Contemplate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke c hoort bij: Bepaal input en output data (inhoud en structuur)

A

Contract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke c hoort bij: Deel het probleem op in kleine stukken en herhaal de 7-C’s hiervoor.

A

Compose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke c hoort bij: Gebruik besturingsstructuren (sequentie, selectie, iteratie) om volgorde van instructies te beschrijven

A

Chart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke c hoort bij: Maak programmacode

A

Code

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke c hoort bij: Test de programmacode

A

Check

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet print()

A

Met Python is het mogelijk om tekst en getallen op het scherm te tonen. Dat doe je met de functie print(). Deze functie “print” gewoon de informatie die je wilt op het scherm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet input()

A

Je dient de functie input() te gebruiken om een regel invoer van de gebruiker te verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet modulo (%)

A

Het %symbool in Python wordt de Modulo-operator genoemd. Het geeft de rest terug van het verdelen van de linker operand door de rechter operand. Het wordt gebruikt om de rest van een divisieprobleem te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet str()

A

Een string is in Python een collectie van tekens (characters). Een teken is een letter, nummer, symbool, enz. en kan gebruikt worden om letterlijk allerlei soorten informatie op te slaan. Meestal wordt een string gebruikt voor het opslaan van een tekstvorm (of soms ook nummers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet int()

A

int: een ‘integer’ is een heel getal zoals bijvoorbeeld 1, 2, of 12319. Als je een geheel getal toekent aan een variabele in Python dan krijgt deze vanzelf het data type ‘int’ mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is Sequentie

A

Een sequentie van programmaregels betekent niets anders dan dat code in alle gevallen van boven naar beneden wordt doorlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Selectie

A

Een selectie binnen programmaregels is een te maken keuze waardoor onder voorwaarde code wordt uitgevoerd of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een boolean expressie

A
  • Het gegevenstype Boolean heeft slechts twee waarden: False en True
  • Een expressie die een waarde van type Boolean oplevert heet een Boolean-expressie
18
Q

is dit statement goed?
if auto == ‘Audi’ or auto == ‘Porsche’ :
print(‘Deze auto is van de VW-Groep’)

A

Ja

19
Q

is dit statement goed?
if auto == ‘Audi’ or ‘Porsche’ :
print(‘Deze auto is van de VW-Groep’)

A

Nee, Bekijk deze code goed. Zie je dat de variabele auto steeds wordt herhaald! Let hierop!! dus volgens deze code is Porsche geen auto

20
Q

Noem de iteratie vormen

A

While & For Loops

21
Q

Waneer gebruik je een iteratie?

A

Opdrachten worden 0, één of meer keer herhaald. Bijvoorbeeld eindcijfer bepalen van deelnemers aan een module. zolang er deelnemers zijn, moet het eindcijfer worden berekend

22
Q

Waneer kies je voor een For Loop?

A

De for lus kies je als je van te voren exact weet hoe vaak je de lus gaat doorlopen.

23
Q

Waneer kies je voor een While Loop?

A

Weet je niet op voorhand hoe vaak je de lus gaat doorlopen dan kies je voor de while.

24
Q

Mag je een break gebruiken in for loops?

A

Bij de for–lus wordt op internet en ook in de Cisco cursus gewezen op de mogelijkheid om voor een break te kiezen

Dit gedrag willen wij niet zien!!

In dat geval kies je dus voor de while-lus

25
Q

Een iteratie uit DRIE delen wat zijn deze?

A
  • Initialisatie
  • Stopcriterium
  • Beïnvloeden stopcriterium

Python:
i = 0
rij = [ ]

while i < 10:

rij.append[10 – i]
i = i + 1 print(rij)
26
Q

Wat is een substring?

A

deel van een string

27
Q

Wat betekent de [1] in dit stuk code

waarde = “Hello World!”
print(waarde)
print(waarde[1])

A

De ‘index’ zoals we die waarde tussen de [] noemen begint dus bij 0!

28
Q

Hoe haal ik een deel uit een string?

A

Dit kan door een substring (deel) uit een string te halen. Dit kan met hexWaarde[]waarbij tussen de ‘[]’ de positie (index) van de op te vragen waarde wordt benoemd.

29
Q

Hoe haal ik meerdere karakters uit een string?

A

Stel ik wil niet 1 maar 2 of meer karakters uit een string weten. Dan werkt dit alsvolgt.

Je gebruikt nog steeds de ‘[]’ gevolgd door

diverse getallen.

Opmaak is dan alsvolgt:

hexWaarde = ‘1A3B’
hexWaarde[1:3] uitvoer: ‘A3’

30
Q

Wat is een lijst in python?

A

Een lijst is een functie om data op te slaan in python.

Zoals de naam het al zegt wordt het gebruikt om lijsten op te slaan. Voorbeelden zijn lijsten van namen, leeftijden, enz.

Verschil met een string zoals eerder benoemd is dat er in elke cel van een lijst weer een hele string kan worden toegekend.

Maar ipv die string ook integers, float, lijsten enz. enz.

31
Q

Welke operaties kun je uitvoeren op een lijst?

A

Operaties

  • retrieve
  • update
  • insert
  • remove
  • append
32
Q

Wat is een tuple?

A

Tuple:
- Een tuple heeft een vaste lengte, een list is dynamisch.
- Een tuple kun je dus zien als een constante.
- Een tuple kun je niet aanpassen, een list wel.

33
Q

Kun je een tuple wijzigen?

A

Nee Dit is een vaste set gegevens die niet wijzigen. Hier is een Tuple geschikt voor.

voorbeeld:
dagen = (‘Maandag’, ‘Dinsdag’, ‘Woensdag’, ‘Donderdag’, ‘Vrijdag’, ‘Zaterdag’, ‘Zondag’)

34
Q

Wat kan een tuple niet?

A

Aan een tuple kun je:

  • geen elementen toevoegen
  • geen elementen verwijderen
  • geen elementen aanpassen
35
Q

Wat kan een tuple wel?

A
  • wel elementen tellen
  • wel elementen benaderen door de
    indexwaarde mee te geven
36
Q

Wat is een dictionary?

A

Wil je gegevens kunnen benaderen door een key-value (sleutelwaarde) dan kun je kiezen voor een Dictionary

```python
student = {2230345: ‘Jansen’, 2230456: ‘Pieterse’}
~~~

Benaderen van deze gegevens gaat dan via de sleutelwaarde (hier studentnummer) en dus niet via een index!

37
Q

Leg uit wat ‘value pairs’ zijn?

A
  • Kun je het beste voorstellen als een ongeordende “sets van sleutels*” (value pairs), waarbij de key (sleutel) uniek is binnen de dictionary.
38
Q

Wat is een dictionary? 2

A
  • Wordt geïndexeerd door een sleutelwaarde en niet door index (zoals list en tuple)
  • Kun je het beste voorstellen als een ongeordende “sets van sleutels” (valuepairs), waarbij de key (sleutel) uniek is binnen de dictionary.
  • De value (waarde) is gekoppeld aan de key
  • Key en waarde worden gescheiden door “:
  • Elementen gescheiden door “,
39
Q

Noem een aantal functies:

A
  • print()
  • input()
  • int()
  • str()
  • float()
40
Q

Waarom gebruiken we functies?

A

Functies worden gebruikt om vaak kleine stukjes functionaliteit te coderen, hierdoor kan het stuk code vaker worden aangeroepen en weet je zeker dat de code iedere keer dezelfde werking zal hebben.

Ook kan het voorkomen dat je vaker dezelfde code wilt uitvoeren. Door gebruik te maken van een functie, programmeer je dit 1 keer waardoor geen kopie van dezelfde code in je programma terecht komt.

  • Een subprogramma met één duidelijke taak
  • Moet te begrijpen zijn zonder kennis van de rest van het programma.
  • Heeft een duidelijke naam, zoals ”print”, ”input” of ”int”.
  • Is multi-inzetbaar om de betreffende taak uit te voeren.
41
Q

Wat is een Monolithische structuur?

A

Sectie B komt meerdere keren voor Een wijziging in sectie B moet 3x doorgevoerd worden Grote kans op fouten Door in de basis structuur sectie B te vervangen door een functie, is er nog slechts 1 versie van sectie B

42
Q

Uit welke onderdelen bestaat een ‘def’

A

def <functieNaam>([<parameter1>, <parameter2>, ...]):
return <waarde></waarde></parameter2></parameter1></functieNaam>