Introduction to ICT Flashcards

1
Q

Elicitatie User story’s

A

enquête, conceptmapping, observeren, brainstrom & brown paper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke dingen worden besproken in een Scrum Meeting

A

Wat heb je gister gedaan.
Wat ga je vandaag doen.
Zijn er obstakels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt Epic in

A

Veel omvattend werk dat kan worden opgesplitst in veel kleinere User story’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt een Feature in

A

Laat de behoefte zien van de stakeholders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt een User Story in.

A

Korte requierment of verzoeken vanuit de eind gebruiker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt een Sketch in.

A

Grove schets op een vel papier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een WireFrame in.

A

Een ruwe schets met informatie en relatie tussen vraag van eindgebruiker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt een Mock-Up in.

A

Een gedetailleerde schets van een WireFrame voorzien van kleuren (tekst/afbeeldingen/logo’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt een prototype in.

A

Een werkende applicatie die de werking van functionaliteiten kan laten zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doe je bij Valideren.

A

Controleert of alles wat de klant wil geïmplementeerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doe je bij verificatie

A

Controleert of alle eisen juist zijn verwerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doe je bij een Acceptatie Test

A

Je controleert samen met de klant of alles klopt. (Valideren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een Unit-test.

A

Hier worden individuele componenten getest. Voldoen de Componenten aan de beschreven component design.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een Integratie test.

A

Je controleert alle componenten die gemaakt zijn en of ze samenwerken met elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Systeem test.

A

Controleren op Performance, Volume, Stress & Documentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is DoD

A

Definition of done

Een duidelijke omschrijving van hoe een opgeleverde Product Backlog item uit moet zien.
* Wanneer mag een user story (scrum board item) naar “Done”
* Manier om kwaliteit te borgen in scrumteam
* Zorgt voor transparantie en duidelijkheid
* Geldt voor alle user story’s
* Wordt in begin van iedere sprint even herhaald en bijgesteld indien nodig

Soort checklist met activiteiten die moet worden afgevinkt. Een goede DoD leidt tot:
* Heldere verwachtingen tussen PO en Development team
* Verhoging afleversnelheid. Checklist zorgt dat je niets vergeet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de 12 Principes van scrum

A

Tevreden stellen klant - Werkende Software
Veranderede eisen - Constant tempo
Werkende Software - Voortdurende focus
Samen werken - Versimpelen
Gemotiveerde Mensen - Zelfsturende teams
Face to face communicatie - Zelf effectiever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voordelen (4) van een Roadmap

A
  1. Vertaalde visie naar plannen
  2. Stimuleert meedenken
  3. Houvast bij keuzes
  4. Uitgaven, Capaciteiten en budgetten in beeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat bepaalt een product owner.

A
  1. Bepaalt functionaliteit van het product.
  2. Bepaalt de eind datum en inhoudt.
  3. verantwoordelijk voor winst gevigheid
  4. profiteert functionaliteit
  5. Accepteert Wel/Niet (Go/No-go)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een requirement

A

Een behoefte of doelstelling van een belanghebbende. dan wel eis, wens of beperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar staat INVEST voor

A

I Independent
N Negiotable
V Valuable
E Estimatable
S Small
T Tetstable

22
Q

Waar focust een User Story op

A

Focus op beleving

23
Q

Waar focust een Requirement op

A

Focus op functionaliteit

24
Q

Wat is:
MMI
HMI
CLI
TUI
GUI
VUI
NUI

A

HMI = Human Machine Interface
CLI = Command Line Interface
TUI = Text Based User Interface
GUI = Graphical User Interface
VUI = Voice User Interface
NUI = Naturel User Interface

25
Q

Welke 5 kopjes horen bij de waterval methode

A
  1. Analyse
  2. Ontwerpen
  3. Ontwikkelen
  4. Testen
  5. Implementeren
26
Q

Nadeel Waterval methode

A

Kan botsen met doelstellingen m.b.t. maximale snelheid en flexibiliteit.

27
Q

Wat is SCRUM

A
  1. Focus op het beste resultaat.
  2. Korst mogelijke tijd
  3. Werkende software na iedere sprint
  4. business bepaalt prioriteit
  5. Team bepaalt manier
28
Q

Kenmerken van SCRUM

A
  1. zelfgeoganiseerde teams
  2. Sprints
  3. Product Backlog lijst Eisen
  4. Geen voorgeschreven technische oplossing
29
Q

Agile Manifesto:
1. Personen en Interactie zijn belangrijker dan ->
2. Goedwerkende software is belangrijker dan ->
3. Samen werken met klant is belangrijker dan ->
4. Omgaan met veranderingen is belangrijker dan ->

A
  1. Personen en Interactie zijn belangrijker dan -> Processen en tools
  2. Goedwerkende software is belangrijker dan -> Documentatie
  3. Samen werken met klant is belangrijker dan -> Onderhandelingen en contracten
  4. Omgaan met veranderingen is belangrijker dan -> Het volgen van een plan
30
Q

V-Model van SCRUM 1 tot 7

A
  1. Product vision
  2. Product Roadmap
  3. Release Planning
  4. Sprint Planning
  5. Daily SCRUM
  6. Sprint Revieuw
  7. Sprint Retrospective
31
Q

Wat zijn Criteria van een Roadmap

A
  1. ondersteunt maken keuzes en formuleren doelen
  2. geeft scherper beeld toekomstvisie
  3. vereenvoudigt samenwerking
  4. draagt bij aan stellen prioriteiten
  5. je kan inspelen op veranderingen, kansen en
  6. bedreigingen
  7. is niet statisch (continu bijgewerkt)
  8. opstellen teamdoelen mogelijk
  9. gesupport door Agile-werkmethoden (Scrum, Lean, etc.)
  10. verduidelijking korte termijn denken en lange termijn visie
  11. steunt Agile inrichting van innovatie
32
Q

welke 3 soort stakeholders zijn er

A
  1. Interne stakeholder
  2. Externe stakeholders
  3. Interface stakeholders
33
Q

Wat is een Interne stakeholder

A

Deze partijen willen hoofdzakelijk dat het project winstgevend en/of efficiënt verloopt. Voorbeeld zijn afdelingen binnen de organisatie.

34
Q

Wat is een externe stakeholder

A

Deze partijen zitten veelal op behoefte-invulling van het project en hebben een emotioneel belang. Het betreft bijvoorbeeld de eindgebruiker.

35
Q

Wat is een interface stakeholder

A

Deze partijen kunnen van invloed zijn bij de wet en regelgevening. bijvoorbeeld de overheid, maatschappij en onderwijs.

36
Q

Wat doen Stakeholders

A
  1. Gebruik maken van het product.
  2. Leveren eisen en wensen.
  3. Basis voor user story’s.

onder alle stakeholders vallen alle klanten van een scrum team. Dit zijn de eindgebruikers van het te ontwikkelen product.

37
Q

Wat is de Correcte uitvoering van een SCRUM master?

A
  1. Servant Leader
  2. Faciliteert
  3. leraar
  4. Coach
38
Q

Met wie heeft de SCRUM Master contact

A
  1. Organisatie
  2. Product Owner
  3. Development team
39
Q

verantwoordelijkheden van een Scrum master zijn?

A
  1. Vertegenwoordigt het management naar het project
  2. Verantwoordelijk voor de toepassing van Scrum waarden en normen
  3. Verwijdert belemmeringen
  4. Zorgt voor optimale productiviteit van het team
  5. Zorgt voor samenwerking tussen de verschillende disciplines en rollen
  6. Schermt het team af van verstoringen van buiten
40
Q

Wat zijn de verhoudingen van een development team.

A
  1. zelforganiserend
  2. persoonlijk leiderschap
  3. cross-functioneel (samen 80% vaardigheden)
  4. team is één.
  5. samen verantwoordelijk
41
Q

Wat is de Value van een user story?

A

Voegt een waarde toe voor de eindgebruiker.

42
Q

Eisen van Requirements

A
  1. Geïdentificeerd (unieke code)
    2.Grammaticaal correct (eerst actor, dan wat)
  2. Atomair (één issue)
  3. Geen verboden woorden (niet meetbaar)
  4. Geen ontwerpaspecten (button/knop/menu)
    6.Uniform (indien nodig: woordenlijst)
  5. Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden
  6. Onderling consistent
  7. Geprioriteerd
  8. Eigenaar
  9. Geaccepteerd
  10. Traceerbaar (waar gebruikt)
43
Q

Wat is een breakdown Example

A

Je onderverdeeld een geschreven user story in opdrachten

voorbeeld:
Als geregistreerde gebruiker
Wil ik inloggen met mijn username en password
Zodat het systeem me kan authentiseren en ik het kan vertrouwen.

We hebben een nieuw UI-element voor inloggen nodig
We moeten encryptie functionaliteit hebben voor het wachtwoord
We moeten een tabel maken in de database voor userinformatie
etc.

44
Q

wat zijn Functionele eisen

A

Functie die het systeem voor de gebruiker moet vervullen (gedrag, gegevens, foutafhandeling, dynamiek, presentatie)

45
Q

wat zijn niet Niet-functionele eisen.

A

Niet-functionele
Eigenschap of karakteristiek waar het systeem aan moet voldoen (ISO 25010), vaak ook kwaliteitseisen genoemd.

46
Q

Hoe verkom je assume

A

Geen aannames maken. Altijd bij de klant valideren of jouw interpretatie juist is.

47
Q

Wat betekend “NO CONTENT” in een scrum meeting.

A

Niet ingaan op inhoudelijke zaken. Dit doe je NA de dag start!

48
Q

Hoe vaak vind een SCRUM meeting minimaal plaats per week?

A

Minimaal 3x per week.

49
Q

Wat is het proces van een Sprint Backlog

A

Taken onderkend
Elke taak wordt begroot
Gezamenlijk, niet alleen door Scrum Master
High-level ontwerp wordt overwogen

50
Q

leg uit wat een Sandbox TEST inhoudt

A

Vindt plaats in geïsoleerde omgeving
Productieomgeving geïsoleerd van testomgeving
Minimaliseert risico
Staat los van keuze white , grey and black boxtest

51
Q

Waarom is testen van software zo belangrijk?

A

Financiële verliezen door fouten in software
Verkeerde adviezen
Imagoschade/verlies Goodwill
Productie-uitval
Bedrijfscontinuïteit
Verlies van levens