Schrijfmotoriek Flashcards
Wat zijn de voordelen van het schrijven t.o.v. het typen volgens wetenschappelijk onderzoek?
- Kinderen herkennen de letters beter wanneer ze deze schrijven.
- Kinderen kunnen beter spellen
- Schrijven heeft een andere invloed op de cognitieve functies dan typen op een toetsenbord: beïnvloed de schrijf- én leesvaardigheid.
- Relatie tss schrijven en leren lezen: kinderen die leren lezen via een computer hebben meer leesproblemen dan kinderen die al kunnen schrijven en dan pas leren lezen.
- Het leren van de visuele vorm van de letter en de auditieve weergave (grafemen en fonemen): wordt ondersteund door het voelen en uitvoeren van het motorische programma van de letter: het schrijven zorgt voor bredere en intensievere hersenactiviteit.
- Wie schrijft verwerkt en structureert al de info.
Wat is een psychomotorische activiteit?
Schrijven is een vorm van bewegen. –> Het technische aspect van schrijven (de grafemen vormen).
Verder heeft schrijven ook een inhoudelijk aspect: 3 functies:
1. Conceptualiserende/begripsvormende functie: een to-dolijstje, spiekbriefje, notities…
2. Expressieve functie: we schrijven om uit te drukken wat er in ons omgaat. De schrijver uit zich.
3. Communicatieve functie: we delen iets mee aan anderen. (Ervaringen, gedachten…). Dit vervangt de mondelinge mededeling.
Leg uit waarom schrijven een psychomotorische activiteit is:
Schrijven is meer dan een fijnmotorische activiteit, namelijk motorisch-intentioneel bewegen. We zetten ons lichaam en bewegingen doelgericht in om een specifiek, vooraf bepaald doel te bereiken.
Er is samenwerking nodig van:
- de MOTORISCHE aspecten (de spieren, zenuwstelsel, gewrichten),
- de COGNITIE (het doel, de wijze waarop..),
- de SOCIALE aspecten (met wie, aan wie, alleen, met anderen?…)
- de EMOTIONELE component (hoe voel je je erbij, past je houding en bewegingen aan je emotionele beleving?)
Wat is de psychomotorische driehoek?
—————————-Lichaam (motoriek)
Emotie ——————————————————- Kennis
Sociaal——————————————————— Cognitie
Affectieve
Deze 3 componenten zijn met elkaar voortdurend in interactie. Vandaar de psychomotorische driehoek.
Overzicht geven van de schrijfboom: 3 hoofddelen: wortels, takken en bladeren. De grote onderdelen van deze kunnen geven.
Net als bij een boom is het belangrijk dat de wortels (de fundamenten) stevig verankerd zijn. Zij vormen de basis voor de verdere ontwikkeling.
WORTELS:
* Lichaam: Grootmotorische en fijnmotorische vaardigheden ontwikkelen.
* Lichaamshouding en evenwicht
TAKKEN van de boom:
* Lateralisatie
* Handvaardigheid (fijnmotorische oog-handcoördinatie)
* Ruimtelijke oriëntatie (omgaan met ruimte)
* Ritmegevoel (omgaan met tijd)
* Visuele vaardigheden (ooghandcoördinatie, visuomotorische ontwikkeling)
* (Auditieve vaardigheden)
BLAADJES van de boom:
* Specifieke schrijfvaardigheden
* Doelen
Elke leerlijn kan in kleine leerlijnen onderverdeeld worden. (De grote tak vertakt in kleine takken en uiteindelijk blaadjes).
Wat zijn de 3 ontwikkelingsperioden voor ontluikend schrijven op school?
- Ontluikend schrijven (kleuterschool)
- Aanvankelijk schrijven (1e & 2e leerjaar)
- Voortgezet schrijven (vanaf 3e leerjaar).
Wat is ontluikend schrijven?
Ontluikend schrijven en niet voorbereidend (lijkt alsof ze het nu nog niet kunnen).
Ontluikend schrijven: de 3 componenten: motoriek, cognitie en sociaal-emotioneel.
MOTORIEK: (Psyhomotoriek): de schrijfboom van krullenbol.
COGNITIE: kind krijgt inzicht in schrijfmotorisch handelen. (Schrijfhand, schrijfgerei, goede schrijfhouding, schrijfblad positioneren, lichaamsbesef).
SOCIAAL-EMOTIONEEL: goesting om te schrijven. Krabbels worden geschreven/getekende boodschappen. Beleven plezier aan schrijven, uiten van gevoelens en gedachten…
Wat is aanvankelijk schrijven?
Dit is de periode (1e&2e lj) waarin alles wordt aangeleerd. (Eerst de kleine letters, makkelijkere verbindingen om dan over te gaan naar hoofdletters en moeilijkere verbindingen, leestekens, rekentekens…).
(Sommige lees- en schrijfmethodes worden gecombineerd: zowel een bepaalde letter leren lezen en schrijven).(
Wat is het voorgezet schrijven?
Dit is de periode (vanaf 3e lj) waarin kinderen kinderen ervaren dat het handschrift een middel is om gedachten op papier te zetten (conceptualiseren), om zich uit te drukken (expressie) en met iemand te communiceren (communicatie).
Nu oefenen en herhalen ze om het handschrift te automatiseren. Schrijftempo wordt versnelt en vormgeving wordt verfijnt. Het eigen handschrift ontwikkeld zich nu.
Nadruk op: leesbaarheid, regelmaat en tempo.
Wat zijn de 4 lateralisatieniveau’s die belangrijk zijn in de ontwikkeling van het schrijven?
- Lateralisatie op niveau van het LICHAAM: ontdekken dat je lichaam uit 2 kanten bestaat.
- INTERMANUELE lateralisatie: Voorkeurshand ontwikkelen tov steunende hand.
- Leren KRUISEN van de MIDDENLIJN: vlot heen en weer werken over de middenlijn.
- INTRAMANUELE lateralisatie: ontwikkeling van de steunende kant en de bewegende kant in de schrijfhand.
Wat is lateralisatie op niveau van het lichaam?
De ontwikkeling van het ervaren van de verschillen tussen links en rechts. (ook boven, onder, voor en achter). Dit gaat samen met oriëntatie van je lichaam in ruimte en oriëntatie van objecten. —> Goed doorvoelen van de drie lichaamsassen. Je vormt een vast referentiepunt –> zo kan je je goed oriënteren.
Wanneer je goed beseft wat links en rechts is, wordt er pas bewustzijn van het midden gevormd.
Wat is intermanuele lateralisatie?
2 handen: –> voorkeurshand en steunhand.
Voorkeurshand specialiseert zich in de bewegende functie. Steunhand –> steunende functie.
4-6mdn: bimanueel manipuleren op middenlijn
3-4/6jaar: voorkeurshand wordt stabiel en ontwikkelt zich als meer bewegende hand.
4-6jaar: niet voorkeurshand ondersteunt en ontwikkelt zich meer als steunende hand.
3-6 jaar: je beide handen leren samenwerken, elk vanuit die eigen taak.
5-8jaar: functiewisseling: je beide handen leren elkaars taken op een vlotte manier overnemen.
Soms: jong kind moeilijk met bepaalde taak (steunende en bewegende hand) zullen de functies tussen die twee handen wisselen (bv. uitknippen figuur).
Tips: vouwen: origami, brief in 4 en in envelop steken…, hoge toren bouwen, cirkel uitknippen, eten met mes en vork…
Leg uit: leren kruisen van de middenlijn:
Vanzelfsprekend en automatisch kruisen van de middenlijn van het lichaam. (Tijdens het werken aan tafel, lezen, schrijven,….)
–> is de basis voor het ontwikkelen van een flexibele werkrichting –> kind werkt spontaan en standaard 1 kant op. (De westerse links-rechtsrichting).
Middenlijn = vertrekpunt. en zo naar buiten werken.
ANKERS in ontwikkeling:
Stap 1: heen en weer werken aan een kan van middenlijn = UNILATERAAL/eenzijdig werken. (Rechterhand rechts, linkerhand links). Middenlijn wordt niet gekruist!
Stap 2: vanuit de werkhand leren de ML kruisen (tussen 4 en 6 jaar). –> voorkeurshand rechts –> kind zal van rechts naar links werken in deze stap. KOMT GOED.
Stap 3: de tegenrichting over de middenlijn = natuurlijke voorkeurrichting: stopt aan de middenlijn.
Stap 4: heen en terug werken: richting en tegenrichting: je ervaart beide richting en
Stap 5: aannemen van de westerse cluturele werkrichting. (vlot heen en weer kunnen werken, het begrijpen en aanvoelen). Je kan vlot in beide richtingen werken, maar je neemt de richting aan die afgesproken is in de cultuur.
Leg uit: intramanuele lateralisatie:
Hoe observeren en hoe stimuleren?
= het leren samenwerken van de bewegingsfunctie van de hand aan de duimzijde en de steunfunctie aan de pinkzijde. –> de lateralisatie binnen je hand. Zowel voorkeurshand als niet voorkeurshand (denk aan typen).
Observeren?: lange lijn trekken, kleine voorwerpen laten oprapen en tijdens oprapen laten vastnemen (pink, ring- en middenvinger houden vast, duim en wijsvinger rapen op).
Stimuleren?: kleine vormen inkleuren, lijnen trekken, natekenen geometrische figuren, bandje-lint-kraal-ding.
Wat zijn de belangrijke ontwikkelingslijnen bij handvaardigheid?
Handvaardigheid = nauw verbonden met lateralisatie en pengreep.
4 ontwikkelingslijnen:
1. Verfijnen van de handsturing
2. De ontwikkeling van het eenhandig grijpen en de opponeerbare duim
3. Het ontwikkelen van de steunfunctie in de bewegende hand (intramanuele lateralisatie)
4. Het ontwikkelen van de manipulatiemogelijkheden in je hand die instaan voor handigheid of praxie.