schakelingen Flashcards

1
Q

P: Hoe bereken je de geleidbaarheid?

A

G= 1/R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

P: Hoe bereken je de totale weerstand?

A

R= 1/G (G totaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

P: Wat is er gelijk?

A

de spanning (U)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

P: Hoe bereken je de totale stroom?

A

door alle losse stromen (I) bij elkaar op te tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

S: Hoe bereken je de geleidbaarheid?

A

G= 1/R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

S: Hoe bereken je de stroom?

A

De stroom is overal gelijk (I)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

S: Hoe bereken je de totale spanning?

A

Door alle losse spanningen (U) bij elkaar op te tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

S: Hoe bereken je de weerstand?

A

R= 1/G en dat bij elkaar optellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly