Samenvatting Marijke Flashcards
Werkingsmechanisme placebo
Werkt via opioïde en dopamine netwerken.
Werkt beter als echte medicijn al een keer gegeven is.
Werkingsmechanisme placebo uit elkaar gehaald
Naast error etc ook:
Verwachting
- angst
- beloning
Leren
- Pavlov conditionering
- social learning
- reinforced verwachtingen
Nocebo hyperalgesie
Pijn opwekken door angst (activatie HPA-as)
Medicatie dat werkt op nocebo
Benzodiazepine
```
CKK antagonist
verborgen toediening CKK antagonist geen effect, manier van behandeling van belang
~~~
Drie soorten leren bij placebo
- klassieke conditionering
- Versterkte verwachtingen
- sociaal leren
Hoop en verwachting bij placebo
Hoop is primaire mechanisme van werking van psychotherapie (hawthorne effect)
Placebo werkt niet als verwachtingsgerelateerde mechanismen niet werken
Drie mechanismen die placebo effect teweeg kunnen brengen (artikel Bensing en Verheul)
- Conditionering
- manipulatie van verwachtingen van de patiënt
- beïnvloeding affectieve staat en stressniveau van de patiënt
Empatische arts laat stress doen afnemen.
beïnvloeding affectieve staat en stressniveau van de patiënt (placebo)
Stressreductie -> verlaging cortisolniveau -> snellere wondgenezing
Sociale steun -> minder ervaren pijn -> betere gezondheid
Negatief affect -> verhoogde noradrenaline concentratie -> overgevoeligheid voor pijn (nocebo)
Stress -> activatie sympaticus -> meer pijn
Interactie tussen affect en verwachtingen: positieve verwachtingen leiden tot positiever affect. Verandering affect leidt tot verandering verwachting.
Impulsiviteit + hersengebied (drugscollege)
Onvermogen beloning uit te stellen
Ventrale striatum
Compulsiviteit + hersengebied (drugscollege)
Onvermogen gedrag aan te passen na negatieve feedback. (niet kunnen stoppen, gewoonte)
Dorsale striatum.
Van impuls naar gewoonte
Verschuiving van ventraal naar dorsaal.
Neuronale aanpassingen en plasticiteit, hippocampus en amygdala betrokken.
Bottum up en top down (verslaving)
impulsiviteit en compulsiviteit = bottum up
Ventromediale prefrontale cortex = top down
Factsheet dopamine
From: Tyrosine (L-DOPA->DA->NE->E)
Into vesicles: VMAT2
Transporter: DAT (en NET)
Vernietiging: MAO-A, MAO-B, COMT
Receptor: D1-D4 (D2 ook presynaptisch)
Craving
Heel veel DA
Upregulatie DA receptoren
De vele DA receptoren hebben DA nodig
Craving om aan DA te voldoen
Endogene stoffen (die drugs proberen te imiteren)
- Endorfinen (morfine/heroïne)
- Anandamine (marihuana)
- Acetylcholine (nicotine)
- Dopamine (amfetamine/cocaïne)
Amfetamine (stimulantia)
Vermindering dopaminetransport (DAT) -> niet meer opgenomen, meer in synaps
én
Bezetting van vesiculaire transporter (VMAT2) -> alle opgeslagen dopamine in één keer losgelaten, kick
Metamfetamine (stimulantia)
Werkt zelfde als amfetamine, maar sneller (meer DA in synaps + kick)
Methylfenidaat (ritalin) (stimulantia)
Werkt zelfde als amfetamine, maar trager en zwakker (meer DA in synaps + kick)
Cocaïne (stimulantia)
Werkt zelfde als amfetamine, maar ook nog op andere systemen (SERT en NET) (meer DA in synaps + kick)
Effecten stimulantia
korte termijn:
- energie
- euforie
- minder honger
- slapeloos
- angst, agressie, paranoia etc
lange termijn
- verhoogde hartslag en bloeddruk en onomkeerbare schade aan vaten
Behandeling tegen verslaving amfetamine (5)
- GABA-achtige medicatie
- Cocaïne vaccin
- D2 partiële agonist, aripiprazole (laat deel beloning wegvallen)
- D3 partiële agonist
- Naltrexone
Nicotine
Werkt op drie manieren op acetylcholerge receptoren
- Direct: nicotine bindt aan receptor subtype op dopamineneuronen in het VTA, zorgt voor afgifte dopamine in nucleus accumbens
- Indirect: nicotine bindt op receptor subtype op glutamaatreceptoren in het VTA, daardoor glutamaat afgegeven aan de dopamineneuron, waardoor dopamine wordt afgegeven in de nucleus accumbens
- Nicotine desenticeert receptor subtype op GABA interneuron in het VTA, waardoor afgifte dopamine minder geremd wordt
Nicotine verslaving
Bij chronische desentisatie nemen A4B2 receptoren toe (upregulatie). Bij hersentisatie (terugkeer in ruststaat) zorgen ze allemaal voor craving, waardoor verslaving erger wordt.
Varencline (bij nicotine)
Neemt belonende effect roken weg
Partiële agonist met grotere affiniteit voor A4B2 receptor. Stabilliseert het kanaal. Nicotine kan mesolimbische beloningssysteem niet volledig activeren
Bupropion (bij nicotine)
Verminderd craving van roken
Noradrenaline Dopamine heropname remmer (NDRI)
Alcohol (3 effecten)
- verminderd exitatoire neurotransmissie in glutamaatsynapsen
- versterkt inhiberende neurotransmissie in GABA synapsen
- werkt op opiaat- en endocannabinoïde receptoren, waardoor dopamine wordt afgegeven in nucleus accumbens
Naltrexon (bij alcohol)
Blokkeert plezier van alcohol drinken en verlangen daalt
Blokkeert u-opiaat receptoren
Acamprosaat (bij alcohol)
Verminderd craving naar alcohol
Stimuleert GABA en verminderd glutamaatactiviteit
Disulfiram (bij alcohol)
Katergevoel bij drinken alcohol
Concentratie aceeltaldehyde hoger
Opiaten
Werken pijnstillend en ontspannend.
Gemaakt van POMC, ze geven enkefaline af en werken op mu, delta en kappa
Ze projecteren naar VTA en nucleus accumbens en werken op dopamineneuronen
Clonidine (bij opiaat)
maakt afkicken makkelijker
vermindert symptomen van autonome hyperactiviteit (adrenerge agonist)
Naltrexone (bij opiaat)
bij overdosis
opiaat antagonist
Methadon (bij opiaat
verminderd ontwenningsverschijnselen
volle agonist voor opiaatreceptor
Buprenorfine
Vervangt drugs om te kunnen afbouwen
Partiële mu opiaat antagonist. Gecombineerd met naloxone waardoor iemand geen euforie ervaart.
Sedatieve slaapmiddelen (drie groepen)
- barbituraten
- alcohol
- benzodiazepines
PAM van GABA
Marijuana
Bij langdurig gebruik a motivationele syndroom.
Rimonabant is een antagonist voor marihuana.
Hallucinogenen (drie klassen)
- serotonine nabootsende middelen (LSD, XTC)
- Dopamine/noradrenaline nabootsende middelen: mescaline
- ‘designer drugs’, zoals MDMA worden gemaakt als partydrug
Psychedelisch: verhoogde zintuiglijke gewaarwording
Psychotomimetisch: imiteert psychose
Selectieve aandacht (hersengebied)
Dorsale anterieure cingulate cortex
Volgehouden aandacht (hersengebied)
Dorsolaterale prefrontale cortex
Hyperactieve symptomen (hersengebied)
Prefrontale motor cortex
Impulsieve symptomen (hersengebied)
Orbitofrontale cortex
Noradrenaline bij HCN kanaal (ADHD)
Versterkt het signaal door HCN kanaal te sluiten
Dopamine bij HCN kanaal (ADHD)
Verzwakt het signaal door het kanaal te openen (ruissignalen verzwakken)
fMRI bij ADHD
hypoactivatie in netwerken gerelateerd aan executieve functies.
Ter compensatie in andere gebieden hyperactiviteit
Linkage studie ADHD
kijken of bepaalde genen vaker voorkomen
Candidate gene studies ADHD
kijken naar één specifiek, mogelijk betrokken gen
GWAS studies ADHD
zoeken naar patronen
Methylfenidaat (ADHD) - stimulantia
Ritalin
Allosterische NET en DAT inhibitor, blokkeert heropname dopamine en noradrenaline
Amfetamine (ADHD) - stimulantia
Dexamfetamine
Competatieve NET/DAT en VMAT-inhibitor
meer in synaps en kick
Atomoxetine (ADHD) - niet stimulantia
is een SNRI, een NET inhibitor
In PFC zitten weinig DAT transporters, dus dopamine wordt opgenomen door NET. In nucleus accumbens zit weinig NET, daardoor is kans op verslaving klein
a2A-agonistenn (ADHD) - niet stimulantia
verbetering cognitief functioneren
- clonidine
- guanfacine
Vijf neurotransmitters slaap
- histamine
- dopamine
- noradrenaline
- serotonine
- acetylcholine
CSTC loop bij slaap
reguleren arousal, door controle van thalamische filter
Slaap/waak switch
Slaap: VLPO: GABA
Waak: in de TMN: Ach, NE, 5HT, DA, HA
Het homeostatische en circadiane proces werken hier op in
Homeostatische proces
Langzame toename adenosine
Circadiane proces
Gecontroleerd door interne klok in de SCN (hypothalamus) - inhibeert melatonine en andersom
Hypocretine/orexine
Stabiliseert slaap/waak switch
Suprachiasmatische nucleus
Stabiliseert doordat het het geactiveerd wordt door licht (innerlijke klok)
insomnia
- inslaapproblemen
- doorslaapproblemen
- vroeg wakker
Slaap/waak switch staat snachts aan, medicijnen moeten GABA bevorderen of histamine blokkeren
Hypersomnia
Slaperig overdag
medicijnen moeten histamine bevorderen
Slaap/waakritme verstoring
‘phase delayed’, slaap/waak switch gaat te laat aan.
Lichttherapie en melatonine
REM on en REM off
REM slaap wordt gereguleerd door neurotransmitters
REM-ON: histamine en acetylcholine
REM-OFF: noradrenaline en serotonine