RWD Flashcards

1
Q

Absolute gegevens

A

getallen die naar daadwerkelijke hoeveelheden of aantallen verwijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Relatieve gegevens

A

veerhoudingsmatige gegevens waar je niet direct het daadwerkelijk getal of aantal aan kunt aflezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Declaratieve kennis

A

= parate feitenkennis
Zoals: ½ = 5/10 = 0,5 = 1:2 = 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Productief oefenen:

A

de kinderen zelf vragen te laten maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Recht evenredig verband

A

een verhouding tussen 2 of meer getalsmatige of meet kundige beschrijvingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Evenredig verband

A

dat als het ene getal zoveel zo groot (of klein) wordt, het andere getal ook zoveel groter of kleiner wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Grootheid

A

lengte, gewicht, tijd en inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Samengestelde grootheid

A

snelheid en dichtheid

Zoals: km/u is samengesteld uit de grootheden lengte en tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kwalitatieve verhouding

A

beschrijft in grove zin een verhouding met behulp van gegevens door schatten, beredeneren of benaderen via passen en meten.

Wanneer kinderen met speelgoedautootjes aan het spelen zijn, kan gevraagd worden of een (relatief te groot) poppetje daarbij past.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kwantitatieve verhouding

A

is een verhouding die kan worden uitgedrukt in getallen. Bij een kwantitatieve verhouding kunnen de getallen in een verhoudingstabel gezet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Interne verhouding

A

verhouding treft 1 grootheid of eenheid
1 op de 4 pabostudenten is een jongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Externe verhouding

A

betreft 2 verschillende grootheden
Afgelegde afstand in een bepaalde tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lineair verband

A

verband tussen 2 grootheden dat als grafiek een rechte lijn heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Modellen bij verhoudingen

A

Dubbele getallenlijn

Verhoudingstabel

Schaallijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ongestandaardiseerde breuken en verhoudingen

A

geen vaste standaard, heeft meerdere vormen waarin je het kunt opschrijven, 1/2 = 2/4 = 4/8

Breuken en verhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gestandaardiseerde breuken en verhoudingen

A

kun je niet op verschillende manieren schrijven, 80% blijft 80%

17
Q

LEERLIJN VERHOUDINGEN

A

Groep 1/2: Kwalitatieve verhoudingen.

Vanaf groep 3: Kwantificeren van verhoudingen.

Vanaf groep 4: Eenvoudige contexten met vermenigvuldigen en delen.

Vanaf groep 5: Complexere contexten en getallen.

Vanaf groep 6: Relatie met breuken.

Vanaf groep 7: Relatie met procenten.

Groep 8: Al het bovenstaande maar dan moeilijker.

18
Q

Didactische modellen

A

Handelingsmodel
Ijsbergmodel
Drieslagmodel