Romeinen Flashcards

1
Q

Rom 1:18

A

Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rom 1:20

A

Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rom 1:25

A

Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rom 3:23-24

A

Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rom 5:3-5

A

maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de heilige Geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rom 6:6-7

A

dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rom 6:16

A

Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rom 7:12

A

Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rom 8:13

A

Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rom 8:20

A

Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rom 9:22-23

A

En als God nu, zijn toorn willende tonen en zijn kracht bekend maken, de voorwerpen des toorns, die ten verderve toebereid waren, met veel lankmoedigheid verdragen heeft - juist om de rijkdom zijner heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van ontferming, die Hij tot heerlijkheid heeft voorbereid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rom 12:2

A

En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rom 11:29

A

Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rom 10:10

A

want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rom 10:17

A

Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rom 12:1

A

Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Rom 13:14

A

Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt.

18
Q

Rom 14:13

A

Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven.

19
Q

Rom 5:10

A

Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft;

20
Q

Rom 5:21

A

opdat, gelijk de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door Jezus Christus, onze Here.

21
Q

Rom 6:12-13

A

Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God.

22
Q

Rom 6:19

A

Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging.

23
Q

Rom 6

A

Met Christus gestorven en opgewekt
#Zonde
#Transformatie

24
Q

Rom 1

A

De schuld der heidenen en hun straf
#verantwoordelijkheid bij de mens
#oordeel
#homosexualiteit

25
Q

Rom 1:21

A

Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.

26
Q

Rom 3:25-26

A

Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden - om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is.

27
Q

Rom 5:18

A

Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven.

28
Q

Rom 6:23

A

Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.

29
Q

Rom 3

A

Gerechtigheid Gods en de dood van Jezus
#oordeel
#zonde

30
Q

Rom 5

A

De vrucht der rechtvaardiging
#redding
#genade
#Adam en Christus

31
Q

Rom 5

A

De vrucht der rechtvaardiging
#redding
#genade

32
Q

Rom 7:5

A

Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen;

33
Q

Rom 7:8

A

Maar uitgaande van het gebod, wekte de zonde in mij allerlei begeerlijkheid op; want zonder wet is de zonde dood.

34
Q

Rom 8

A

Het leven door de Geest
#transformatie
#zonde

35
Q

Rom 9

A

De verkiezing van Israël

36
Q

Rom 10

A

Gerechtigheid uit het geloof

37
Q

Rom 8:26

A

En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.

38
Q

Rom 8:27

A

En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.

39
Q

Rom 8:29

A

Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen;

40
Q

Rom 5:1-2

A

Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.

41
Q

Rom 8:14

A

Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.

42
Q

Rom 8:16

A

Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.