Hebreeën Flashcards

1
Q

Heb 1:2

A

de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Heb 1:9

A

Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heb 2:10

A

Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Heb 2:14-15

A

Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heb 4:12

A

Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heb 5:8

A

en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Heb 11:1-2

A

Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. Want door dit (geloof) is aan de ouden een getuigenis gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Heb 1:3

A

Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Heb 2:4

A

terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de heilige Geest toe te delen naar zijn wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Heb 4:2

A

maar het woord der prediking was hun niet van nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen, die het hoorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Heb 4:3

A

en toch waren zijn werken van de grondlegging der wereld af gereed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Heb 6:4-6

A

Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de heilige Geest, en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben, en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Heb 5:14

A

Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Heb 9:9-10

A

Dit was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd, in zoverre gaven en offers gebracht werden, die niet bij machte waren hem, die (God daarmede) dient, voor zijn besef te volmaken, daar zij met hun spijzen en dranken en onderscheiden wassingen slechts bepalingen voor het vlees zijn, opgelegd tot de tijd van het herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Heb 9:22

A

En nagenoeg alles wordt volgens de wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly