Rode Kruis EHBO deel 6 (Medische noodsituaties) Flashcards

1
Q

Wat is een flauwte?

A

Een plotselinge, kort verlies van het bewust zijn door een tijdelijke afname van de doorbloeding van hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stel je vast bij een flauwte?

A

o Zwakte
o Misselijkheid
o Zweten en koude rillingen
o Zwarte vlekken voor de ogen
o Bewustzijnsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doe je bij een dreigende flauwte zonder bewustzijnsverlies?

A

o Probeer wegraken te voorkomen door het slachtoffer op de grond te leggen en eventueel benen omhoor
o Als het slachtoffer niet opknapt, bel de huisarts
o Bel of laat 112 bellen bij bewusteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doe je bij flauwte met bewustzijnsverlies?

A

o Begeleid het slachtoffer naar de grond
o Bel 112 als het slachtoffer niet opknapt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat stel je vast bij kortademigheid?

A

o Moeilijk ademhaling
o Langere uitademingstijd dan normaal
o Naar adem snakken
o Hals- en schouder spieren bewegen mee met ademhaling
o Angst, onrust, een versnelde hartslag of hartkloppingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 soorten problemen kun je krijgen bij diabetes en welke is het ernstigst?

A

o Hypoglycaemie
o Hyperglycaemie
Hypo is het ernstigst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van hypoglycaemie

A

o Duizeligheid
o Bleke huid
o Zweten
o Plotselinge honger of dorst
o Wisselend humeur
o Moe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doe bij iemand die gewusteloos geraakt bij hypoglycaemie?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Leg het slachtoffer in stabiele zijligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doe je als iemand problemen heeft met hypoglycaemie?

A

Als het slachtoffer kan slikken:
o Geeft eerst snelle suikers (limonade)
o Geef dan trage suikers (boterham)
Als het slachtoffer niet kan slikken:
o Bell 112
o Zorg dat de luchtweg vrij blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is epilepsie?

A

Sommige hersencellen worden over actief en sturen elektrische signalen door het lichaam. Bij een volledige epilepsie aanval spannen alle spieren aan daarna krijgt het slachtoffer spierschokken over het hele lichaam en daarna verslappen de spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zie je bij een epileptische aanval?

A

o Ongecontroleerd de schuld
o Verlies bewust zijn
o Spant ongewild zijn spieren aan
o Bloederig speeksel uit de mond
o Verlies van urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe reageer je bij een epileptische aanval?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Voorkom verwondingen van het slachtoffer
o Stop niets in de mond
o Maak strakke kleding los
o Bedek de persoon met een deken
o Leg het slachtoffer in de stabiele zijligging tot de ambulance er is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn signalen van hyperglycaemie?

A

o Droge mond
o Veel dorst
o Spierzwakte
o Hoofdpijn
o Wazig zicht
o Veel plassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat stel je vast bij een botbreuk?

A

o Flinke pijn
o verkleuring en/of zwelling
o kan het lichaamsdeel niet bewegen of er op steunen
o Soms een zichtbare wond, afwijkende stand
o Krakend geluid bij val

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat stel je vast bij een ontwrichting?

A

o Flinke pijn
o Abnormale stand van gewricht, arm of been
o Het slachtoffer kan lichaam stil niet normaal bewegen
o soms zichtbare wond, verkleuring en/of zwelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat stel he vast bij een verstuiking of kneuzing?

A

o Vooral pijn tijdens belasting
o Mogelijk zwelling
o Mogelijk onvermogen ledemaat te belasten

17
Q

Wat doe je bij een breuk, verstuiking, ontwrichting?

A

o Verplaats het niet onnodig
o Zet ledemaat nooit zelf recht
o Koel voor 10-20 min.
o Bij toenemende pijn stop bij koelen of duidelijke botbreuk koel niet
o Houdt de ledemaat hoog bij het koelen
o Geef bij ernstig letsel niets te eten of drinken
o Schakel zo nodig professionele hulp in
o Ondersteun gebroken been met handen of een deken. Laat het slachtoffer zelf de arm ondersteunen
o Dek huidwonden losjes af
o Dek open botbreuken af zodat er geen vuil in komt.
o Leg steunverband aan bij verstuiking kneuzing

18
Q

Wat stel je vast bij een spierletsel?

A

o plotselinge pijn
o Bij spierscheur voelt de spier zacht aan
o Bij spierkramp voelt de spier hard aan

19
Q

Wat doe je bij een spierletsel?

A

o Koel 10-20 min. bij pijnlijk spierletsel
o Zorg bij oververhitting ook tegelijk voor afkoeling
o Houdt tijdens koelen ledemaat hoog
o Help bij spierkramp met stretchen, koelen of masseren
o Bel huisarts of spoedeisende hulp bij wegvallen functie van ledemaat