Rode Kruis EHBO deel 1 (reanimatie) Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 eerste hulp basis stappen?

A
  1. Zorg voor veiligheid
  2. Beoordeel het slachtoffer
  3. Alarmeer hulpdiensten
  4. Verleen eerste hulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe controleer je het bewustzijn?

A

o Schud aan de schouders
o Vraag duidelijk: “Gaat het?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat als het slachtoffer wel reageert op controle bewustzijn?

A

o Laat het slachtoffer in de huidige positie
o Onderzoek wat er is gebeurd
o Zorg zo nodig voor hulp
o Blijf bewustzijn controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat als het slachtoffer niet reageert op controle bewustzijn?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Laat een AED halen
o Controleer ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe controleer je de ademhaling?

A

o Kantel het gezicht naar achteren
o Til de kin op
o Kijk of de borstkas omhoog gaat
o Luister bij de mond of je geluid hoort
o Voel met je wang of er luchtstroom is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doe je bij een bewusteloos slachtoffer met normale ademhaling?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Laat een AED halen
o Leg het slachtoffer in een stabiele zijligging
o Controleer continu de ademhaling
o Zorg voor beschutting van het slachtoffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doe je bij een bewusteloos slachtoffer zonder of met abnormale ademhaling?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Laat een AED halen
o Start reanimatie (30/2)
o Volg de instructies AED

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe controleer je de ademhaling bij een kind?

A

o Kantel het gezicht naar achteren
o Til de kin op
o Kijk of de borstkas omhoog gaat
o Luister bij de mond of je geluid hoort
o Voel met je wang of er luchtstroom is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe controleer je de ademhaling bij een baby?

A

o Houd het hoofd recht naar boven
o Til de kin op
o Kijk of de borstkas omhoog gaat
o Luister bij de mond of je geluid hoort
o Voel met je wang of er luchtstroom is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doe je bij een bewusteloos kind met een normale ademhaling?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Laat een AED halen
o Leg het kind in een stabiele zijligging
o Controleer continu de ademhaling
o Zorg voor beschutting van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doe je bij een bewusteloos kind zonder of met een abnormale ademhaling?

A

o Bel of laat 112 bellen (zeg dat het om een kind gaat)
o Laat een AED halen
o Geef eerst 5 beademingen
o Start met reanimeren (15/2)
o Volg instructies AED

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doe je bij een bewusteloze baby met een normale ademhaling?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Laat een AED halen
o Leg de baby op zijn zij
o Controleer continu de ademhaling
o Zorg voor beschutting van de babay

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doe je bij een bewusteloze baby zonder of met een abnormale ademhaling?

A

o Bel of laat 112 bellen
o Laat een AED halen
o Geef eerst 5 beademingen
o Start met reanimatie (15/2)
o Volg instructies AED

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 4 stappen van de keten van overleving?

A
  1. Herkennen en alarmeren
  2. Basale reanimatie
  3. Defibrilatie door de AED
  4. Specialistische reanimatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn signalen van een circulatiestilstand?

A

o Bewusteloos raken binnen enkele seconden
o Geen of abnormale ademhaling
o Er ‘dood’ uit zien
o Trage bewegingen die lijken op een epileptische aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe geef je borstcompressies? (stap per stap)

A
  1. Neem plaats naast en tegen het slachtoffer
  2. Plaats de hiel van je hand in het midden van de borstkas
  3. Plaats je andere hand er op
  4. Strek je ellebogen, zorg dat je armen loodrecht op de borstkas staan
  5. Duw het borstbeen 5 à 6 cm in
  6. Snelheid is 100-120bpm
17
Q

Wat als de beademing niet lukt?

A

o Controleer kort de luchtweg
o Verwijder eventueel los voorwerp
o Til de kin iets verder en kantel het hoofd iets meer
o Doe niet meer dan 2 pogingen, ga verder met borstcompressies

18
Q

Wat als het slachtoffer na reanimatie weer bij komt?

A

o Leg het slachtoffer in de stabiele zijligging
o Laat de elektroden zitten
o Controleer continu de ademhaling
o Blijf alert om direct de reanimatie weer te starten

19
Q

AED plakken op een nat slachtoffer

A

Droog de borst snel af met iets wat voor handen is

20
Q

AED plakken op een behaarde borstkas

A

Als er een scheermesje is, scheer snel haar weg op de plaats van de elektrode. Als er geen scheermesje is gewoon elektrode goed aandrukken.

21
Q

Wat doe je als het slachtoffer tijdens het reanimeren gaat braken?

A

o Ga met je knieën tegen het slachtoffer zitten
o Trek het slachtoffer op zijn zij op je knieën
o Breng het hoofd achterover en haal de mondholte leeg
o Draai het slachtoffer weer op zijn rug
o Ga verder met reanimeren

22
Q

Wat als een kind na reanimatie weer hersteld

A

o Ga door met beademen tot het kind weer zelf regelmatig ademt
o Leg het kind in de stabiele zijligging
o Blijf continu de ademhaling controleren

23
Q

Wat doe je bij de reanimatie van een drenkeling?

A

o Haal het slachtoffer uit het water
o Leg hem op zijn rug
o Bel of laat 112 bellen
o Laat AED halen
o Start met reanimatie (30/2)
o Volg instructies AED

24
Q

Je gaat door met reanimatie tot?

A

o De professionele hulpverleners het overnemen of zeggen dat je mag stoppen
o Het slachtoffer bij bewustzijn komt
o Je uitgeput bent
o Je een niet-reanimeren-verklaring vind

25
Q

Wat zijn signalen die je krijgt net voor een circulatiestilstand?

A

o Drukkende pijn op de borst.
o Uitstralende pijn naar de armen, schouderbladen, hals, kaak of maagstreek.
o Zweten.
o Misselijkheid of braken.
o Pijn in de bovenbuik, kaak, nek of tussen de schouderbladen, zonder pijn op de borst.
o Kortademigheid.
o Extreme moeheid.
o Duizeligheid.
o Onrustig gevoel of gevoelens van angst.
o Snelle ademhaling.

26
Q

Hoe herken je een circulatie stilstand?

A

o Bewusteloos raken binnen enkele seconden
o Geen normale ademhaling
o Er dood uit zien
o Trekken die lijken op een epileptische aanval

27
Q

Wanneer stop je met reanimeren?

A

o Als Professionele zorgverleners het overnemen
o Als het slachtoffer bij bewust zijn komt
o Als je uitgeput bent
o Als je een niet reanimeren verklaring vind