ridderverhaalen Flashcards

1
Q

kenmerken ridderverhalen

A
  • trouw aan de koning en metgezel
  • geloof
    • dromen, visioenen en voortekenen
  • eer
  • moed en kracht
  • rechtvaardigheid
  • hoofsheid
  • fantasie-elementen
  • voorgesteld als waargebeurde evenementen
  • bevat een queeste
    • queeste = reis in opdracht van iemand
  • cirkelvormige structuur
  • mondeling voortverteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Jacob Van Maerlant 13e

A

vertaalde Latijnse en Griekse wetenschap bronnen in het Nederlands (Aristoteles en Plinnus)

schreef in verzen

onderzocht zijn onderwerpen niet, las en verwerkte vooral andere bronnen

maakten encyclopedieën van dieren die waarschijnlijk gebaseerd waren op echte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tekststructuren

A
  • karakteriseringsstructuur
    • wie/wat is X, hoe herken je X, waaruit bestaat X
  • vergelijkingsstructuur
    • overeenkomsten, verschillen of voor e nadelen
  • verklaringsstructuur
    • verklaring
  • ontwikkelingsstructuur
    • ontwikkeling van iets of iemand op verloop van tijd
  • handelingsstructuur
    • handleiding, stappenplan
  • argumentatie structuur
    • waarom het eens zijn met standpunt X
  • evaluatiestructuur
    • bespreekt de waarde, bruikbaarheid en kwaliteit van een product
  • probleem en oplossingsstructuur
    • geeft een oplossing
  • maatregelstructuur
    • met welke maatregel kan een probleem opgelost worden
  • onderzoekstructuur (wrs niet op examnen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly