Rhinopneumonie paard Flashcards
1
Q
Rhinopneumonie
A
Herpesvirus infectie bij paarden veroorzaakt door EHV1 (ademhalingsstoornissen, abortus, zenuwaandoeningen) en EHV4 (ademhalingsstoornissen, soms abortus).
2
Q
Epidemiologie - Overdracht
A
- Direct contact tussen paarden.
- Samen staan in een stal.
- Via mens (besmette kleding, handen).
- Uitscheiding via nasale secreties (tot 10 dagen na infectie) en vaginale secreties (tot 1 week na abortus).
- Korte uitscheiding na reactivatie (2-3 dagen).
3
Q
Dragerschap - Gevolgen
A
- Patiënt kan steeds weer last krijgen van de infectie.
- Drager kan anderen besmetten tijdens actieve periodes van het virus.
- Dragerschap vaak door onvoldoende productie van antilichamen en virus in moeilijk bereikbare cellen.
4
Q
Verschijningsvormen
A
- Verkoudheid
- Abortus
- Neurologische symptomen
5
Q
Pathogenese - EHV1
A
- Opname door inhalatie.
- Primaire vermeerdering in luchtwegen en lymfoïde weefsels.
- Viremie kan leiden tot hersen- en ruggenmergschade (vasculitis, paralyse/parese) of placenta en foetus infectie (abortus of verzwakt veulen).
6
Q
Pathogenese - EHV4
A
- Opname via inhalatie.
- Primaire vermeerdering in luchtwegen.
- Zelden viremie, meestal gelokaliseerde infectie in ademhalingsstelsel, soms abortus.
7
Q
Kliniek - Ademhalingsstoornissen
A
- Vooral bij jonge paarden.
- Symptomen: koorts, daling eetlust, ontsteking neusslijmvlies, farynx, trachea, bronchen, neusvloei, hoest, opgezwollen lymfeklieren, sec. bacteriële infecties (streptococcen, droes).
8
Q
Kliniek - Abortus
A
- Treedt meestal 2-4 weken na ademhalingsinfectie op.
- Abortusstorm mogelijk gedurende enkele maanden.
- Vanaf de 7de maand van de dracht.
9
Q
Kliniek - Zenuwstoornissen
A
- Voorafgaande koorts, infectie LW, eventueel abortus.
- Symptomen: ataxie, parese vooral van de AH, staartparalyse, penisprolaps, blaas/rectum/anus paralyse.
10
Q
Behandeling - Ademhalingsstoornissen
A
- Antibiotica voor sec. bacteriële infecties.
- Rust, goede hygiëne.
- Eventueel NSAID’s voor koorts.
- Vochttherapie.
11
Q
Behandeling - Abortus
A
- Merrie isoleren.
- Ademhalingsstelsel ontsmetten.
- Foetus verwijderen (eventueel staalname pathologisch/virologisch onderzoek).
- Hygiëne van personeel.
- 1 maand wachten voor drachtige merries binnen te halen of onmiddellijk vaccineren.
12
Q
Behandeling - Zenuwsymptomen
A
- Ondersteunende therapie: corticosteroïden, blaaskatheterisatie, manueel ledigen van het rectum.
- Paarden met matige neurologische symptomen kunnen herstellen.
- Slechte prognose bij paarden die gedurende 24 uur niet kunnen staan, vaak euthanasie nodig.
- Opletten voor secundaire bacteriële infecties en reactivatie van het herpesvirus.
13
Q
Preventie - Vaccins
A
- Geïnactiveerde vaccins beschikbaar.
- Beschermen vooral tegen ademhalingsproblemen.
- Geen 100% bescherming tegen abortus en zenuwstoornissen.
- Virusuitscheiding beperkt in duur en hoeveelheid, infectiedruk verlaagd.
- Regelmatige vaccinaties aanbevolen.
14
Q
Preventie - Vaccinatieschema
A
- Primovaccinatie: risicoveulens vanaf 3 maanden, andere vanaf 5-6 maanden.
- Booster: 4-6 weken later, daarna elke 6 maanden (tweemaal per jaar).
- Apart schema voor drachtige dieren.
- Vaccin tegen rhinopneumonie: Equip EHV 1,4 (Zoetis), geïnactiveerd.