relaties tussen stelsels Flashcards

1
Q

spijsverteringsstelsel

A
  • rechtstreeks in contact met bloedvatenstelsel

- transporteert voedingsstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bloedvatenstelsel

A
  • werkt samen met de rest van het lichaam

- transporteert geabsorbeerde voedingsstoffen naar weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bloedvatenstelsel & ademhalingsstelsel

A
  • voedingssteeltjes worden in cel verbrand met O2, afvalproduct = koolstofdioxide
  • beide moleculen worden door bloedvatenstelsel naar ademhalingsstelsel vervoerd
  • beide stelsels staan in contact via uitwisseling van O2 en CO2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hormonaal stelsel

A
  • worden hormonen in geproduceerd
  • worden vervoerd via bloedbaan naar andere stelsels
  • hormonen zijn boodschappers
  • ze geven opdracht aan andere delen van lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

energie

A
  • komt vrij na verbranding van suikers
  • wordt gebruikt door cellen voor activiteiten
  • spierstelsel gebruikt energie om te bewegen
  • cellen van zenuwstelsel kunnen energie prikkels verwerken en op reageren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

spierstelsel

A
  • staat rechtstreeks in contact met skelet

- als spieren samentrekken of ontspannen, kunnen beenderen bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly