Rekenen in de Retail Flashcards

1
Q

Afzet

A

Het totale aantal in een bepaalde periode verkochte artikelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Besteleenheid

A

Dit is de hoeveelheid artikelen in één verpakkingseenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bestelfrequentie

A

Het aantal malen dat je een bestelling plaatst in een bepaalde periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereken je de bestelfrequentie?

A

Jaarafzet : Bestelgrootte (De bestelfrequentie word altijd afgerond op een heel getal naar boven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bestelgrootte

A

De te bestellen hoeveelheid artikelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bestelmoment

A

Het moment (in de tijd) waarop de bestelling geplaatst moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bestelniveau

A

De voorraadgrootte op het moment waarop je een bestelling moet plaatsen. Ook wel: Bestelpunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je bestelniveau/moment?

A

levertijd x afzet + veiligheidsvoorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bestelpunt

A

De voorraadgrootte op het moment waarop je een bestelling moet plaatsen. Ook wel: Bestelniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leverbetrouwbaarheid

A

De mate waarin de retailer en/of leverancier in staat is om de bestelde artikelen op het afgesproken tijdstip te leveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leveringsfrequentie

A

Het aantal keren dat een artikel per tijdseenheid door de leverancier geleverd word.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Levertijd

A

De tijd die zit tussen het moment van bestellen en het moment van afleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nee-verkoop

A

Als een artikel niet meer op voorraad is en dus niet aan de klantenwens voldoet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Veiligheidsvoorraad

A

De extra voorraad die nodig is om een onverwachte toename van de vraag op te vangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verpakkingseenheid

A

De standaardeenheid waarin artikelen bij elkaar zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly