Reflexión Y Evaluación Flashcards
1
Q
De steward/ stewardess; de gastheer, gastvrouw
A
El / la azafato/a
2
Q
Rondrijden
A
Circular
3
Q
Met pensioen gaan
A
Jubilarse
4
Q
De badmeester, badjuffrouw; de reddingswerker
A
El / la socorrista