réflexifs 2 Flashcards
conjuguaison
1
Q
ik word wakker
A
je me réveille
2
Q
jij staat op
A
tu te lèves
3
Q
hij doucht
A
il se douche
4
Q
we wassen (ons)
A
nous nous lavons
5
Q
u/jullie bereiden u /je voor
A
vous vous préparez
6
Q
ze poetsen hun tanden
A
ils se brossent les dents
7
Q
ik maak me op
A
je me maquille
8
Q
jij kleed je uit
A
tu te déshabilles
9
Q
ze/hij omkleed zich
A
il/elle se change
10
Q
we gaan naar bed
A
nous nous couchons