reden/oorzaak Flashcards
1
Q
after all
A
tenslotte, immers
2
Q
as
A
daar, omdat
3
Q
as a result of
A
als gevolg van
4
Q
because
A
omdat
5
Q
for
A
want
6
Q
since
A
aangezien
after all
tenslotte, immers
as
daar, omdat
as a result of
als gevolg van
because
omdat
for
want
since
aangezien