Redemittel • Sprechen Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Sorry, heb je even tijd?

A

Entschuldige, hast du einen Moment zeit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Natuurlijk, hoe kan ik helpen?

A

Na klar, wie kann ich dir helfen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mag ik je wat vragen? Kun je mij even helpen?

A

Darf ich dich was fragen? Kannst du mir kurz helfen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ik wil graag weten waar de ingang is.

A

Ich möchte gern wissen, wo der Eingang ist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan ik voor je doen?

A

Was kann ich für dich tun?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ik zoek informatie over dieren en de natuurbescherming.

A

Ich suche Informationen über Tiere und den Naturschutz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is er hier allemaal te zien en te doen?

A

Was gibt es denn hier zu sehen und zu tun?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je kunt workshops bezoeken. En er is een quiz.

A

Man kann Workshops besuchen. Und es gibt ein Quiz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Heb je misschien ook een plattegrond voor mij?

A

Hast du vielleicht auch einen Plan für mich?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hier, alsjeblieft.

A

Hier, bitte schön.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel is de entree en hoe zijn de openingstijden?

A

Wie viel kostet der Eintritt und wie sind die Öffnungszeiten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De entree is vijf euro voor scholieren en tien euro voor volwassenen.

A

Der Eintritt kostet fünf Euro für Schüler und zehn Euro für Erwachsene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De openingstijden zijn van 9 tot 18 uur.

A

Die Öffnungszeiten sind von 9 bis 18 Uhr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kun je mij aanraden?

A

Was kannst du mir denn raten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ga eerst naar de presentatie over exotische dieren.

A

Geh zuerst zur Präsentation über exotische Tiere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hartelijk dank voor je hulp. Veel plezier nog!

A

Vielen Dank für deine Hilfe. Viel Spaß noch!

17
Q

Vandaag vertel ik iets over het scheiden van afval.

A

Heute erzähle ich etwas über die Mülltrennung.

18
Q

Ik heb het onderwerp gekozen, omdat ik de natuur en het bos heel interessant vind.

A

Ich habe das Thema gewählt, weil ich die Natur und den Wald sehr interessant finde.

19
Q

Eerst wil ik iets over de natuurbescherming vertellen.

A

Zuerst möchte ich etwas über den Naturschutz erzählen.

20
Q

Ik ben van mening dat alle mensen iets voor het milieu kunnen doen. We moeten het milieu beschermen.

A

Ich bin der Meinung, dass alle Leute etwas für die Umwelt tun können. Wir müssen die Umwelt schützen.

21
Q

Dat was mijn presentatie. Hebben jullie nog vragen?

A

Das war meine Präsentation. Habt ihr noch Fragen?

22
Q

Hartelijk dank voor het luisteren.

A

Vielen Dank fürs Zuhören