Redemittel • Schreiben

Question 1

Het poesje is pas drie maanden oud.

Answer 1

Das Kätzchen ist erst drei Monate alt.

Question 2

De vacht is kort, licht, gevlekt en zeer zacht.

Answer 2

Das Fell ist kurz, hell, gefleckt und sehr weich.

Question 3

Zij heeft een zwarte neus, donkere ogen en een lange staart.

Answer 3

Sie hat eine schwarze Nase, dunkle Augen und einen langen Schwanz.

Question 4

Onze hond is een bastaard / raszuiver.

Answer 4

Unser Hund ist ein Hundemischling / reinrassig.

Question 5

We hebben een poedel. Hij weegt vijf kilo.

Answer 5

Wir haben einen Pudel. Er wiegt fünf Kilo.

Question 6

Ons konijntje vreet het liefst gras en sla.

Answer 6

Unser Kaninchen frisst am liebsten Gras und Salat.

Question 7

Mijn huisdier slaapt in het mandje / in de kooi / buiten.

Answer 7

Mein Haustier schläft im Körbchen / im Käffig / draußen.

Question 8

Als ik naar school moet, laat mijn moeder onze hond uit.

Answer 8

Wenn ich zur Schule muss, geht meine Mutter mit unserem Hund Gassi.

Question 9

Een huisdier kan duur zijn. Hoe groter het dier, des te duurder het is in de verzorging.

Answer 9

Ein Haustier kann teuer sein. Je großer das Tier, umso teurer ist est in der Haltung.

Question 10

Ik moet mijn hond twee tot drie keer per dag voeren.

Answer 10

Ich muss meinen Hund zwei bis drei Mal am Tag füttern.

Question 11

Je moet met je huisdier regelmatig naar die dierenarts gaan.

Answer 11

Du musst mit deinem Haustier regelmäßig zum Tierarzt gehen.

Question 12

Ik houd niet van huisdieren.

Answer 12

Ich mag Haustiere nicht.

Question 13

Ik wil graag nog veel meer huisdieren hebben.

Answer 13

Ich möchte noch viel mehr Haustiere haben.

Question 14

Ik wil voor Kerstmis graag een schildpad hebben.

Answer 14

Ich wünsche mir zu Weihnachten eine Schildkröte.

Question 15

Mijn droom is het dierenarts te worden.

Answer 15

Mein Traum ist es, Tierarzt / Tierärztin zu werden.

Question 16

Ik wil graag muizen voor mijn verjaardag hebben.

Answer 16

Ich wünsche mir Mäuse zum Geburtstag.

Question 17

Beste Hanneke, beste Hans,

Answer 17

Liebe Hanneke, liebe Hans,

Question 18

Hartelijk dank voor je e-mail!

Answer 18

vielen Dank für deine E-mail!

Question 19

Hoe gaat het met jou? Sorry dat ik niet zo lang niet heb geschreven.

Answer 19

Wie geht es dir? Entschuldige, dass ich so lange nicht geschrieben habe.

Question 20

Groetjes aan je ouders / je zus / je broer.

Answer 20

Liebe Grüße an deine Eltern / deine Schwester / deinen Bruder.

Question 21

Schrijf snel terug! Tot gauw!

Answer 21

Schreib mir bitte schnell zurück! Bis bald!

Question 22

Liefs, / Groetjes,

Answer 22

Liebe Grüße / Viele Grüße