Redemittel M , NL-DU Flashcards
Wat willen jullie?
Was möchtet ihr?
Ik wil een gemengde salade.
Ich möchte einen gemischten Salat.
En wat neem jij?
Und was nimmst du?
Ik neem de kip met rijst.
Ich nehme das Huhn mit Reis.
Willen jullie ook iets drinken?
Möchtet ihr auch was trinken?
Ja, een ijsthee en een mineraalwater alstublieft.
Ja, einen Eistee und ein Mineralwasser bitte.
Eet smakelijk!
Guten Appetit!
Insgelijks!
Gleichfalls!
Eenmaal patat met mayonaise, alsjeblieft.
Einmal Pommes mit Mayo, bitte.
Alsjeblieft.
Bitte schön.
Heeft u ook hamburgers?
Haben Sie auch Hamburger?
Nee, op dit moment helaas niet.
Nein, im Moment leider nicht.
Wat kost een blikje ijsthee?
Wie viel kostet eine Dose Eistee?
Een euro vijftig.
Ein Euro fünfzig.
Hoeveel is dat bij elkaar?
Wie viel macht das zusammen?