redemittel e

Question 1

Hoe heten je ouders?

Answer 1

Wie heisst deine Eltern?

Question 2

Mijn vader heet Markus en mijn moeder heet Urkline

Answer 2

Mein vater heisst Markus und meine Mutter heisst Urkline

Question 3

Hoe oud zijn zij?

Answer 3

Wie alt sind sie?

Question 4

Waar werkt je vader?

Answer 4

Wo arbeitet dein vater?

Question 5

Hij werkt als verkoper bij BMW

Answer 5

Er arbeitet als Verkäufer bei BMW

Question 6

Wat is je moeder van beroep?

Answer 6

Was ist deine mutter von Beruf?

Question 7

Ze werkt als lerares

Answer 7

Sie arbeitet als Lehrerin

Question 8

Leven je grootouders nog?

Answer 8

Leben deine Grosseltern noch?

Question 9

Ik heb nog een oma.

Answer 9

Ich habe noch eine Oma

Question 10

Hoe oud is zij?

Answer 10

Wie alt ist sie?

Question 11

Ze is al 100 jaar oud

Answer 11

Sie ist schon 100 Jahre alt

Question 12

Heb je broers en/of zussen

Answer 12

Hast du Geschwister?

Question 13

Ja, ik heb twee broers

Answer 13

Ja, ich habe zwei Brüder

Question 14

Heb je geen zussen?

Answer 14

Hast du keine Schwestern

Question 15

Ik heb ook een zus

Answer 15

Ich habe auch eine Schwester

Question 16

Wat doet zij?

Answer 16

Was macht sie?

Question 17

Ze studeert in Hamburg

Answer 17

Sie Studiert in Hamburg

Question 18

Wat is je adres?

Answer 18

Welche Aderesse hast du?

Question 19

Wat is de postcode?

Answer 19

Was ist die Postleitzahl

Question 20

De postcode is 2424

Answer 20

Die Postleitzahl ist 2424

Question 21

En wat is je telefoonnummer?

Answer 21

Und was ist deine Telefonnummer

Question 22

Heb je ook een mobieltje?

Answer 22

Hast du auch ein Handy?

Question 23

Ja, het nummer is 2424

Answer 23

Ja, die nummer ist 2424

Question 24

Mevrouw Muller, bent U getrouwd?

Answer 24

Frau Muller, sind Sie verheiratet?

Question 25

Nee, ik ben gescheiden

Answer 25

Nein, ich bin geschieden

Question 26

Hebt U kinderen?

Answer 26

Haben Sie Kinder?

Question 27

Ik heb een zoon en een dochter

Answer 27

Ich habe ein Sohn und eine Tochter

Question 28

Hoe heet je oom?

Answer 28

Wie heisst dein Onkel

Question 29

Mijn oom heet Hans

Answer 29

Mein Onkel heisst Hans

Question 30

Heb je ook een tante?

Answer 30

Hast du auch eine Tante?

Question 31

Ja, ze heet Karin

Answer 31

Ja, sie heisst Karin

Question 32

Hoeveel neven heb je?

Answer 32

Wie viel Cousins hast du?

Question 33

Ik heb geen neven. Maar ik heb wel vier nichten

Answer 33

Ich habe keine Cousins. Ich habe aber vier Cousinen