rechtsstaat en democratie begrippen Flashcards

1
Q

coóptatie

A

systeem waarbij leden van een bestuur zelf nieuwe leden aanwijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dijkgraaf

A

voorzitter van een waterschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heemraad

A

lid van het bestuur van een waterschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inspraak

A

zeggenschap, je mening mogen geven als een besluit wordt genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

patriciër

A

lid van een vooraanstaande familie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

poldermodel

A

overleg gericht op overeenstemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

politiek recht

A

recht op deelname aan de politieke besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vrijheidsrecht

A

recht waardoor mensen een bepaalde vrijheid hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waterschap

A

deel van de overheid dat het water in een gebied beheert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

afzweren

A

onder ede verwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hagenpreek

A

preek in de openlucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

plakkaat

A

een van de overheid uitgaande open brief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gedogen

A

toestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

schuilkerk

A

verborgen kerk van verboden godsdienst in de Republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onschendbaar

A

onaantastbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mandaat

A

volmacht

17
Q

pacificatie van 1917

A

compromis tussen liberalen en confessionelen over de schoolstrijd en het kiesrecht

18
Q

recht van amendement

A

recht om een wetsvoorstel te mogen aanpassen

19
Q

recht van enquete

A

recht om onderzoek te mogen houden

20
Q

achterban

A

aanhangers van een partij

21
Q

evenredige vertegenwoordiging

A

kiesstelsel waarbij het aantal parlementszetels van een partij overeenkomt met het landelijke percentage behaalde stemmen

22
Q

extreem/extremistisch

A

streven naar uitersten

23
Q

fractie

A

leden van dezelfde partij in bijvoorbeeld de Tweede Kamer

24
Q

links

A

vooruitstrevend

25
Q

rechts

A

behoudend

26
Q

verzuiling

A

verdeling van de bevolking in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties

27
Q

euroscepsis

A

kritiek op de Europese eenwording

28
Q

kabinetsformatie

A

de vorming van een kabinet na de Tweede Kamerverkiezingen

29
Q

klassieke grondrechten

A

vrijheidsrechten die burgers beschermen

30
Q

medezeggenschap

A

inspraak

31
Q

ontzuiling

A

verdwijning van de verzuiling

32
Q

oppositie

A

partijen die zich tegen de regering verzetten

33
Q

progressief

A

politiek vooruitstrevend

34
Q

regeringscoalitie

A

partijen die samenwerken in de regering

35
Q

sociale grondrechten

A

rechten voor het welzijn van burgers

36
Q

taboe

A

als iets wordt afgekeurd

37
Q

versplintering

A

in kleine delen uiteenvallen