historische context Nederland begrippen Flashcards

1
Q

babyboom

A

geboortegolf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geleide loonpolitiek

A

als de regering bepaalt hoe hard lonen mogen stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

handelingsonbekwaamheid

A

het niet mogen afsluiten van rechtsgeldige overeenkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hippie

A

jongere die zich op vredelievende en afwijkende manier afzet tegen de consumptiemaatschappij en de heersende opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

inspraak

A

zeggenschap, je mening mogen geven als een besluit wordt genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nozem

A

stoer geklede jongere met vetkuif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oliecrisis

A

tekort aan olie die leidde tot een economische crisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ontzuiling

A

verdwijning van de verzuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

poldermodel

A

overlegmodel gericht op overeenstemming en harmonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

popmuziek

A

populaire muziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

provo

A

jongere die zich uitdagend en speels afzet tegen bestaande gezagsverhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rooms-rode kabinetten

A

regeringen met de KVP en de PvdA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociale partners

A

werkgevers en werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verzorgingsstaat

A

staat die met sociale voorzieningen zorgt voor het welzijn van zijn burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verzuiling

A

verdeling van de bevolking in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

digitale revolutie

A

ingrijpende verandering door ICT, ontstaan van informatiemaatschappij

17
Q

euthanasie

A

levensbeëindiging

18
Q

gabber

A

jongere, soms kaalgeschoren, herkenbaar aan trainingspak en sportschoenen

19
Q

gedoogbeleid

A

aanpak van de overheid waarbij activiteiten die volgens de wet verboden zijn, binnen bepaalde beperkingen worden toegelaten

20
Q

kraker

A

iemand die een gebouw binnendringt en in gebruik neemt

21
Q

kruisraket

A

middellangeafstandsraket

22
Q

multiculturalisme

A

idee dat verschillende culturen in een samenleving gelijkwaardig zijn

23
Q

polarisatie

A

benadrukken van tegenstellingen

24
Q

privatiseren

A

verkoop van een staatsbedrijf aan particuliere aandeelhouders

25
Q

punker

A

jongere die provoceert met een bizar uiterlijk en een ruw optreden

26
Q

rap

A

ritmische muziek met gezingzegde teksten

27
Q

softdrug

A

verdovend middel waaraan geen verslavende werking wordt toegeschreven