Rechtsfilosofie A Week 5 en 6 Flashcards

1
Q

Welke kenmerken van de rechtsstaat volgens de theorieën van tamanaha?

A

Formele theorieën en substantiële theorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de formele theorie in?

A

gefocust op de bron van de wet en vorm van wet. Dus de autoriteit en duidelijk, algemeen toekomstgericht etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de substantiële theorie in?

A

Gaat over de inhoud van de wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de Rule by Law?

A

Formele theorie, overheid moet via de wet optreden. Is compatibel met ondemocratische en autoritaire regimes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de problemen bij Rule by Law?

A

Wijkt af van traditie van rechtsstaat en is leeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Formal legality?

A

Rechtsstaat als formeel beperking van de staatsmacht. Overheid moet handelen i.o.m. wet, deze zijn duidelijk etc. vergroot autonomie burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de problemen bij Formal legality?

A

zegt niets over inhoud van de wetten of hoe wetten tot stand komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de liberale substantiële theorie en waardigheid-theorie van de rechtsstaat?

A

de fundamentele rechten zijn in kwestie specifiek burger- en politieke rechten. Fundamentele morele waarden worden gerespecteerd zien op persoonlijke vrijheid. Bij waardigheid ziet het meer op waardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Problemen substantiële theorieën

A
  1. anti democratisch, meerderheid van de samenleving neemt een onrechtvaardige wet aan.
  2. heerschappij van rechters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de welfarist theorie?

A

Sociaal democratische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie is Lon Fuller?

A

Natuurrecht denker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 8 innerlijke moraliteit van de wet / van een rechtsstaat volgens Fueller? MATSDOGG

A
  1. Algemeen
  2. Gepubliceerd
  3. Geen terugwerkende kracht
  4. Duidelijk en begrijpelijk
  5. Onderling niet tegenstrijdig
  6. Mogelijk om te gehoorzamen
  7. Stabiel
  8. Toepassing tussen regel en uitvoering

MATSDOGG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Problemen met formele legaliteit

A

zegtg niets over inhoud van wetten, noch over hoe ze tot stand komen en wijken af van traditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zegt Hart over de 8 beginselen?

A

Hij zegt dat dit beginselen zijn van goed vakmanschap en niet aangeven of de wet ook rechtvaardig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een kritiek op de theorie van de rechtsstaat van Lon Fuller?

A

Dat deze methode alleen beoordeelt hoe wetten tot stand moeten komen, maar niet over de inhoud van een wet. Dit kan dus leiden tot onrechtvaardige wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke theorie van de rechtsstaat past bij de Radbruch formule?

A

De liberale substantiële theorie. Omdat deze eist dat de rechtstaat de wetten en fundamentele morele rechten dienen te beschermen + de inhoud van de wet. Dat is niet zo bij de formele legaliteit theorie of de formele legaliteit en democratie theorie.

17
Q

Wat zegt Lon Fuller over koning Rex?

A

Dat hij nooit een wet heeft gemaakt omdat het niet voldoet aan de 8 kenmerken.

18
Q

Wat betekent ik heb recht op? volgens Hohfeld

A

Dat hangt af van wat je met recht bedoeld.

19
Q

Wat zijn de 4 hohfeldiaanse incidenten?

A
  1. claimrecht
  2. vrijheid
  3. vermogen
  4. immuniteit

CVVI

20
Q

Wat zegt het element claim?

A

claim = diegene jegens mij wel plicht

21
Q

wat zegt het element vrijheid

A

vrijheid = ik jegens hem geen plicht

22
Q

wat zegt het element vermogen

A

vermogen = als ik incident van een ander of mezelf kan wijzigen

23
Q

wat zegt het element immuniteit?

A

immuniteit = als hij mijn incidenten niet kan wijzigen

24
Q

Wie is voorstander van de wil-theorie? HKK

A

Hart, Kant en Kelsen.
functie van rechten zijn gelijke sferen individuele vrijheid voor allen zekerstellen. Het hebben van recht is een effectieve control uitoefenen.

25
Q

Wie is voorstander van belangentheorie? BR

A

Bentham en Raz

Rechten dienen voor belangen van dragers van rechten. Alle wezens met belangen kunnen rechten hebben.

26
Q

Wil theorie voor- en nadelen.

A

Goed bij juridisch praktijk, maar niet iedereen kunnen dragers van rechten zijn. Zou sommige rechten niet onvervreemdbaar moeten zijn?

27
Q

Belangentheorie voor- en nadelen

A

Kan meer rechten erkennen, kan meer dragers van rechten erkennen. Geen verband tussen belangen en rechten.